Op deze pagina staan bewerkte en verkorte verslagen van wedstrijden alsook andere artikelen die in de loop der jaren van mijn hand in de weekbladen van Kempenpers werden geplaatst

 

 

INHOUD:  

 

2000 Bergeijk Mirella van Melis winnares Ladies Tour etappe

1993 Hapert Patrick van Seggelen klopt Herold Dat in amateurronde

1992 Valkenswaard Tweestrijd Adrie van der Poel - Radomir Simunek krijgt vervolg

1999 Duizel Daniel van Elven solowinnaar in kermisronde

2020 Luyksgestel Harrie Lavreysen op weg naar Tokio

2005 Wintelre Gerben de Knegt overtuigend winnaar mountainbikerace

2004 Steensel Winst voor Kenny van Hummel en Roxane Knetemann

1984 Hapert Jan Peels Zuid-Oost Brabants districtskampioen

1997 Luyksgestel Herold Dat op herhaling en tijdritzege Leontien van Moorsel

1996 Steensel Steven Rooks wint dernykoers in jubileumkermisronde

1982 Duizel Ron Snijders winnaar 'Om de Gele Trui'

2005 Eindhoven Dubbel wielerfeest: ProTour ploegentijdrit en finish Ster Elektrotoer

2011 Eindhoven Ploegenvoorstelling van regionale wielervereniging TML Dommelstreek

1985 Oostelbeers John Bogers winnaar in De Drie Beerzen

1980 Veldhoven Gerard Tabak en Peter Roymans heersten in de trainingsritten

1985 Kempen Groenendaal, Baars en Van Bakel kijken tevreden terug

1992 Valkenswaard Adrie van der Poel nationaal kampioen veldrijden

2004 Westelbeers Etappezege voor Theo Eltink in Tour de l’Avenir

2006-2018 Eindhoven Eefje Ottevanger van wielrenster naar hardloopster

 1993 Veldhoven Erik Keeris wint verregende Ronde van de Kromstraat

2018 Westerhoven-Bergeijk Maud Kaptheijns vecht voor een toppositie op EK

2010 Valkenswaard LSE team TWC De Kempen als Baby-Dump/Wilvo/Lemmens ploeg

2018 Hapert Aniek van Alphen een belofte in het vrouwenwielrennen

2000 Bladel Alain van Katwijk maakt favorietenrol waar in Ster van Brabant

2002 Oostelbeers Adrie van der Poel op stimuleringsdag cyclo-cross

2001 Duizel Twee topfavorieten Jurgen van Pelt en Wilco Zuijderwijk geven elkaar weinig toe

2018 Bladel Talent verloochent zich niet in Acht van Bladel

2004 Hapert Kenny van Hummel wint jaarlijkse kermisronde

1963 Veldhoven Omloop der Kempen winnaar Arie den Hartog

1998 Luyksgestel/Duizel/Bladel Max van Heeswijk doet het ook bij de profs uitstekend

2003 Veldhoven Alain van Katwijk volgt Mark Vlijm op als winnaar Omloop der Kempen

1985 Valkenswaard Hans Baudoin klaar voor Omloop van de Baronie en Ster van Brabant

1985 Eindhoven-Veldhoven Bert Oosterbosch met Post-ploeg in training op Kempische wegen

2017 Westerhoven Maud Kaptheijns koningin van het veldrijden

2003 Veldhoven Thomas Dekker klopt favoriet Fabian Cancellara in proloog Ster Elektrotoer

2003 Bladel Erik Dekker bij rentree eindwinnaar van Grote Prijs Erik Breukink 

1997 Lierop Herold Dat rekent weer op een sterk zomerseizoen

2000 Bergeijk Mirella van Melis winnares Ladies Tour etappe

 

(door Piet Gijsbers, foto Theo van Sambeek)

 

Glunderend stond ze dinsdagavond op het erepodium van de Holland Ladies Tour in Bergeijk. Aan leiderstricots in de diverse

klassementen had ze geen gebrek. Na de rode trui van het jongerenklassement, de

witte van het sprintklassement, de groene van de snelste sprintster op punten, mocht ze zich ook nog hullen in het gele leiderstricot van de vrouwenronde van Nederland. Mirella van Melis, de 21-jarige boerendochter uit Venhorst,

onderging de huldiging met de routine van een ervaren renster. Na een wereldtitel bij de junior-dames (1997), een bronzen (1998) en een zilveren plak (2000) op het EK voor espoirs en een serie andere triomfen, voegde ze ook de openingsetappe van de Holland Ladies Tour 2000 toe aan haar erelijst. In de eindsprint met twee had ze daarvoor na een lange ontsnapping Jorunn Kvalo, lid

van de Olympische selectie van Noorwegen, achter zich weten te houden.

 

De etappe door de Kempen kende vooral in de beginfase veel ontsnappingspogingen. Nadat Rosa Soba Bravo, een Spaanstalige gastrenster in de ploeg van het Rotterdamse Ahoy, de eerste punten voor het bergklassement had opgestreken door als eerste boven te komen op het viaduct over de E3 tussen Steensel en Knegsel, volgden de demarrages elkaar in snel tempo op. Marielle

van Scheppingen, Sydney-renster Chantal Beltman, Mirella van Melis, alle drie in het oranje shirt van de nationale Nederlandse ploeg van Jean-Paul van Poppel, en de sterke Duitse Petra Rössner kregen niet genoeg ruimte. Op de keien tussen Casteren en Netersel was een groepje met Debby Mansveld, Ina-Yoko Teutenberg en Mirella van Melis eenzelfde lot beschoren. Yvonne Brunen,

Sydney-renster en nationaal kampioene Mirjam Melchers, Arenda Grimberg, opnieuw

Teutenberg, de Noorse vedetten Ingunn Bollerud en Monica Valen en Anke Wichmann van het Duitse Red Bull-team leken meer kans van slagen te hebben toen zij in de buurt van Hulsel voorsprong namen. Die groeide uit tot ruim een minuut. Maar toen de meiden van Vlaanderen 2002 zich op kop van de hoofdmacht zetten, werd de achterstand binnen tien kilometer teniet gedaan en kon het spel van voren af aan beginnen. Meteen maakten Mirella van Melis en Jorunn Kvalo van de hergroepering gebruik door opnieuw een vlijmscherpe demarrage te plaatsen. En wat voorheen niemand was gelukt, bleek nu een schot in de roos te zijn.

 

Kei

 

De twee temporijdsters legden er flink de zweep over en fietsten, gesteund door hun teamgenoten in het peloton die voor het nodige afstoppingswerk zorgden, in korte tijd een voorsprong van een minuut bijeen. Eenmaal terug in Bergeijk leek het leidende duo op rozen te zitten, maar er

moesten toen nog twee plaatselijke ronden van dertien kilometer worden afgelegd. Vooral de Farm Frites/Hartol-ploeg, gesteund door de Duitse nationale selectie en de andere twee sterke Duitse ploegen, legden zich nog niet zonder slag of stoot bij de achterstand neer. Op de eindstreep bedroeg die nog maar amper twintig tellen. Maar toen had Mirella van Melis in een lange eindsprint

haar Noorse tegenstandster al met schijnbaar gemak van zich afgeschud.

De jonge winnares rekent een beetje op een uitverkiezing voor het WK dat in oktober in het Franse Plouay wordt verreden. Een plaats in de Olympische ploeg van Sydney was voor haar nog wat te hoog gegrepen, maar over vier jaar hoopt zij er in Athene namens Nederland wel bij te zijn. In de

persoon van Gerrit Simons eerde de Bergeijkse organisatie van de Holland Ladies Tour de winnares van de openingsrit door haar à la Parijs-Roubaix een kei op sokkel aan te bieden. Een verdiende ereprijs voor het aanvallende rijden van de renster uit Venhorst op de keiwegen van het Kempenland.

 

De uitslag in Bergeijk:

1 Mirella van Melis Nationale selectie Nederland, 2 Jorunn Kvalo Nationale selectie Noorwegen, 3 op 18 seconden Debby Mansveld Farm Frites/Hartol, 4 Hanka Kupfernagel Radteam Kupfernagel Duitsland, 5 Angela Brodtka Team Red Bull Duitsland, 6 Mirjam Melchers Nationale selectie

Nederland, 7 Yvonne Brunen Farm Frites/Hartol, 8 Heidi van de Vijver Vlaanderen 2002 België, 9 Vanja Vonckx Vlaanderen 2002 België, 10 Prica Doppmann Team Westland Wil Vooruit.

 

In 2001 zou Mirella van Melis nog een Europese wegtitel bij de beloften vrouwen (-U23) aan haar erelijst toevoegen. Na haar wielercarrière trouwde ze met de Belg Björn van Melkebeke, de huidige osteopaat bij het profteam Jumbo-Visma. Ze hebben drie kinderen samen: Zoë, Laura en

Bjarne en wonen in het Oost-Vlaamse Semmerzake.

1993 Hapert Patrick van Seggelen klopt Herold Dat in amateurronde 

 

Patrick van Seggelen, hier op archieffoto na winst in de kermisronde van Riethoven 1992 in gesprek met Rien van Horik met nummer 3 Martien Maton op de achtergrond, was in Hapert de snelste amateur (foto Theo van Sambeek) 

 

Vorig jaar was Patrick van Seggelen al een van de smaakmakers in de Ronde van Hapert. Toen reed hij ronden lang alleen aan de leiding, maar moest zich uiteindelijk met de 11de plaats in de einduitslag tevreden stellen. Op het snelle Hapertse parcours liet de 21-jarige wieleramateur uit Someren zich ook dinsdag­avond steeds van voren zien. En toen Herold Dat uit Asten, lid van het mede-organiserende Het Snelle Wiel, enkele ronden voor het einde de beslissende demarrage plaatste, was van Seggelen opnieuw present. In de eindsprint liet hij zijn concurrent voor de zegebloemen kansloos.

 

(door Piet Gijsbers) 

 

Graag hadden de renners van Het Snelle Wiel, in de sponsorkle­ding van Automobielbedrijf Adriaan van de Ven, de overwinning in de thuishaven van hun sponsor aangeboden aan directeur Ton van den Berg. Ze waren numeriek bijzonder sterk vertegenwoor­digd. Maar in het peloton werd de zege niet aan de renners in de rood-wit-blauwe tricots cadeau gedaan. Geen enkele uitval leek succes te hebben. Hoe Herold Dat en consorten zich ook inspanden om met voorsprong voorop te geraken, steeds weer volgde een algemene hergroepering. Pas acht ronden voordat er gefinisht werd gelukte het een vijftal coureurs het peloton voorgoed uiteen te scheuren. Herold Dat, Patrick van Segge­len, Dies­sense Luc Reijrink, Marc van Grinsven uit Deurne en de Duitser Rainer Beckers gingen er vandoor. In kleine groep­jes sloten vervolgens nog een aantal renners aan bij de lei­ders. 

 

Thuisrijder

 

Bart Faes, een van de drie Hapertse deelnemers, overbrugde als een van de laatste renners de kloof. De poging van de thuisrijder om vervolgens meteen maar de leiding te nemen, werd in de kiem gesmoord. Met eenen­twintig man voorop leek de beslissing gevallen. Maar daar dachten Dat en Van Seggelen anders over. De twee Oostbraban­ders sloegen twee ronden voor het einde de handen ineen en bleven de achtervolgende groep nipt voor. Streekfavoriet Anthony Theus uit Bergeijk zette net iets te laat aan om nog voor de overwinning in aanmerking te komen. Hij bleef op lichte achterstand van het leidende duo steken. De eindsprint van Patrick van Seggelen bleek Herold Dat te machtig, zodat de winnaar uit Someren twee renners van Het Snelle Wiel te snel af was en zijn vijfde seizoenzege een feit werd. Luc Reijrink legde beslag op de leidersprijs van de goed organiserende Hapertse Supporters Vereni­ging door zijn voor­wiel meer dan al zijn tegenstrevers in het verloop van de snelle wedstrijd als eerste over de meet te duwen. 

 

De uitslagen: 

Junioren: 1 Richard Coehorst Tilburg 60 km in 1.24.53 u., 2 Angelo van Melis Oss, 3 Stefan Willems Luyksgestel, 4 Paul Wingers Heesch, 5 op 1.02 min. Ard Bierens Steensel, 6 Robert Klijs Aalst-Waalre, 7 Johnny Roos Middelharnis, 8 Jeffrey Cardol Utrecht, 9 Ralf van Kan Liempde, 10 op 1.30 min. Paul van Dongeren Capelle aan de IJssel, 11 Frans Houbraken Berge­ijk, 15 Mark van Kuik Best, 19 Detlef van Oevelen Hilvaren­beek. 

 

Amateurs: 1 Patrick van Seggelen Someren 80 km in 2.00.18 u., 2 Herold Dat Asten, 3 Anthony Theus Bergeijk, 4 John Leijs Standaardbuiten, 5 Rainer Beckers Duitsland, 6 Marc van Grins­ven Deurne, 7 Mike Strijbosch Deurne, 8 Ferry van Heeswijk Schijndel, 9 Joost van Hest Goirle, 10 Erik Keeris Veldhoven, 16 Bart Faes Hapert. 

 

1992 Valkenswaard Tweestrijd Adrie van der Poel - Radomir Simunek krijgt vervolg

 

Adrie van der Poel en de Tsjech Radomir Simunek (hier voorop in de Eindhovense Datelnet veldrit) vechten in de Super Prestige cross van Valkenswaard een nieuw duel uit (foto Hans van Hout)

 

Tussen onze nationale veldritkampioen Adrie van der Poel en de Tsjech Radomir Simunek botert het al een paar jaar niet echt. Toen Simunek vorig jaar in het Drentse Gieten wereldkampioen werd kreeg hij van onze landgenoot het verwijt dat hij zich in de wed­strijd als een profiteur gedragen had om op de eind­streep toe te slaan. Nu van der Poel zich dit winterseizoen meer op het veldrijden lijkt te gaan toeleggen, heeft hij in de Grote Prijs Datelnet in september in Eindhoven al aange­toond dat het hem menens is om met Simunek op sportieve wijze af te rekenen. Zondag in de Super Prestige-cross in Gieten viel de balans uit in het voordeel van de Tsjech. Maar op 22 november is er op het Eurocircuit in Valkenswaard een nieuwe kans op revanche voor van der Poel.

 

Adrie van der Poel heeft na zes mislukte pogingen om de we­reldtitel in het veldrijden te veroveren de titel 'eeuwige tweede' opgeplakt gekregen. Toch straalt de 32-jarige boeren­zoon uit Hoogerheide als gearriveerde professional nog steeds het enthousiasme uit van een beginnende ama­teur. Na vijf tweede plaatsen op het WK strandde een nieuwe poging om de regenboogtrui te veroveren vorig jaar in de zuigende klei van het Engelse Leeds. De Duitser Mike Kluge en de Tsjech Karel Camrda gingen hem daar vooraf. Maar van der Poel laat de moed niet zakken. Dit jaar probeert hij het opnieuw met een voorbereiding waarin hij meer crossen wil gaan rijden. In Leeds reed hij zijn zesde veldrit van het vorige seizoen. Nu is hij in een pril stadium van het nieuwe veld­ritseizoen al zowat aan dat aantal toe. Toch is hij nog niet 'op punt', zoals dat in rennerskringen zo fraai wordt uitge­drukt. Zondag in het Drentse Gieten moest hij de concurrentie nog duidelijk wat terreinwinst toestaan.

 

Compliment

 

Danny de Bie was in Gieten van meet af aan de te kloppen man. Onze zuiderbuur is weer op dreef aan het komen. Dat bewees hij met de nipt behaalde zege. Niemand minder dan Radomir Simunek werd in de eindfase zijn grootste opponent. De Tsjechische Super Prestige-winnaar van het vorige seizoen smakte meteen na de start samen met de Drentse thuisrijder Martin Hendriks tegen de grond. Simunek klom als laatste de fiets op om in een schitterende achtervolging van bijna een uur lang tenslotte  vier tellen achter de Bie te finishen. Alle concurrenten van de Tsjech, Adrie van de Poel incluis, moesten hem als de morele winnaar van de wedstrijd erkennen. Simunek deinsde nu eens niet terug voor het zware werk en kreeg daarvoor na afloop de complimen­ten van zijn collega-broodrijders.

 

In Valkenswaard gaat hij een nieuwe uitdaging met Van der Poel aan. Na het veelzeggende handgebaar van laatstgenoemde in Eindhoven wil Simunek niets liever dan op een sportieve wijze zijn revanche halen. Het belooft op het Eurocircuit op 22 november een spannende tweestrijd te worden.

 

P.S. Na zeges van Radomir Simunek in de twee voorgaande edities van de Valkenswaardse Super Prestige cross ging de overwinning in 1992 naar Adrie van der Poel vóór Richard Groenendaal en de Belg Filip van Luchem.  

 

 

 

1999 Duizel Daniel van Elven solowinnaar in kermisronde

 

Rik Elfrink was de grote gangmaker in de Duizelse kermisronde van 1999 (Foto Theo van Sambeek) 

 

De organisatoren van de Duizelse kermisronde, de renners en het publiek troffen het maandag met het weer. Vooral het avondcriterium van de amateurs werd door de zon een zomers jasje aangemeten, zodat er veel kijkers van de wedstrijd kwamen genieten. Voor de coureurs was het niettemin een lastige koers, want de klinkers in de Duizelse straten en de winderige omloop buiten het dorp maakten het hen lang niet gemakkelijk. Daniël van Elven, een stevig gebouwde 24-jarige amateur uit Rucphen, trok in de finale aan het langste eind. De Rabobank-renner bouwde in de laatste kilometers met  Erwin Gijsbers een beslissende voorsprong op. In de slotronde schudde Van Elven zijn Helmondse kompaan van zich af om tussen twee dichte rijen toeschouwers breeduit het overwinningsgebaar te maken. 

 

Wanneer in Duizel een extra premie voor de strijdlust zou zijn toegekend, dan had Rik Elfrink die ongetwijfeld verdiend. De in Nuenen woonachtige Tukker leidde vanaf de tiende ronde het spel om de punten voor de leidersprijs. Op het grote mes, met een verzet van 53-14, brak Elfrink de wedstrijd open nadat John den Braber in de strijd voor een klassementspremie over drie ronden Marcel Meijn nipt was voorgebleven. Twintig van de vijftig ronden waren er afgelegd toen Elfrink het tijd vond worden voor een solo. Na een nieuwe premiesprint ging hij alleen voorop rijden. Alain van Katwijk probeerde vergeefs bij hem aan te sluiten. Zes andere renners slaagden er wel in gezamenlijk de Nuenense vluchter bij te benen. Herold Dat, Daniël van Elven, Erwin Gijsbers, Dennis Heij, Arno Wallaard en Peter Schep kregen iets voor halfkoers Elfrink te pakken en met zijn zevenen bleven zij vervolgens uit de greep van de achtervolgers. 

 

Eendrachtig 

 

Arno van Zandbeek kon de leiders tot op 15 seconden naderen. Martien Maton deed nog een poging met Nederlands kampioen Mathew Hayman om de sprong naar voren te maken. John van den Akker ontbond zijn duivels om het peloton dichterbij te brengen en ook Alain van Katwijk probeerde het nog een keer in zijn eentje. In eendrachtige samenwerking bouwden de zeven leiders hun voorsprong tot 50 seconden uit.

 

Pas nadat Hayman, Fahrenhout, Maton, Van Pelt, Stobbelaar, Van der Tang, Meijn, van Dijk, Van Katwijk en Van Zandbeek elkaar in twee vluchtgroepjes hadden gevonden, kon er iets van de achterstand worden afgeknabbeld. Maar de leiders hielden stand. Acht kilometer voor de finish zette Elfrink, die zich intussen van de leidersprijs verzekerd had, nog eens aan op het grote mes. Zijn vluchtmakkers gaven geen krimp. Hey probeerde het nog eens in het gezelschap van Wallaard. Pas in de voorlaatste ronde viel de beslissing toen Van Elven en Gijsbers de handen ineensloten. Zij begonnen met 17 tellen voorsprong aan de laatste omloop. Van Elven maakte zich op het winderige parcoursgedeelte buiten het dorp los van zijn vluchtmakker om solo aan de eindstreep te arriveren. 

 

Heup 

 

Voor Daniël van Elven is het leven nu weer rozengeur en maneschijn. Vorig voorjaar zag het er even somber uit voor de potige Rabo-coureur toen hij een zware val maakte in de slotetappe van Olympia’s Tour. Met een gebroken heup werd hij naar het ziekenhuis afgevoerd en pas in de herfst van 1998 kwam hij weer aan wedstrijden toe. In het afgelopen voorjaar meldde hij zich weer vooraan in de klassiekers, maar kwam, o speling van het lot, opnieuw in de slotetappe van Olympia’s Tour ten val. Voor de EK- of WK-selectie komt de West-Brabander op leeftijdsgronden – hij is al 24 – niet meer in aanmerking. Dus rest hem alleen nog een profavontuur om op een hoger plan te kunnen acteren. “Ik zit er tegenaan om beroepsrenner te worden. In enkele buitenlandse wedstrijden hoop ik me dit jaar nog in de kijker te rijden.” Heel anders beziet Erwin Gijsbers, de nummer twee van Duizel, zijn toekomst. Nu als semi-professional in de Axa-ploeg vaak ingezet in open buitenlandse wedstrijden tussen de beroepsrenners, kwam hij nauwelijks in het spel voor. De 25-jarige Helmonder heeft daarom nu al het besluit genomen volgend jaar op clubniveau zijn wedstrijden te gaan rijden. Met de tweede positie in Duizel werkte hij zich aan de leiding in de tussenstand van het Rabobank/Kempen Pers-klassement, omdat Joost van Hest de slag miste. John van den Akker, Jurgen van Pelt en Herold Dat deden op hun beurt ook goede zaken en maakten een sprong vooruit in de algemene rangschikking. 

 

De uitslagen in Duizel:

 

Nieuwelingen:

 

1 Stephan Speijer Enspijk 40 km in 1.03.18, 2 Alois van Duren Hoogeveen, 3 Joost van Leijen Ewijk, 4 Jos Verbiest Liessel, 4 Peter de Bruin Stolwijk, 6 Niels de Lange Ommen, 7 Paul Walbrink Baak, 8 Erwin Binnenpoorte Raalte, 9 Bobby Lea Weert, 10 Arne Hassink Zieuwent, 11 Bart Dirkx Reusel.

 

Junioren:

 

1 Koen de Kort Liempde 60 km in 1.27.49, 2 Alfred de Bruin Stolwijk, 3 Jos van Veldhoven Dommelen, 4 Erik Verboven Made, 5 Erwin van Leijen Ewijk, 6 Roy Spijker Kampen, 7 Theo Eltink Westelbeers, 8 Rob Bijnen Budel, 9 Erwin Oosterbosch Eindhoven, 10 Jacky van Ast Rilland, 15 Willo Borrenbergs Bergeijk, 20 Maarten Smolders Eersel.

 

Amateurs:

 

1 Daniël van Elven Rucphen 100 km in 2.19.55, 2 Erwin Gijsbers Helmond, 3 Arno Wallaard Noordeloos, 4 Dennis Heij Veghel, 5 Herold Dat Lierop, 6 Rik Elfrink Nuenen, 7 Peter Schep Lopik, 8 Jurgen van Pelt Gerwen, 9 Alain van Katwijk Valkenswaard, 10 Michel Stobbelaar Uden, 11 Arthur Fahrenhout Spijkenisse, 12 John van den Akker Veldhoven, 13 Mathew Hayman Rilland-Bath, 14 Ronald van der Tang Voorhout, 15 Stefan van Dijk Honselersdijk, 18 Martien Maton Bladel.

 

Tussenstand Rabobank/Kempen Pers-klassement:

 

1 Erwin Gijsbers Helmond 93 p., 2 Joost van Hest Goirle 77 p., 3 John van den Akker Veldhoven 66 p., 4 Marc Gerritsen Oirschot 62 p., 5 Anthony Theus Bergeijk 61 p., 6 Jurgen van Pelt Gerwen 57 p., 7 Marcel Boudewijns Gerwen 54 p., 8 Martien Maton Bladel en Robert Klijs Aalst-Waalre 53 p., 10 Gerben van de Broek Veghel, Arno van Zandbeek Maastricht en Herold Dat Lierop 47 p.  

 

2020 Luyksgestel Harrie Lavreysen op weg naar Tokio

 

Tweemaal Harrie Lavreysen: Als wereldkampioen sprint voegde de Luyksgestelnaar in 2019 ook de Europese titel keirin aan zijn palmares toe (Kempenfoto.nl-Peter van Rooij)

Tijdens de Zesdaagse van Rotterdam zette hij een nieuw baanrecord op de 200 meter als snelste man ooit in Ahoy: 9.852!!!

 

Harrie Lavreysen werkt toe naar de Spelen 2020 in Tokio.  De 22-jarige Luyksgestelnaar is in dat streven al een heel eind geslaagd. In de teamsprint lijkt hij een vaste oranje waarde op de Olympische wielerbaan te zijn. Als wereldkampioen individuele sprint mag hij zijn kansen bijzonder groot inschatten. 

Toch blijft er altijd een onzekere factor. In tegenstelling tot op een WK waar een land vier teamsprinters mag inzetten, mogen dat straks in Tokio maar drie renners zijn. Er kan dus niet, zoals ook in Wereldbekerwedstrijden, gewisseld worden. Alleen vanuit de drie teamsprinters mag voor de overige plaatsen op individuele sprint en de keirin gekozen worden. Tot nu toe dit seizoen was Lavreysen mee toonaangevend in de World Cups. Driemaal was hij de onbetwiste tweede man op de teamsprint in de Oranjeploeg die de World Cups won. “Als tweede man moet ik zittend doorversnellen. En daar ben ik juist goed in,” zegt hij zonder grootspraak. “Ik kan er de echte topsnelheid in brengen nadat de eerste man zijn best heeft gedaan. Nummer drie moet dan ons werk af maken. En dat lukte dit jaar telkens uitstekend.”

Lavreysen woont met teamgenoot Nils van ’t Hoenderdaal in een nieuwbouwwoning in Apeldoorn. Niet ver van de wielerbaan in het Omnisport waar hij in oktober de Europese titel op de keirin bemachtigde. Met zijn medebewoner en nog drie à vier andere teamgenoten moet hij knokken voor de drie beschikbare olympische tickets. Als wereldkampioen op het individuele sprintnummer maakt hij alle kans op uitverkiezing. Of hij na al zijn successen op een roze wolk leeft? “Dat valt wel mee.” Harrie Lavreysen blijft met beide benen op de grond staan. Hij weet onder alle omstandigheden steeds beter de rust te bewaren. Of hij spijt heeft van zijn door een schouderblessure destijds noodgedwongen overstap van de BMX naar de baanfiets? “Nu heb ik echt een passie voor het baanwielrennen. Ik vind dat een mooiere sport, deels natuurlijk ook door mijn succes. Ik geniet er echt van.” De fietscross en het baanwielrennen zijn twee totaal verschillende sporten met wel één ding gemeen. Zijn explosiviteit heeft Lavreysen vooral aan de BMX in zijn Luyksgestelse jeugdjaren bij De Durtrappers te danken. Soms heeft hij nog wel wat last van de ernstige schouderblessure die hij als fietscrosser opliep. “Nu probeer ik mijn schouderpartij steeds sterker te maken om in Tokio de puntjes op de i te kunnen zetten.”

Tussen Kerstmis en Nieuwjaar stond voor Lavreysen eerst het NK baanwielrennen in Alkmaar op het programma. Vervolgens ging hij in de eerste week van 2020 tijdens de Rotterdamse Zesdaagse in het sprinttoernooi van start. Daar vestigde hij vorig seizoen een nieuw baanrecord. “Dat record staat erg scherp, dus wordt het moeilijk om het te gaan verbeteren,” aldus de Luyksgestelse krachtpatser een paar weken eerder. Zowel het NK als het sprinttoernooi in Ahoy waren voor hem mooie tussendoortjes zonder er alles uit te moeten persen. Maar met zo’n grote publieke belangstelling viel het voor de wereldkampioen sprint  niet mee om zich in te houden. Nadat Lavreysen al de snelste was in de kwalificatietijdrit over 200 meter, versloeg hij in de Sprint Finals zijn grootste concurrent Jeffrey Hoogland. Met 9.906 evenaarde hij zijn record van begin vorig jaar op de 200 meter. De WK in Berlijn (26 februari tot 1 maart) zijn het volgende doel van de Luyksgestelnaar. Maar de Olympische Spelen zijn dit jaar toch wel zijn hoofdproject. Met uitstapjes naar Portugal (enkele weken training) en het Zwitserse Grenchen bereidt Lavreysen zich met de baanploeg verder voor op Tokio. 

 

P.S. En alsof het nog niet snel genoeg was liet Lavreysen op de laatste avond van de Rotterdamse sixdays nog gauw even een nieuw baanrecord noteren. De krachtpatser uit Luyksgestel zette een ongeëvenaarde tijd neer: 9.852!!

https://www.facebook.com/harrielavreysen/videos/723760444827191/?epa=SEARCH_BOX

 

2005 Wintelre Gerben de Knegt overtuigend winnaar mountainbikerace

 

 

 

In 2005 is Gerben de Knegt in Wintelre te sterk voor Limburger Sjef Klerken en Reuselse Bart Dirkx (foto Theo van Sambeek)

 

 

 

Het Wielercomité Wintelre viert in 2005 tijdens de jaarlijkse kermis haar 25-jarig jubileum en wordt meteen getrakteerd op de mooiste kermisdagen ooit. De speciaal genodigde sponsors sluiten aan op de volle terrassen langs het parcours. Het is een heerlijke mountainbikeavond. Na 16 kermiskoersen is door een teruglopende belangstelling van de wegrenners in 1997 besloten om een race voor mountainbikers te organiseren. Nu wordt op dinsdagavond voor de negende keer in successie een mountainbikerace verreden. In dit jubileumjaar verwelkomt de organisatie weer renners uit alle windstreken van Nederland. Zij krijgen een ander programma voorgeschoteld dan in voorgaande jaren. Werd door de wedstrijdbikers eerder in een tweetal series gestreden om een plekje in de finale, nu is er één grote wedstrijd waarin iedereen rechtstreeks met elkaar voor de ereprijzen kan strijden gedurende 50 minuten en één ronde.

 

Om half zes klinkt het startschot voor de Wintelrese bikers. De plaatselijke favoriet Jeroen van Ham neemt meteen de koppositie en bouwt zijn voorsprong uit om uiteindelijk de winnaar te worden van de ‘Willie van de Ven’-wisseltrofee. De strijd om de andere podiumplaatsen gaat tussen Toon van Hout en Henri Swaanen. In de laatste ronde laat eerstgenoemde duidelijk zien de sterkste  van die twee te zijn. De aanwezige funbikers hebben hun wekelijkse trainingsavond verwisseld voor een alternatieve, gezellige mountainbikerace in Wintelre. De organisatie heeft bewust een paar extra hindernissen gebouwd om de funbikers optimaal te laten genieten van een leuk en technisch parcours. Als eerste finishen de juniorenbikers die drie volledige ronden rijden. Op de hoogste trede staat Corné van Kessel met naast hem Jeffrey Cox en Jeroen Aarts. De funbikers rijden in een kleurrijk lint over het parcours. Velen komen niet voor een podiumplaats maar voor een gezellige onderlinge strijd met teamgenoten. Het is een spannende strijd die na vijf ronden voor Erik Roest de hoogste ereplaats oplevert, tweede wordt Remco van der Rijke en derde Marcel van Esch. Om kwart over zeven is het de beurt aan de wedstrijdbikers. De race duurt 50 minuten + een ronde. Voor velen is het een zware wedstrijd. Alleen Gerben de Knegt lijkt geen problemen te hebben met het warme weer en het technische parcours. De coureur uit Goirle behoort in het veldrijden bij de nationale top en laat nu zien ook op de mountainbike zijn mannetje te staan. Van meet af aan neemt hij de leiding zonder dat zijn positie ooit in gevaar komt. Achter hem daarentegen volgt een spannende strijd om de overige podiumplaatsen. Sjef Klerken stelt ruim voor de finish zijn tweede plaats veilig. In een spannend gevecht om de derde plaats weet Bart Dirkx met een halve fietslengte te winnen van Tom Hoekman. Op een verdienstelijke vijfde plaats eindigt titelverdediger Wilco Verwegen. De ‘Café ’t Centrum’- wisselbokaal mag Gerben de Knegt dit jaar in ontvangst nemen.

 

 

 

De uitslagen: Wedstrijdbikers: 1. Gerben de Knegt (Goirle), 2. Sjef Klerken (Baarlo), 3. Bart Dirkx (Reusel), 4. Tom Hoekman (Oldenzaal), 5. Wilco Verwegen (Volkel), 6. Dirk van Schalen (Helmond), 7. Harold van Gerven (Eersel), 8. Patrick Dekkers (Nederwetten), 9. Erik Nellen (Maasbree), 10. Leon Kuyper (Baarlo). Funbikers: 1. Erik Roest (Valkenswaard), 2. Remco van der Rijke (Heijthuijsen), 3. Marcel van Esch (Oisterwijk), 4. Walter Vosters (Reusel), 5. Bart Huygens (Bladel), 6. Harald Verhoeven (Sint Michelsgestel), 7. Ad Schriders (Vessem), 8. Appie van de Wakker (Dommelen), 9. Dirk Hageman (Bergeyk), 10. Jan Steemans (Herentals, B).

 

Wintelrese deelnemers: 1. Jeroen van Ham, 2. Henri Swaanen, 3. Toon van Hout.

 

Jeugd 12 t/m 15 jaar: 1. Corné van Kessel (Veldhoven), 2. Jeffrey Cox (Valkenswaard), 3. Jeroen Aarts (Riethoven). 

 

2004 Steensel Winst voor Kenny van Hummel en Roxane Knetemann 

 

In een tropisch Steensel vond maandag de 23ste editie van de jaarlijkse kermiswielerronde plaats. In zeven categorieën, verdeeld over vijf wedstrijden, werd weer een middag en een avond lang gestreden voor een rijke premiebuit en dito prijzen. Kenny van Hummel, eerder dit jaar al succesvol in Hapert, klopte zijn Westerhovense vluchtmakker Roy de Waal in de elite- en beloftenkoers. Met de Gelderlander kreeg de Steenselse organisatie opnieuw een klinkende naam op de erelijst. Op zijn beurt deed Van Hummel goede zaken in het Rabobank/Kempenpers-klassement dat nog steeds wordt aangevoerd door Jurgen van Pelt. De overige winnaars waren Remco Broers bij de nieuwelingen, Jeroen Rovers bij de amateurs-A, Jan Mikkers bij de junioren en Roxane Knetemann die in de wedstrijd voor junior-vrouwen en nieuwelingen-meisjes haar trilogie in Steensel voltooide. 

 

(door Piet Gijsbers, foto Theo van Sambeek) 

 

Toen de zon haar verzengende stralen al lang en breed over het kermisvierende dorp had uitgestrooid was het kort na het middaguur allereerst aan de nieuwelingen de beurt om zich op het pittige Steenselse parcours met elkaar te meten. De 15- en 16-jarige coureurs hadden toen echt al last van de hitte, getuige de eindtijd die zij scoorden. Remco Broers uit Maartensdijk, zoon van good-old Johnny die al herhaaldelijk in de Steenselse kermisronde triomfeerde, won de groepssprint na 40 kilometer en ruim een uur koers. Vervolgens liet Roxane Knetemann in de wedstrijd voor nieuwelingenmeisjes en juniorvrouwen zien dat zij niet voor niets in de nationale ploeg is opgenomen die ons land op grote kampioenschappen mag vertegenwoordigen. In het gezelschap van leeftijdgenote Liesbeth Bakker, boerendochter van oud-coureur Nanno Bakker uit Wieringerwerf, en Maxime Groenewegen uit Amsterdam, ook al een telg uit een bekend wielergeslacht, ging zij uit het peloton aan de haal. In de eindsprint met drie bezorgde de 17-jarige renster uit Krommenie zichzelf voor de derde keer op rij de eindzege in Steensel. Een kleine smet op het geheel was de opgave van Boukje Doedee die bevangen door de hitte de strijd moest staken en naar het ziekenhuis werd afgevoerd. Gelukkig kon zij vroeg in de avond alweer naar het Zeeuwse land terugkeren.

 

De wedstrijd voor junioren kreeg een internationaal tintje met de deelname van een zestal renners uit Letland. Een van hen, Raitis Koroleus ontvluchtte het peloton in het gezelschap van Jan Mikkers uit Uden en Tilburger Rob Zwekars, maar kon niet voorkomen dat de twee Nederlanders hem op de eindstreep te snel af waren. Jeroen Rovers uit Breda toonde zich de snelste van de dag in de koers voor amateurs-A voordat de hoofdschotel van het wielerprogramma werd opgediend in de vorm van de gebruikelijke avondwedstrijd met eliterenners en beloften. 

 

Opsteker 

 

Terwijl broer Jan zich bij de wedstrijdjury kwam verontschuldigen voor het feit dat hij te laat in Steensel was gearriveerd, liet Reuselse Bart Dirkx zich al vroeg in de wedstrijd op het voorplan opmerken. In de eerste premiesprint trok hij aan het langste eind. Even leek het erop dat Jurgen van Pelt, de royale leider in het Rabobank/Kempenpers-klassement, zich ging richten op de leidersprijs, een mooie financiële opsteker voor de renner die op deze zomeravond het vaakst zijn wiel als eerste over de streep duwde. Maar zelfs een shirt zonder mouwen kon de Gerwenaar niet aan voldoende frisse lucht helpen om dat plan te verwezenlijken. Bij elke ontsnappingspoging kleefden een paar coureurs aan zijn achterwiel. Ook Kenny van Hummel, Ralf Hamers, Paul van den Akker, Roy de Waal en Piet Rooijakkers moesten tot halfkoers het vruchteloze van hun pogingen inzien. Met nog 24 ronden voor de wielen - Roy de Waal was intussen Jurgen van Pelt tot op een paar punten genaderd voor de leidersprijs - ging de Westerhovense eerstejaarsbelofte in de aanval. Van Hummel zag wel wat in die nieuwe poging van De Waal. “Ik wist dat Roy goed reed, dus toen hij nog eens extra aanzette wist ik wat me te doen stond,” zou hij later verklaren. Met zijn tweeën bouwden de leiders gestaag aan een groter wordende voorsprong op het resterende peloton van een twintigtal coureurs. In die groep werd geen verdere ontsnapping getolereerd. Ook Joost van Leijen, de Tempo/BMV-man die als een van Nederlands talentvolle jonge coureurs mag worden beschouwd, kreeg geen vrijheid. De slimme Van Hummel greep onderweg de meeste punten in de tussensprints voor het Rabobank/Kempenpers-klassement. De Waal bezorgde zichzelf de leidersprijs. Pas in de slotfase slaagden enkele renners erin de achterstand iets te verkleinen. Joost van Leijen greep alsnog de derde podiumplaats. Intussen had Kenny van Hummel zich in de slotronde van zijn medevluchter ontdaan en kon al in de finishstraat met de armen in de hoogte de laatste honderd meter naar de eindstreep voltooien.  

 

Strijdlust 

 

”Ik heb aan Roy deze avond een goeie maat gehad,” waren de eerste woorden uit de mond van de winnaar tegen microfonist Jan Peeters nadat hij door een joelende supportersmeisjesgroep was verwelkomd. Dezelfde groep had vervolgens een even groot applaus over voor Westerhovense Roy toen bekend werd gemaakt dat die ook nog een extra prijs voor de meeste strijdlust in de wacht had gesleept. Wat een bepaald parcours voor een renner kan betekenen werd vervolgens door De Waal geëtaleerd.  “Ik wou hier, na mijn overwinning van vorig jaar bij de junioren, perse weer goed rijden,” vertelde hij. Kenny van Hummel was behalve met zijn zege, opnieuw in de buurt van zijn vriendin Katrien Lathouwers uit Eersel, ook in zijn nopjes met de behaalde puntenwinst in het Rabobank/Kempenpers-klassement. “Ik zag deze week dat ik vierde stond in de tussenstand. Dan ga je jezelf er toch serieus op richten. Het zal van mijn verdere programma afhangen of ik ook nog de wedstrijden in Veldhoven en Bladel rijd,” vertelde de 21-jarige winnaar. Binnenkort hoop ik een paar wedstrijden tegen professionals te rijden. Hoewel het tegenwoordig wel moeilijk is om de opstap naar de profs te maken, wil ik dat toch op niet al te lange termijn gaan proberen.” 

 

De uitslagen in Steensel:

 

Nieuwelingen: 1 Remco Broers Maartensdijk 40 km in 1.02.18, 2 Pim Ligthart Twisk, 3 Patrick Ruckert Volendam, 4 Glenn van Gool Ridderkerk, 5 Jeff Vermeulen Rotterdam, 6 Dennis van Gaveren Nijverdal, 7 Jan van Veen Naaldwijk, 8 Peter Vissers Hooge Zwaluwe, 9 Tim Aalders Dordrecht, 10 Norbert van Hoof Eersel, 12 Bas van Gerwen Duizel.

 

Juniorvrouwen/nieuwelingenmeisjes: 1 Roxane Knetemann Krommenie 50 km in 1.09.59, 2 Maxime Groenewegen Amsterdam, 3 Liesbeth Bakker Wieringerwerf, 4 Esther Lommers Dordrecht 1.10.14, 5 Silke Kogelman Lemelerveld, 6 Suzanne van Veen Naaldwijk, 7 Berdienke Paus Haaksbergen, 8 Hannah Welter Loosdrecht, 9 Anouk Ligthart Twisk, 10 Sofie van Horik Heukelum, 12 Eefje Tabak Bergeijk.

 

Junioren: 1 Jan Mikkers Uden 60 km in 1.21.30, 2 Rob Zwekars Tilburg, 3 Raitis Koroleus Riga (Letland), 4 Marco Brus Schijndel 1.22.00, 5 Patrick Kos Zuid-Scharwoude, 6 Steven Kruijswijk Nuenen, 7 Daniels Ernestovskis Riga (Letland), 8 Giancarlo Brand Oud-Beijerland, 9 Rik Goofers Baarlo, 10 Rairis Ritums Dobele (Letland).

 

Amateurs-A: 1 Jeroen Rovers Breda, 2 John van Nistelrooij Berlicum, 3 Harrie Geeris Geldrop, 4 Peter van Dam Eindhoven, 5 Joost van Hest ’s Gravenmoer, 6 Ronald Roos Hoogstraten (B), 7 Eddy Hermsen Ochten, 8 Wim van Tuyl Gameren, 9 Mark van den Boomen Bladel, 10 Wil van Gestel Veldhoven.

 

Elite/Beloften: 1 Kenny van Hummel Elden, 2 Roy de Waal Westerhoven, 3 Joost van Leijen Ewijk, 4 Paul van den Akker Eindhoven, 5 Jurgen van Pelt Gerwen, 6 Ralf Hamers Schijndel, 7 Niels Hamers Weert, 8 Dirk Bellemakers Luyksgestel,

 

9 Pieter Israel Kruiningen, 10 Bob Verkooijen Chaam, 17 Bram van Rijswijk Hapert, 20 Bart Dirkx Reusel.

 

Rabobank/Kempenpers-klassement na Steensel: 1 Jurgen van Pelt 203 p., 2 Paul van den Akker 184 p., 3 Kenny van Hummel 146 p., 4 Ferdi van Katwijk Oploo 127 p., 5 Niels Hamers 125 p., 6 Bob Verkooijen 123 p., 7 Jos van Veldhoven Dommelen 123 p., 8 Ralf Hamers 122 p., 9 Roy de Waal 102 p., 10 Bart Dirkx 101 p.

 

1984 Hapert Jan Peels Zuid-Oost Brabants districtskampioen

 

Bergeijkse Jan Peels verslaat Jannes Slendebroek (Geldrop) en Harrie Geeris (Eindhoven) voor de Zuid-Oost Brabantse amateurdistrictstitel in 1984 (Foto Henk van Dorenmalen) 

 

 

 

Bergeijk blijft in de wielersport in het Zuid-Oost Brabant van 1984 de trom mee roeren. Na de titel die nieuweling Anthony Theus vorig jaar in Erp bemachtigde, zorgde diezelfde jonge Bergeijkenaar in Hapert bijna voor een herhaling. Jan van Moorsel uit Boekel was de enige die hem nu voorbleef, zodat voor Theus in de titelstrijd het zilver restte. Nog beter bracht dorpsgenoot Jan Peels het er in Hapert af. In de amateurwedstrijd waarin vooral in de slotfase veel getalenteerde Oost-Brabanders aan elkaar gewaagd bleken, behaalde Peels zijn eerste seizoenzege. De Hapertse Supportersvereniging organiseerde de wedstrijden voortreffelijk met steun van Wielerclub Het Zuiden uit Eindhoven. In de jonge Bergeijkse amateur kreeg de organisatie een waardige vervanger van Valkenswaardse Hans Daams die de gouden medaille twee jaar eerder op de districtstitelstrijd in Hapert veroverde. 

 

Jammer voor de organisatoren werkten de weergoden niet bepaald mee aan het volledig slagen van het wielerfestijn. Maar toen in het verloop van de amateurwedstrijd de parapluis konden worden opgeborgen, was er voor de wel aanwezige toeschouwers te genieten van een zinderende strijd om de titel. Eerst namen titelverdediger Marc Manders, Jannes Slendebroek en John Bogers een royale voorsprong. Tot een lekke band van Slendebroek het ritme bij de drie leiders stokte. Achtereenvolgens voegden zich Hans Daams, Frank Moons en daarna ook Hans Baudoin in het gezelschap van Jan Peels, Berry Zoontjens, Huub Kools, Theo Tuit en Henk Hoppenbrouwers bij het leidende trio. Niet lang daarna sloot onder impuls van Rogier Lemmens, Cor van Dijk en Ad Hoezen ook het restant van de hoofdmacht bij de leiders aan. De strijd kon van voren af aan beginnen. Jan Peels rook zijn kans en demarreerde, kreeg gezelschap van de bijzonder sterk acterende Slendebroek en van de steeds sterker voor de dag komende Harrie Geeris. De drie bleven in de laatste drie omlopen uit de greep van de achtervolgers. In de eindsprint klopte Peels met gering verschil zijn TWC De Kempen clubgenoot Slendebroek. Vooraf had wethouder van Sportzaken Van de Zande ook al een streekrenner kunnen huldigen als winnaar bij de junioren in de persoon van Tempo-renner John van de Akker uit Veldhoven.

 

De uitslagen in het kort:

 

Liefhebbers/veteranen: 1 L. Godefrooy (Eindhoven), 2 C. Vriens (Helmond), 3 A. Pieters (Eindhoven).

 

Nieuwelingen: 1 J. van Moorsel (Boekel), 2 A. Theus (Bergeijk), 3 M. Leenderts (Best).

 

Junioren: 1 J. v.d. Akker (Veldhoven), 2 P. van Oirschot (Hilvarenbeek), 3 T. Borgers (Eindhoven), 4 E. Welten (Moergestel), 5 P. Coone (Eindhoven).

 

Amateurs: 1. J. Peels (Bergeijk), 2 J. Slendebroek (Geldrop), 3 H. Geeris (Eindhoven), 4 H. Daams (Valkenswaard), 5 F. Moons (Helmond). 

 

1997 Luyksgestel Herold Dat op herhaling en tijdritzege Leontien van Moorsel

 

(Foto Theo van Sambeek, tekst Piet Gijsbers)

 

Met een laatste krachtsinspanning sprintte Herold Dat zich maan­dag in de avondschemering naar zijn zesde zege van het lopende wegseizoen. In de Luyksgestelse Dorpsstraat moest zelfs Anthony Theus na de snel gereden kermiskoers het onder­spit delven tegen de ieder jaar sterker wordende amateur uit Lierop. Voor Dat betekende de zege een herhaling van de over­winning die hij vorig jaar in het grensdorp behaalde. In het damespeloton deed Leontien van Moorsel zich als in haar beste jaren gelden. Eerst schreef zij de individuele tijdrit met royale voorsprong op haar naam. Om vervolgens in het criterium Anouska van der Zee naar voren te loodsen. De ploeg­genote van de ex-wereldkampioene maakte het karwei vakkundig af. Van Moorsel zelf liet zich in de leiderstrui van het VKS-klasse­ment hullen. 

 

Een dag nadat zij op de muur van Wageningen geklopt was door Debby Mansveld uit de nationale oranjeselectie stelde Leontien van Moorsel hoogst persoonlijk in Luyksgestel orde op zaken. Mansveld, het frêle renstertje uit Drenthe, moest in de indi­viduele tijdrit op het Pilis-parcours veertien seconden prijs geven aan van Moorsel. De Belgische Linda Troyekens eindigde als derde ruim een halve minuut achter de tegenwoor­dig in Rotterdam wonende Boekel­se. Die trok zich weinig aan van de concurrentie van vijf oranje-rensters die onder meer werden gadegeslagen door bondscoach Piet Hoekstra. Ook drie aanwezige Russinnen moesten capitule­ren voor de overmacht die van Moor­sel met haar ploeg ten toon spreidde. Ook in het criterium liet het team van asbestsaneerder Van Kasteren zich de zege niet ontfutselen. De snelle Van der Zee bleef Ghita Beltman en de winnares van vorig jaar Angela Hillenga de baas in de eindsprint. Voor Debby Mansveld resteerde de vierde prijs, van Moorsel zelf werd zevende.

 

Tussendoor toonde Arno Wallaard uit Noordeloos zich de beste junior van de dag. Hij klopte Eric van Leijen uit Ewijk en de Drenth Marco Bos. Ad Rijkers uit Hapert en Bergeijkse Coen Loos reden zich als streekrenners bij de eerste tien in de uitslag. 

 

Leermeester

 

De avondwedstrijd was traditioneel voorbehouden aan de elite- en neo-ama­teurs. Onder grote publieke belangstelling legden die er vanaf het begin flink de zweep over. Het ren­nersveld was er dan ook naar. Tal van geroutineerde amateurs en enkele ex-beroepsren­ners maakten de koers hard. Martin van Steen uit Dongen ging vrijwel van meet af aan in de aanval. De eerste klassements­premie over drie ronden zorgde voor een afscheiding in het veld. Peep Mikli, een Est die al een paar jaar in Neder­land verblijft, trok de eerste vijftig gulden naar zich toe. Van Steen en Herold Dat moesten zich met de andere helft van het eerste te vergeven honderdje tevreden stellen. Anthony Theus zag het gevaar aankomen en sprong met Schijndelnaar Niels Hamers naar de kop van het veld toe. Met hun vijven voorop bouwden de leiders langzaam maar zeker een veilige voorsprong op. Tien andere vermetele coureurs onder aanvoering van Omloop der Kempen-winnaar Rudi Kemna moesten zich in het verdere verloop van de koers tot achtervolgen beperken, maar hadden de genoeg­doening tot einde koers uit de greep van het peloton te blij­ven. De plaatselijke man Stefan Willems pas­seerde met opgeheven vingertje keurig als zevende de finish.

 

De apotheose van de wedstrijd bestond uit een denderende eindsprint van de vijf leiders in de lange Dorpsstraat. Hamers  opende met een verrassingsaanval. Dat en Theus wisten die nog te pareren. In een aaneengesloten woordenstroom deed de win­naar vervolgens voor de microfoon van Jan Peeters uit de doeken hoe hij de zege naar zich toe had getrokken. Een licht teleurgestelde Theus moest ruiterlijk toegeven dat Herold Dat op de Luyksgestelse kermismaandag gewoon het beste werk had afgeleverd in de slotfase van de koers. En wat zei Dat? "Wat is er mooier dan in een echte tweestrijd je eigen leermeester te kunnen kloppen."  

 

De uitslagen in Luyksgestel:

 

Junioren:

 

1 Arno Wallaard Noordeloos, 2 Eric van Leijen Ewijk, 3 Marco Bos Roden, 4 Cor Wirken Eindhoven, 5 Wiland van Gils Schijn­del, 6 Tjitte den Hoedt Ridderkerk, 7 Dennis Kools Baarle-Nassau, 8 Ad Rijkers Hapert, 9 Harmen van Hasselt Hasselt, 10 Coen Loos Bergeijk, 15 John van der Linden Veldho­ven, 16 Joep Basten Hapert.

 

Dames tijdrit:

 

1 Leontien van Moorsel Rotterdam, 2 Debby Mansveld Gas­selter­nijveen, 3 Linda Troyekens Merelbeke (B), 4 Sandra Rombouts Rijsbergen, 5 Chantal Beltman Tilburg, 6 Zinaioda Mikhailova Rusland, 7 Janneke Vos Kockengen, 8 Petra Sweertman Scheemda, 9 Ghita Beltman Utrecht, 10 Fanny Wekema Roden.

 

Dames criterium:

 

1 Anouska van der Zee Vleuten, 2 Githa Belt­man, 3 Angela Hillenga Finsterwolde, 4 Debby Mans­veld, 5 Angela Smoorenburg Langeraar, 6 Janneke Vos, 7 Leon­tien van Moorsel, 8 Fanny Wekema, 9 Patricia Hermes Liempde, 10 Saskia de Vries Rotter­dam.

 

Amateurs:

 

1 Herold Dat Lierop, 2 Anthony Theus Berge­ijk, 3 Niels Hamers Schijndel, 4 Peep Mikli Barneveld, 5 Martin van Steen Dongen, 6 Michel Stobbelaar Uden, 7 Stefan Willems Luyksge­stel, 8 Paul van Schalen Helmond, 9 Rudie Kemna Deur­ningen, 10 Marcel Boudewijns Gerwen, 11 Robin Veen Houten, 12 Bart Bos­mans Lommel (B), 13 Martien Maton Bladel, 14 Wobke van de Kieboom Leiden, 15 Luke Mauritsen Durage (USA).

 

Tussenstand Rabobank/Kempen Pers-klassement:

 

1 Robert Regeling Veldhoven 55 p., 2 Johan van Grootel Veldho­ven 51 p., 3 Mar­tien Maton Bladel 51 p., 4 Erik Keeris Veldho­ven 49 p., 5 Joost van Hest Goirle 46 p., 6 Herold Dat Lierop 46 p., 7 Dennis Kroonen Bladel 45 p., 8 Pascal van Bussel Ommel 42 p., 9 Marcel Boudewijns Gerwen 40 p., 10 Remco Boonstoppel Leiden 38 p. 

 

1996 Steensel Steven Rooks wint dernykoers in jubileumkermisronde 

 

Voor het eerst had Steensel derny-wedstrijden. Veertien ex-profs, bij wie oud-wereldkampioen Harm Ottenbros, bepaalden in twee series en een finale wie de sterk­ste van de dag was. Gelukkig regende het weinig gedurende dat onderdeel van het lijvige wielerprogramma. Maar toch was het wegdek niet droog genoeg om de vooraf ingeschatte snelheden te benaderen. De ex-profs maakten niettemin met steeds wisselende posities een spectaculaire show van de derny-koers. Uiteindelijk bleek het leeftijdsverschil bepalend voor de strijd om de ereplaatsen. Steven Rooks en Henk Baars, de jongsten van het stel, duel­leerden om de zege. Jan van Kat­wijk, 50 jaar inmiddels, liet zich als derde huldigen.

 

(Tekst Piet Gijsbers, Foto Theo van Sambeek) 

 

Regen of niet, de kermisronde van Steensel kan niet kapot. Dat bleek maandag eens te meer. Vooral de avondwedstrijden trokken veel publiek. Aan het einde van de amateurkoers was de finish­straat aan weerszijden door twee dichte hagen van toeschouwers met para­plu's omzoomd.

 

's Middags troffen de jongste coureurs het ook al niet in Steensel. De hemelsluizen werden bij tijd en wijle opengezet. Het wedstrijdverloop werd daardoor flink beïnvloed. De nieuwe­lingenwedstrijd werd van begin af aan een afvalkoers waarin Jelle van Groezen uit Waspik tenslotte aan het langste eind trok vóór Hans Dekkers uit Eindhoven. Natasja Berkhout uit Schipluiden toonde zich de sterkste junior-dame en Tjitte den Hoedt uit Ridderkerk won de juniorenwedstrijd. Voor Cor Wir­ken, een toonaangevende renner uit het Zuid­oostbrabantse district, eindigde de juniorenkoers in een desillusie. De jonge Eindhovenaar schoof na een sterke achtervolging op twee leiders, onder­weg naar de zege, in de laatste bocht op het natte wegdek onderuit. Gelukkig zonder veel erg, maar ook zonder zegebloemen. 

 

Strijdlust

 

Voor de tweede opeenvolgende keer toonde Herold Dat zich maandagavond de sterkste elite-amateur in de kermisronde van Steensel. De renner uit Lierop heeft daarmee de spanning aan de kop van het Rabobank/Kempen Pers-klassement helemaal terug gebracht. Dat heeft met zijn zege de achterstand op leider Antho­ny Theus uit Bergeijk, die volgend seizoen van ploeg verwis­selt, tot acht punten verminderd. De machtsstrijd tussen de twee ploeggenoten wordt in de finalewedstrijd op zondag 25 augustus in Veldhoven-Dorp beslist.

 

Zou er in de amateurwedstrijd een prijs aan de strijdlustigste renner zijn toebedeeld, dan was die bij Robert Regeling te­recht gekomen. Vanaf de start ging de Veldhovense neo-amateur in de aanval en nam meer dan een halve minuut voorsprong. Pas halfkoers, na 38 kilometer, slaagde een achtervolgende groep erin Regeling bij te benen. Die had inmiddels het leeuwendeel van de vetste premies voor zich opgeëist en zich al verzekerd van de leidersprijs. Zijn Steenselse avond kon niet meer stuk. Alsof het nog niet genoeg was ging de jonge Veldhovenaar in de laatste acht ronden opnieuw mee in de aanval toen Mario Gutte en Herold Dat de kopgroep van acht man uiteen reden. De eind­sprint met drie leverde Herold Dat de negende overwinning van het seizoen op. De renner uit Lierop bracht daarmee zijn achterstand in het Rabobank/Kempen Pers-klassement op Anthony Theus, die de finish niet haalde, tot minimale proporties terug.

 

In Steensel zorgde oud-rocker Peter Koelewijn op de van hem bekende wijze voor een muzika­le afsluiting van de jaarlijkse wielersporthappening.   

 

De uitslagen:

 

Recreatierenners: 1 Hans Dielis Valkenswaard, 2 Cor Gerritsen Middelbeers, 3 Joost Jacobs Steensel, 4 Erik van der Aa Eind­hoven, 5 Patrick Houthoofd Stiphout, 6 Erwin Rijkers Hapert.

 

Nieuwelingen: 1 Jelle van Groezen Waspik, 2 Hans Dekkers Eindhoven, 3 Jelle van Dam Leeuwarden, 4 Frank Engelen Maurik, 5 Ferdi van Katwijk Oploo.

 

Junior-dames: 1 Natasja Berkhout Schipluiden, 2 Riona van der Horst Uden, 3 Louise Verbruggen Boekel, 4 Joukje Bos IJssel­steijn, 5 Sabrina Raaymakers Eindhoven.

 

Junioren: 1 Tjitte den Hoedt Ridderkerk, 2 Jeroen Sengers Den Haag, 3 Robert van der Stelt Aalst, 4 Marvin van der Pluym Hank, 5 Erik van Leyen Ewijk.

 

Ex-profs: 1 Steven Rooks Warmenhuizen, 2 Henk Baars Diessen, 3 Jan van Katwijk Aalst-Waalre, 4 Jan Aling Bladel, 5 Fons van Katwijk Oploo, 6 John van Asten Valkenswaard, 7 Hans Daams Achel, 8 Gerard Vianen Kockengen.

 

Elite- en neo-amateurs: 1 Herold Dat Lierop, 2 Mario Gutte Oss, 3 Robert Regeling Veldhoven, 4 Joost van Hest Goirle, 5 Paul van den Akker Oss, 6 Berry Hoedemakers Eerde, 7 Norman van Hest Tilburg, 8 Gerben van de Broek Veghel, 9 Jean-Pierre Leyten Udenhout, 10 Johan van Grootel Veldhoven, 11 Jeroen Kooij Veldhoven, 12 Jeroen van Happen Maarheeze, 13 Martijn Alberts Breda, 14 Erwin Stofmeel Tilburg, 15 Sandro Bijnen Budel.

 

Tussenstand Rabobank/Kempen Pers-klassement: 1 Anthony Theus Bergeijk 236 p., 2 Herold Dat 228 p., 3 Sandro Bijnen 188 p., 4 Mario Gutte 132 p., 5 Paul van Schalen Helmond 121 p., 6 Joost van Hest 111 p., 7 Marc van Grinsven Deurne 110 p., 8 Johan van Grootel 108 p., 9 Gerben van de Broek 103 p., 10 Erik Keeris Veldhoven 102 p. 

1982 Duizel Ron Snijders winnaar 'Om de Gele Trui'

 

De 25e winnaar van de Duizelse kermisronde heeft in wielerkringen een bekende naam. Ook in het Kempenland. In 1951 won Wim Snijders uit Halfweg de derde uitgave van de Omloop der Kempen. Later bracht hij de liefde voor de racefiets over op zijn zonen. Ook die mochten het succes in de sport op het smalle zadel proeven. In 1976 sprintte een van hen, zoon Ron op het circuit van Zandvoort naar de nationale titel bij de nieuwelingen. 

 

Voordat de 22-jarige Ron Snijders de Ronde ‘Om de Gele Trui’ van Duizel op zijn naam schreef, maakte hij al twee jaar lang de dienst mee uit in het Nederlandse amateurwielerpeloton. Zo won hij vorig jaar de Ronde van Drenthe en was ook in 1981 de Beste in de Ronde van West-Vlaanderen. Dit voorjaar schreef hij al de Ronde van Zuid-Holland op zijn naam en in de nationale titelstrijd in Geulle bracht hij het tot de vierde plaats. Daarmee toonde de renner die een Havo-diploma op zak heeft, maar verder werkeloos is, aan dat hij dit seizoen de vorm lang heeft weten vast te houden. Of hij zijn profambities waar kan maken moet de toekomst uitwijzen. In het rijtje gele trui winnaars van Duizel misstaat de naam Snijders zeker niet.

 

Ook de renners die op de volgende ereplaatsen beslag legden achter de ditmaal solorijdende winnaar mochten er zijn. Ploegmakker Antoon van der Steen en de winnaar van een jaar eerder Jannes Slendebroek, de in Geldrop wonende Drent, vergezelden hem bij de huldiging. Voor aanvang van de amateurkoers werden nationaal kampioen Hans Boom en Olympia Tour winnaar Gerrit Solleveld in het gezelschap van Tourcommentator Theo Koomen in een open landauer het wielerparcours rond gereden. En het in grote getale opgekomen publiek, er waren meer toeschouwers dan ooit in Duizel, reageerde weer dolenthousiast op de komst van “Dolle’ Dries van Wijhe. Een smet op de wedstrijd wierp de val waarbij thuisrijder Henk Jansen in achtervolging op een kopgroep tegen het wegdek smakte en met zwaar bovenbeenletsel in het ziekenhuis belandde. Enkele andere Kempische amateurs weerden zich opperbest in het respectabele deelnemersveld. Zij brachten het tot ereplaatsen die in het verleden zelden voor de streekrenners in Duizel waren weg gelegd.

 

In de juniorenwedstrijd slaagde Marc van Orsouw uit Oijen erin alle andere deelnemers een ronde achterstand te bezorgen. 

 

De uitslagen:

 

Junioren: 1 Marc van Orsouw (Oijen), 2 Wim Daams (Valkenswaard), 3 Frans Pulles (Eindhoven), 4 Jos van der Horst (Erp), 5 Walter van Sinten (Goirle), 6 W. Snijders (Weert), 7 John Schepers (Lieshout), 8 J. van den Broek (Lieshout), 9 L. van de Veen (Purmerend), 10 Dave Das (Bergeijk).

 

Amateurs: 1 Ron Snijders (Halfweg), 2 Antoon van der Steen (Bruinisse), 3 Jannes Slendebroek (Geldrop), 4 Teun van Vliet (Maasland), 5 Hans Daams (Valkenswaard), 6 Rinus Seuntiëns (Bladel), 7 Dries van Wijhe (Oosterwolde), 8 Harold Penson (Bladel), 9 Evert van de Pol (Oldebroek), 10 H. Rintenberg (Oldebroek), 11 Wim Jennen (Grevenbicht), 12 M. Mere (Alphen a/d Rijn), 13 Harrie Daams (Dommelen), 14 Albert Vosters (Eersel), 15 Wil van Montfoort (Lopik), 16 Reem Kok (Hazerswoude), 17 Frank Moons (Helmond), 18 A. ten Have (Elburg), 19 Wil Vermeer (Goirle), 20 Peter Damen (Drunen). 

 

Op de foto de eerste drie amateurs die in de 25e Ronde ‘Om de Gele Trui’ van Duizel worden gehuldigd in het bijzijn van Tourcommentator Theo Koomen (Foto Peter Smulders)

 

 

2005 Eindhoven Dubbel wielerfeest: ProTour ploegentijdrit en finish Ster Elektrotoer 

 

Foto's Theo van Sambeek, tekst Piet Gijsbers

 

Voor de wielerliefhebbers kan het komend weekend niet op in Eindhoven en omgeving. Twee opeenvolgende dagen komen de sterkste profwielrenners van de wereld bezit nemen van het verkeersnet in en om de stad. Na vier dagen wedstrijd finishen zaterdag 18 juni de renners in de Ster Elektrotoer aan het Stadhuisplein. En zondag 19 juni is op diezelfde locatie start en finish van de ProTour Time Trial, de grote ploegentijdrit die deel uitmaakt van het meest moderne wereldklassement in de wielersport.

 

De ProTour van de UCI, de internationale wielren unie, is een serie van 27 topwedstrijden met een overkoepelend klassement waaraan de twintig beste ploegen van de wereld mogen deelnemen. De Protour mag dan ook worden beschouwd als de Formule 1 van de wielersport. De ploegentijdrit die in Eindhoven wordt gereden, wordt door de grote wielerploegen aangegrepen als een van de laatste tests voor een soortgelijke krachtproef in de Tour de France. Graag had de organisatie in de ploegentijdrit evenals in de Tour negen renners per ploeg aan de start gekregen. “Tot het laatste moment hebben we onze zaak verdedigd”, aldus Gerry van Gerwen, de wielermakelaar uit Sint Oedenrode die het deelnemersveld contracteert. “We wilden acht of negen renners om er een echte ultieme test naar de ploegentijdrit in de Tour de France van te maken, maar we zijn op een veto van de ploegleiders gebotst. Zij wilden ploegen van niet meer dan zes renners. De UCI heeft de knoop in hun voordeel doorgehakt.” Het neemt niet weg dat er op de wegen in en rond Eindhoven een verwoede strijd om de punten van het wereldklassement geleverd gaat worden. Om de vier minuten zal zondag vanaf 14.00 uur een ploeg starten. Een ploegentijdrit eist een maximum aan discipline. Belangrijk is dat de renners in de juiste volgorde achter elkaar rijden en dat de sterkere renner rekening houdt met de zwakkere. In de Tour ligt het recordgemiddelde in een ploegentijdrit rond 55 kilometer per uur. Met deze snelheid razen de renners met hun geavanceerde materiaal ook over het parcours rond Eindhoven. Het is niet de eerste keer dat de stad het middelpunt is van een grote internationale tijdrit. Eind jaren tachtig en begin jaren negentig werd de Grand Prix de la Liberation verreden. Die internationale ploegentijdrit met deelname van alle grote profploegen telde mee in het klassement van de Coupe du Monde, de wereldbeker voor professionals. Een overweldigend aantal toeschouwers langs het parcours en vele duizenden kijkers voor de buis konden in die jaren genieten van een tot de verbeelding sprekend evenement. Op 16 september 1990 raffelde de PDM ploeg de tijdrit van 88,1 kilometer met een gemiddelde van 52,37 kilometer per uur het snelste af. Vooral Erik Breukink maakte toen grote indruk. Nu geeft hijzelf zijn instructies aan de enige deelnemende ploeg uit Nederland, die van Rabobank. 

 

Parcours 

 

Gedurende de Pro Tour Eindhoven - Team Time Trial bevindt het Parc Fermee zich in het Beursgebouw. Van daaruit vertrekken de ploegen naar de Markt voor de ploegenpresentatie. Na deze presentatie volgt de officiële start op het Stadhuisplein. De ploegentijdrit voert de renners van het Stadhuisplein via de Fellenoord en Eisenhowerlaan over de A270 richting het centrum van Helmond. Daar bevindt zich op de Kasteeltraverse het eerste keerpunt. Dan nemen de renners dezelfde weg terug. Vervolgens rijden ze via de Veldmaarschalk Montgomerylaan naar de Huizingalaan, Marathonloop en de Boschdijk richting Best naar het derde en laatste keerpunt. De ploegen rijden vanaf hier dezelfde weg terug om uiteindelijk weer op het Stadhuisplein te finishen. Voor extra sfeer zorgt de bijzondere mogelijkheid om de hele dag live de ploegcommunicatie te volgen. Voor de kijkers langs het parcours is de live timing op elke ploegleiderswagen zeer interessant, net als de vele time spots op het parcours. Van seconde tot seconde blijft iedereen zo op de hoogte van de laatste ontwikkelingen. Op de keerpunten en bij de start/finish staan schermen waarop live de starts van alle ploegen te zien zijn, met allerlei interviews tussendoor. De UCI wil Eindhoven als voorbeeld stellen voor de andere organisatoren van de Pro Tour. Al die organisatoren zijn uitgenodigd om in Nederland te komen kijken naar de uitstraling van het evenement. Daarom ziet de UCI nauwlettend toe op de aankleding van start- en aankomstzone, van het erepodium en van het hele parcours. En vanaf volgend jaar zou het overal zo moeten zijn. Op zaterdag 18 juni verkennen de renners om 17.30 uur onder politiebegeleiding het parcours. Zondagochtend kunnen ze van 8.30 tot 10.15 uur trainen op het dan autovrije parcours. Om 14.00 uur start de eerste ploeg voor de officiële wedstrijd, de laatste om 15.36 uur. 

 

Koen de Kort uit Liempde weet wat tijdrijden inhoudt. Hij is een zeer goede tijdrijder. Vorig jaar zegevierde hij met Thomas Dekker in de Grote Prijs Eddy Merckx, een koppeltijdrit met bijzonder sterke deelname. De Kort start nu voor de Spaanse ploeg Liberty Secours-Würth in de ProTour. “Een ploegentijdrit is puur afzien”, vertelt hij. “Op de lange stukken rijden we zeker wel 57 kilometer. Ik heb dan 56 op het voorblad en 11 achter. Wij rijden meestal met een enkele waaier. Dat betekent dat iemand die een tijdje de kop heeft gedaan zich helemaal laat zakken naar achteren en zo door. Je kunt ook met een dubbele waaier rijden. Dan wordt iemand die op kop rijdt eigenlijk meteen afgelost en dat gaat dan steeds zo door. Meestal kiezen we voor een enkele waaier. Maar hoe dan ook: je moet er vol tegenaan. De ploegentijdrit is een van de zwaarste onderdelen uit de wielersport!”

 

Ster Elektrotoer 

 

De Ster Elektrotoer heeft dit jaar handig ingespeeld op de publiciteit die de ProTour met zich meebrengt. De organisatoren van de Stichting Wielerbelang Schijndel, de geboorteplaats van de vierdaagse etappekoers voor professionals, zochten Eindhoven in het verleden al vaker op als start- of finishplaats voor een etappe. Zo won de Amerikaan Tyler Hamilton als debuterend beroepsrenner ooit de etappe die finishte in Eindhoven. Nu de beste profteams van de wereld verplicht worden om aan de ProTour ploegentijdrit deel te nemen, slaat een aantal ploegen twee vliegen in één klap door beide wedstrijden in dezelfde regio te combineren als voorbereiding op de Tour de France.

 

Zaterdag 18 juni finisht de Ster Elektrotoer in Eindhoven om 14.37 uur aan het Stadhuisplein op de Wal, een dag voordat de topteams er de ploegentijdrit van de ProTour zullen rijden. Met de deelname van vijf ProTour-teams steekt de Ster Elektrotoer gunstig af bij andere wedstrijden van dit kaliber. Lange tijd was er zelfs uitzicht dat dit aantal nog hoger zou zijn, maar door allerlei blessures moesten enkele teams afhaken. Door de teams van Rabobank, Gerolsteiner, Team CSC, Quickstep-Innergetic en Davitamon-Lotto worden heel wat bekende toprenners aan de start gebracht. De favorieten voor de eindzege moeten in eerste instantie bij de vijf ProTour-teams worden gezocht, hoewel ook de Continentale teams heel wat kanshebbers herbergen. Quick Step rekent niet alleen op Nick Nuyens, maar ook op Addy Engels en uiteraard Filippo Pozzato. Vorig jaar won de Italiaan een rit in de Tour. Davitamon-Lotto heeft met Christophe Brandt een ijzer in het vuur. Brandt reed een goede Giro en greep er maar net naast een etappezege. Met Jan Kuyckx, tijdrijder Bert Roesems en Tom Steels heeft dit Belgische team nog meer troeven in huis. Team CSC komt met een jonge ploeg, aangevoerd door de ervaren Lars Michaelsen. Mannen als Lars Bak en Matti Breschel mogen zeker in dit soort wedstrijden niet onderschat worden. In de Duitse Gerolsteiner-ploeg vinden we veel bekende namen terug. Marcus Fothen is de nieuwe rijzende ster in dit team. In de Giro maakte Fothen indruk en eindigde hij op de twaalfde plaats in het eindklassement. Maar ook Frank Hoj, Marco Serpellini en Marcel Strauss kunnen zomaar een greep doen naar de gele leiderstrui van Elektrotechnologie Jan van Heeswijk BV. Ook Rabobank komt met een jonge ploeg, aangevoerd door  Thomas Dekker. Met de deelname van Thomas Dekker aan de Ster Elektrotoer heeft de Rabobankploeg een kandidaat voor de eindzege in de ploeg. De nog maar 20-jarige Dekker volbracht onlangs nog met succes de Ronde van Italië. Twee jaar geleden maakte hij indruk in de Ster Elektrotoer, toen hij als amateur de proloog in Veldhoven op zijn naam schreef. Toen hij daarna ook nog de zware heuveletappe met finish in Valkenburg won was het wel duidelijk, dat Nederland in de persoon van de jonge Noord-Hollander een groot talent in huis heeft. Met hem beschikt de Rabobankploeg in ieder geval over een kandidaat voor de eindzege in de Ster Elektrotoer. 

 

P.S. Dat renners als Lance Armstrong en Jan Ullrich in de ploegentijdrit ontbraken stond al enige tijd voor de start vast. Later meldden zich ook toppers als Klöden, Vinokoerov, Julich en Giro-winnaar Savoldelli af. Volgens Gerrie van Gerwen had dat vooral te maken met het drukke programma van de ProTour. De wielermakelaar uit Sint Oedenrode kon daarmee leven. “Voor de sponsoren is de ploegentijdrit fantastisch omdat de ploeg centraal staat en niet de individuele renner. Bovendien zal de ProTour op termijn steeds exclusiever worden. De renners zullen de ploegentijdrit dus alleen maar hoger gaan inschatten.” Op de dag van de wedstrijd in Eindhoven was het zomers heet. Velen zochten het water op, zodat de grote bezoekersaantallen uitbleven. Waar gerekend was op minimaal honderdduizend toeschouwers stonden er toch altijd nog vijftigduizend wielerliefhebbers langs het parcours. In de 48,6 kilometer lange ploegentijdrit stonden toppers als Floyd Landis (Phonak), George Hincapy en Jaroslav Popovitch (Discovery Channel), Thor Hushovd en Francis Moreau (Crédit Agricole) aan de start. Bjarne Riss bracht Ivan Basso, Carlos Sastre, David Zabriskie en Kurt-Asle Arvesen, het hart van zijn Tourploeg mee naar Eindhoven. De CSC ploeg van Riss werd derde achter de winnende ploeg Gerolsteiner en Phonak. Het team Rabobank met Erik Dekker, Thomas Dekker, Rory Sutherland, Joost Posthuma, Gerben Löwik en Marc Wauters eindigde als vierde.  

2011 Eindhoven Ploegenvoorstelling van regionale wielervereniging TML Dommelstreek 

 

Een aantal renners van TML Dommelstreek werd door speaker Jan Peeters aan de tand gevoeld

 

(door Piet Gijsbers) 

 

 

Regionale Wielervereniging Trap Met Lust Dommelstreek presenteerde op woensdag 16 maart haar renners en rensters voor het seizoen 2011. Zowel de Jeugd, Junioren, Nieuwelingen, Dames, Amateurs als de Elite en Belofte categorieën stelden zich aan het wielerpubliek voor. De demonstratie ruimte van de firma Van Zelst, totaal leverancier voor werk en horeca, vormde het decor voor deze ploegenpresentie. Jan Peeters, erelid van TML Dommelstreek en speaker op deze avond, haalde via zijn uitdagende vragen het nodige uit de renners om een goede indruk van hun plannen en kansen te krijgen. 

 

Niet alleen de actieve rijders van de vereniging presenteerden maar ook werd het nieuwe tenue getoond met de logo’s van de hoofdsponsor en een aantal sub sponsoren. Aandacht werd tevens besteed aan de positieve ontwikkelingen die de vereniging zelf doormaakte sinds haar fusie een aantal jaren geleden. Enkele opmerkelijke feiten: het gaat goed met de club, een prima sfeer, blakend van zelfvertrouwen, maar ook met een uitdijend ledenbestand. Niet alleen bij de oudere renners categorieën maar vooral bij de jeugd is sprake van een mooie aanwas. Mede onder aanvoering van de jeugd commissie is de vereniging zeer actief  met de verdere uitbouw van de jeugdafdeling zoals werving en introductie van nieuwe leden, begeleiding naar wedstrijden, het beschikbaar krijgen van trainingsmateriaal, gezamenlijke uitjes en doorstroming naar de oudere categorieën. Een andere vorm van erkenning heeft de vereniging gekregen van het Baby-Dump Kempenpers Klassement. De door haar te organiseren Van Gogh Ronde van Nuenen in augustus wordt de finale wedstrijd van dit klassement in 2011. 

 

Voorbereiding op het nieuwe seizoen 

 

Natuurlijk hadden alle renners al weer de nodige trainingsarbeid in de benen, sterker nog, velen hadden zich in de cyclo cross sterk voorbereid op het komende wegseizoen. En de eerste nationale titel had men in die categorie alweer bijna in de vereniging. Het zou een mooie prolongatie zijn geweest na de Nederlandse kampioenen die de vereniging in de afgelopen jaren al had. Om maar te noemen Regina Martens, Nederlands Kampioen jeugd categorie 1 in 2008/2009, de Nederlandse kampioen Elite zonder contract 2008 Job Vissers en de actuele Nederlands kampioen 2010/2011 bij de Amateurs Mark van Grinsven. Ook droeg een succesvol trainingsweekend in Zuid-Limburg bij aan de voorbereidingen op het wegseizoen. In de eerste seizoenswedstrijden lieten de renners zich al van voren zien. Diverse eerste plaatsen waren er al weer voor Peter van den Heuvel, Marc van Grinsven, Regina Martens, Lorenzo Martens, Robin van Dartel en Marijn Renders.

 

Tijdens de ploegenpresentatie werden achttien jeugdrennertjes en rensters voor het voetlicht gehaald. Daarnaast beschikte TML Dommelstreek in het nieuwe wegseizoen over acht nieuwelingen, vijf junioren, drie dames en negen amateurs. De vaandelafdeling van de vereniging, het beloften- en eliteteam, bestond uit Brian van Goethem, Kevin Knops, Remy Rooijackers, Erik van Buijtenen, Paul Dekkers, Jeroen Hendriks, Marcel Kamsma en Erik van Stratum. De eerste doelstelling van de club was om met die ploeg het finale weekend van de nationale clubcompetitie te bereiken. Met daarin de sterkste 24 teams van Nederland. TML Dommelstreek mikt daarbij op een plaats bij de top vijf. Ook zou de nadruk dit jaar weer worden gelegd op de landelijke Beloften competitie voor renners onder 23 jaar.

 

Natuurlijk moesten de renners veelvuldig te zien zijn in de regionale criteria. De renners en hun trainers/ploegleiders Peter Dekkers en Frans van Diepen hadden al een prima opsteker gehad in de eerste seizoenwedstrijd in Oosterhout. In de Omloop Houtse Linies, een door de overvloedige koude regen loodzware klassieker, schaarden Brian van Goethem en Marcel Kamsma zich op de 5de en 6de plaats tussen de toprenners van Nederland. Er stonden in het seizoen 2011 ook een aantal buitenlandse wedstrijden op het programma, om te beginnen op 17 april met een koers in Duitsland.

 

1985 Oostelbeers John Bogers winnaar in De Drie Beerzen

  

Hans Baudoin uit Valkenswaard en Mark Manders uit Geldrop in actie; winnaar John Bogers Budel-Schoot (Tekst Piet Gijsbers, Foto Henk van Dorenmalen)

 

John Bogers, de 21-jarige amateurwielrenner uit Budel-Schoot, mag zich er dit jaar op beroemen zowel in binnen- als buitenland voor een Kempense primeur te hebben gezorgd. De renner van Gazelle die zijn Van Aarle shirt inruilde won al vroeg in het seizoen, eigen lijk al voordat er in West-Europa in wedstrijdverband gekoerst werd, de meerdaagse rittenwedstrijd aan de Catalaanse kust in Spanje. En aan die parel voegde hij zondagmiddag in de Beerzen een nieuwe zege toe in de openingswedstrijd van het Oost-Brabantse land. Om voor de hoogste plaats op het erepodium in Oostelbeers in aanmerking te komen moest hij zijn clubgenoot Hans Baudoin, bekend om zijn sterke eindschot en dit seizoen opererend in een Concorde shirt, en vier andere vroeg in vorm zijnde renners achter zich zien te houden. Met nauwelijks waarneembaar verschil klopte Bogers de favoriet geachte Valkenswaardenaar in een lange eindsprint.

 

Al vroeg in de wedstrijd over honderd kilometer was het honderdkoppige deelnemersveld van amateurs flink verbrokkeld. Binnen tien kilometer na de start speelde de harde koude wind voor scherprechter. Van de aanvankelijke achttien koprijders verloor de helft naarmate de wedstrijd vorderde aansluiting. Met name een stel jongeren die na de KNWU-leeftijdsmaatregelen al voor hun 19e verjaardag de juniorenstatus voor die van de amateurs moesten verwisselen, haakte voortijdig af. Van hen hield Rijenaar Stephan Räkers nog het langste stand vooraan. Maar in de twee laatste omlopen moest ook deze talentvolle renner, die al is opgenomen in de nationale 100 km tijdritselectie, zich gewonnen geven. Vierentwintig renners slaagden er in de volle honderd kilometer in de seizoensopener uit te rijden zonder door de koplopers te worden gedubbeld. 

 

De uitslagen:

 

Amateurs: 1 John Bogers Budel-Schoot 100 km in 2.25..00 u., 2 Hans Baudoin Valkenswaard, 3 Jan Burgmans Bergeijk, 4 Harrie Geeris Eindhoven, 5 Herman Winkel Utrecht, 6 Marc Manders Geldrop, 7 op 22 sec. Dirk van Oirschot Schijndel, 8 Kees Evers Goirle, 9 Stephan Räkers Rijen, 10 op 2.39 min. Jos Heren Breda, 11 op 3.02 Ted Kampen Veldhoven, 12 Arjan van den Dries Dongen, 13 Heinz van der Schouw Lierop, 14 Berry Zoontjens Tilburg, 15 Marco van Esch Sint Oedenrode, 16 Rik van Dongen (Dongen), 17 Rob van Deursen Weert, 18 René van IJzendoorn (Tiel), 19 Theo Tuit Valkenswaard, 20 Tini Borgers Eindhoven.

 

Junioren: 1 Marcel de Groot Lierop, 2 Michel Zanoli Wilnis, 3 Marco Piels Rosmalen, 4 Niels Boogaard Zwaag, 5 Coen Ophey Erp, 6 Leon Mutsaars Schijndel, 7 Patrick Coone Eindhoven, 8 Hans Beyer Zaandam, 9 William Berns Cuyk, 10 René Zeegers Oeffelt.

 

Nieuwelingen: 1 Huub Burgmans Bergeijk, 2 Robert van de Vin Budel-Schoot, 3 Erik van Zoelen Culemborg, 4 Henk Schuurmans Geffen, 5 Patrick Strouken Munstergeleen, 6 Richard Jansen Veldhoven, 7 T. Cuypers Susteren, 8 H. Hartman Gorinchem, 9 G. Jansen Klimmen, 10 John Burgmans Bergeijk.

 

1980 Veldhoven  Gerard Tabak en Peter Roymans heersten in de trainingsritten 

 

De kop van het wielerseizoen 1980 is er af. Hoewel de eerste officiële wedstrijd in Oost-Brabant pas voor komende zondag 2 maart op het programma staat – dan wordt in Lieshout gestreden om de districtstitels -  kan nu al geconstateerd worden dat de Kempische renners in de onbetaalde rangen hun huid in het nieuwe seizoen weer duur gaan verkopen. Want hoewel ze niet allemaal present waren in de trainingswedstrijden die op de zondagen van februari door TWC Tempo in Veldhoven werden georganiseerds, kan er toch al een duidelijke conditionele balans worden opgemaakt. 

 

(Tekst Piet Gijsbers, Foto Jos Moeskops) 

 

De trainingsritten die de Veldhovense club op een ruim parcours in de nabijheid van het PIROC achter Oerle organiseerde hebben bij de streekrenners duidelijk in een behoefte voorzien. Liefst 90 coureurs waren een keer of vaker present, zodat het bestuur van Tempo nu al vaste plannen heeft om volgend jaar voor een herhaling te zorgen. En dan met een totaalklassement over alle zondagen. Was dit er nu al geweest dan hadden Veldhovenaar Gerard Tabak, hij vooral, en Peter Roijmans uit Bladel de eindstand aangevoerd. Vier zondagen op rij toonden zij dat er komende zondag bij de titelstrijd in Lieshout terdege rekening met hen moet worden gehouden. Elke keer waren zij bij de beslissende ontsnapping betrokken. Twee keer wist Tabak de strijd in zijn voordeel te beslissen. Steeds weer was Roymans een van zijn naaste belagers. Anderen die hun neus vooraan lieten zien waren Cor Tuit (Valkenswaard), Jos Teunissen (Dommelen), Harrie Schoofs (Bladel), Hans Willekens (Zeelst) en vooral ook Mari van Oirschot uit Best. Allemaal jongens die ongesponsord aan de wedstrijden gaan deelnemen. De gesponsorde amateurs zijn dit jaar op de vingers van één hand te tellen sinds de Bossche Staalbouw en de ploeg Van de Biggelaar Meubelen uit Best er aan het eind van het vorige seizoen een streep achter zetten. Van de nog wel gesponsorde Kempenzonen lieten alleen John van Asten (de Valkenswaardenaar rijdt nog voor Jan van Erp) en René Donkers (Veldhoven) zich een keer voorin de uitslag opmerken. Laatstgenoemde rijdt dit jaar met zijn broer Hennie in de trui van de nieuwe Vughtse formatie Samello. 

 

Trainingskamp 

 

Tal van coureurs hebben in navolging van de beroepsrenners intussen al het warmere zuiden opgezocht. Steeds meer wieleramateurs gaan hiertoe over nu er de laatste jaren complete trainingskampen In Italië, Zuid-Frankrijk en Spanje tegen redelijke prijzen worden ingericht tijdens de bij ons vaak nog koudere wintermaanden. Een van hen is Duizelnaar Henri Senders, dit jaar in de kleuren van de Middelbeerse sponsor R&B Glas/Peugeot. Een ploeg die aan de weg wil timmeren in de Nederlandse klassiekers, zodat een gedegen voorbereiding nodig is. Maar of de overgang naar ons winderige klimaat meteen al in succes zal uitmonden voor de vijfvoudige winnaar van vorig jaar moet nog worden afgewacht. Eveneens voor de Middelbeerse sponsor blijft dit seizoen de neef en clubgenoot van Senders, Bladelnaar Rinus Seuntiëns rijden. Hoe het met zijn conditie gesteld is blijkt al een paar weken op rij tijdens weer andere trainingsritten in Tilburg. Daar kon alleen wereldkampioen achtervolging Bert Oosterbosch hem het nakijken geven. Dezelfde Oosterbosch was afgelopen zondag de grote animator en winnaar in Veldhoven nadat hij wegens ziekte voortijdig van de Zuid-Franse koersen moest terugkeren. Beroepsrenner Jan Aling hield zich tegen zijn gewoonte in opvallend rustig in de aanloopwedstrijden naar het grotere werk aan de Middellandse Zee. Maar wat niet is kan komen, want de nieuwe HB Bewakingstrui zal ongetwijfeld de motivatie bij de coureur uit Bladel niet hebben doen afnemen. 

 

Opening wegseizoen 

 

Diverse Kempische jongens gaan zich komende zaterdag 1 maart testen in de amateuruitgave van de befaamde Belgische openingsklassieker de Omloop van Het Volk, ook wel Gent-Gent genoemd. Daar vooral zal blijken of ze de confrontatie met de echte Nederlandse wielertop al aan kunnen. Traditiegetrouw zal er in Gent een compleet Nederlands wielerpeloton in een aparte wedstrijd aan de start verschijnen. De jongeren kunnen, zoals gemeld, alleen in Lieshout hun krachten meten met leeftijdgenoten uit de regio. In de Veldhovense trainingsritten bleek alweer de kracht van de Valkenswaardse junior Hans Daams, van Bergeijkenaar Jan Peels en ook van de Bladelse junior Jos Roymans. De nieuwelingen Harrie Daams (Bergeijk) en Rob Verbaandert (Steensel) waren eveneens in voorste lijn te vinden. Zij mogen daar ook komende zondag verwacht worden. Een klassering bij de eerste tien garandeert meteen al zowel amateurs, junioren als nieuwelingen een startpositie in de strijd om de Brabantse titels die op 4 mei in Hapert wordt betwist. En welke Kempische renner wil daar voor eigen publiek ontbreken? 

 

Uitslagen zaterdag 1 maart 1980 en zondag 2 maart 1980:

 

Omloop van Het Volk (amateurs): 1 Johnny Broers (Maartensdijk), 2 Dieter Kurzweg (Duitsland), 3 Adrie van der Poel (Hoogerheide).

 

Districtskampioenschappen Lieshout:

 

Nieuwelingen: 1 Sjef Kisters (Nuenen), 2 Gerard Renders (Nuenen), 3 G. Heestermans (Goirle), 4 R. Cloos (Tilburg), 5 A. Ketelaars (Schijndel), 6 Rob Verbaandert (Steensel), 7 John van de Weijdeven (Eindhoven) 8 J. van Erp (Lieshout), 9 J. van der Sanden (Waalre), 10 Richard van Hout (Helmond).

 

Junioren: 1 Nico Verhoeven (Berkel-Enschot), 2 Jan Peels (Bergeijk), 3 Marc Manders (Geldrop), 4 Maarten Vogels (Stiphout), 5 Hans Baudoin (Valkenswaard), 6 Jean-Paul van Poppel (Tilburg), 7 Hans Daams (Valkenswaard), 8 G. Koolen (Eindhoven), 9 Kees Evers (Goirle), 10 Frank Witlox (Eindhoven).

 

Amateurs: 1 Jac Vooijs (Tilburg), 2 Berry Zoontjens (Tilburg), 3 Johan van der Velden (Geldrop), 4 Hans Plugers (Eindhoven), 5 Theo Vriens (Helmond), 6 Frank Moons (Helmond), 7 Mari van Oirschot (Best), 8 Piet Kessels (Helmond), 9 Henri van de Nieuwenhof (Eindhoven), 10 Peter Winnen (IJsselsteijn), 11 Rini van Dijk (Someren), 12 Tonnie Gruijters (Lieshout), 13 Gerard Tabak (Veldhoven), 14 Jan van Diepen (Geldrop), 15 Mari van de Kerkhof (Mierlo-Hout), 16 M. van de Berg (Tilburg), 17 Hendri Kox (Veldhoven), 18 Joop Kaufman (Waalre), 19 Peter Roymans (Bladel), 20 Freddie Beckers (Eindhoven).

 

1985 Kempen Groenendaal, Baars en Van Bakel kijken tevreden terug 

 

Het is eind februari 1985. Voor de meest veldrijders is het wedstrijdseizoen nu afgelopen. Morgen valt in een Zwitserse cross het doek over het seizoen 1984-1985. Met de meest bekende Brabantse veldrijders, het trio Rein Groenendaal, Frank van Bakel en Henk Baars, kijken we in deze Kempische Wielerspiegel terug. Hoe hebben zij ruim vier maanden strijd op topniveau ervaren met als absolute hoogtepunten de Super Prestige wedstrijden, het nationale kampioenschap en de wereldtitelstrijd.

 

(Tekst Piet Gijsbers, foto's Henk van Dorenmalen)

 

Frank van Bakel, de in december 26 jaar geworden amateur uit Deurne, lid van TWC De Kempen Valkenswaard, vindt dat hij niet mag klagen. “Het zou mooi zijn geweest als ik voor de tweede keer nationaal kampioen was geworden. Maar belangrijker vind ik dat mijn naam nu ook internationaal grotere bekendheid heeft gekregen. In de Super Prestige (hij won dat klassement) en ook in andere buitenlandse veldritten ben ik zowat de regelmatigste amateur geweest. Dat moet volgend seizoen gaan doorwegen in de contracten. Op het WK in München heeft er zaterdag meer voor me in gezeten. Daar had ik met wat meer geluk minstens een bronzen plak kunnen veroveren. Ik heb er gewoon te veel geriskeerd, omdat ik enkel en alleen op de titel gereden heb. Bij de start stond ik op de derde rij en vanuit die positie heb ik me goed weten op te werken tot in het spoor van de latere kampioen Mike Kluge. Dat die een van de grootste kanshebbers was, werd mij een week eerder in Trier al duidelijk. Toen ik hem tot op 5 seconden genaderd was, ging ik in één ronde drie keer tegen de vlakte. Een kwestie van te veel risico’s nemen op het gladde parcours. Dat kostte me te veel seconden. De twee Zwitsers die me toen inhaalden lieten elkaar om beurten weg rijden. Daarmee hebben ze mij toen ook nog de bronzen medaille door de neus geboord.”

 

Voorlopig legt Van Bakel er even de zweep af. Maar nu al staat voor hem vast dat hij in het najaar meteen als beroepsrenner het volgende veldritseizoen in gaat. Of dat bij Skala-Gazelle is staat nu nog in het geheel niet vast.

 

(Vanaf 1986 tot en met 1989 rijdt Frank van Bakel zijn wedstrijden in het tenue van Arkel Telecommunicatie).  

 

Groenendaal 

 

Rein Groenendaal heeft naar eigen zeggen het beste seizoen uit zijn carrière achter de rug.Het leverde hem weliswaar minder zeges op dan in voorgaande jaren, maar bij de 8 overwinningen mag de besnorde coureur uit Sint Michielsgestel wel de nationale titel en de Super Prestige cross in Zillebeke rekenen. Daarnaast waren er voor hem in de SP wedstrijden een 2e, een 3e en een 4e plaats weggelegd, wat hem de 3e plaats in dat regelmatigheidklassement opleverde achter Roland Liboton en Hennie Stamsnijder. Vooral de nationale titel heeft hem veel voldoening gegeven. Eindelijk gelukte het hem een keer zijn grootste concurrent in eigen land Hennie Stamsnijder achter zich te houden.

 

“Op het besneeuwde WK-parcours in München heb ik zondag beneden mijn eigen verwachtingen gepresteerd,” zegt de Gestelse veldrijder als we naar zijn ervaringen informeren. “Toen mijn beste wedstrijdfiets door een misverstand bij de start nog in het hotel bleek te staan, raakte ik helemaal uit mijn concentratie. Je raakt verkrampt en bent jezelf niet meer op zo’n moment. Het draaide ook niet meer zoals het moest en toen ik ook nog in het afzettingslint verward raakte, kon ik de kans op een medaille wel helemaal vergeten. Nee, het parcours, ook al was het nogal glad, mag ik zeker niet de schuld geven van het minder presteren.”

 

Met ingang van het volgende crossseizoen probeert Groenendaal aan te sturen op een 2-jarig contract met zijn huidige sponsor Skala-Gazelle. Over stoppen wil de 33-jarige Gestelnaar, die in de zomer een jaartje ouder wordt, voorlopig zeker nog niet praten. “Als je nou ziet dat Thaler wereldkampioen wordt op zijn 35e, na zelfs even gestopt te zijn geweest, dan moet ik toch ook nog wel een paar jaar mee kunnen.”   

 

Baars 

 

Henk Baars, de Diessense veldrijder die met Nieuwjaar de amateurstatus verwisselde voor een profcontract bij de Panasonic-ploeg van peter Post, zette zondag in München de kroon op een voor hem alleszins succesvol seizoen. De 6e positie tussen de beste beroepsveldrijders uit Europa (elders op de wereld ziet men tot dusver nog geen brood in het geploeter door modder en sneeuw) is in overeenstemming met zijn gemiddelde prestaties in belangrijke wedstrijden over het gehele seizoen. Alleen zijn allereerste wedstrijd in Kapelle op den Bosch en de generale voor het WK in het Zwitserse Wetzikon bracht hem niet bij de eerste twintig in de uitslag. Beide keren speelde ziekte hem parten. In de vier Super Prestige crossen waaraan hij mocht deelnemen was Baars in voorste linie te vinden. Dat besneeuwde parcoursen in zijn voordeel zijn, bewees hij in de topwedstrijden van Zillebeke (4e) en Overijse (6e). In München deed hij dat nog eens over.

 

“Als de parcoursen wat glad zijn moet je wat meer risico’s nemen en dat ligt me wel. Overkomt je dan niets, dan blijft het leuk. Door één schuiver kun je al meer krampachtig gaan rijden. Achteraf gezien had er zondag nog meer in moeten zitten dan de 6e plaats, want in de laatste ronden verloor ik niets meer op de koplopers. Ik had toen niemand meer kort voor me om me op te richten, terwijl ik nog helemaal niet leeg was aan de finish.”

 

Dat Klaus-Peter Thaler wereldkampioen zou worden had ook Baars niet verwacht. Hoewel hijzelf een paar weken eerder in Moergestel kennis had gemaakt met diens opmerkelijke come-back. Daar slaagde de Diessense coureur er nog in de Duitser voor de zege af te troeven. “Hij reed daar al opzienbarend. Geloof maar dat hij de vorige zomer ook niet heeft stil gezeten.” Dat wil Henk Baars voorlopig ook niet gaan doen. Straks wil hij wat op de weg gaan trainen. Als hij mee over denkt te kunnen, gaat hij ook van start in de nationale wegtitelstrijd in het Limburgse Geulle. “Om de sponsor zo mogelijk wat extra publiciteit te bezorgen.” Voorlopig blijft zijn hart uitgaan naar het veldrijden.   

 

1992 Valkenswaard Adrie van der Poel  nationaal kampioen veldrijden

  

Adrie van der Poel verovert zijn vierde nationale titel op het NK Veldrijden 1992. Hier leidt hij op het Eurostrand in Valkenswaard de dans vóór Martin Hendriks en Henk Baars op de fiets (Fotopersbureau Het Zuiden)

 

 

 

 

Zaterdag 11 januari en zondag 12 januari 1992 valt de Stich­ting Wielerevenementen Valkenswaard de eer te beurt de nationale kampioenschappen veldrijden te organiseren. Als parcours is gekozen voor het welbekende Eurocircuit waarop 's werelds beste veldrijders dan al een zestal keren strijd hebben geleverd in een wedstrijd voor het Super Prestige klassement. De cross is doorslaggevend voor de WK selectie. Vier beroepsrenners mogen naar Leeds afreizen en voor keuzeheer Hennie Stamsnijder staat al enkele weken de keuze van Frank van Bakel muurvast. De profveldrijder uit Deurne is dit seizoen steeds de meest constante Nederlander geweest in de Super Prestige crossen. Met een schitterende zege in het Belgische Asper heeft Huub Kools uit Baarle-Nassau een week eerder eveneens zijn uitverkiezing weten af te dwingen. En in de eerste de beste veldrit waaraan hij deelnam liet ook Adri van der Poel meteen al zien dat het hem dit jaar opnieuw menens is om zich in de strijd om de regenboogtrui te gaan mengen. Tot vijfmaal toe moest hij zich met een tweede plaats in de wereldtitelstrijd tevreden stellen. Reden genoeg voor Van der Poel om zich nog eens extra schrap te zetten. De wedstrijd in Valkenswaard wordt dan ook ongemeen spannend, want behalve Van der Poel doen ook nog Dies­sense Henk Baars en Martin Hendriks uit Assen een poging om zich te kwalificeren voor Leeds. En ook good-old Rein Groe­nendaal wil zich niet al bij voorbaat laten afschrijven.

 

Een dag voordat de professionals en amateurs zich met elkaar meten legt Natascha den Ouden na 1989 en 1990 voor de derde keer beslag op de nationale titel. Achter de renster uit Galder rijden en lopen Elsbeth Vink (Wijk en Aalburg) en Nicolle Leijten (Udenhout) naar zilver en brons. 

 

Adrie van der Poel is voor het NK van 1992 al drie jaar achtereen nationaal kampioen geworden. Maar in de Super Prestige wedstrijd van Asper heeft hij een week voor de titelstrijd in Huub Kools zijn meerdere moeten erkennen. Dat werkt de publieke belangstelling in Valkenswaard in de hand. Huub Kools komt een heel eind. De coureur uit Baarle-Nassau gaat een tijdje alleen voorop rijden. Hij waagt zijn kans als Frank van Bakel (de crosser uit Deurne is vanuit het vertrek gedemarreerd) is terug gepakt. Maar ook Kools moet het antwoord schuldig blijven als Van der Poel halfkoers zijn aanval plaatst. Hij rijdt steeds verder weg bij het achtervolgende trio Kools, Baars en Van Bakel. Achter die drie rijden Martin Hendriks, Rein Groenendaal en de verrassend voor de dag komende Marc van Orsouw. Uiteindelijk legt Adrie van der Poel op zijn vierde titel beslag, Huub Kools pakt het zilver en Henk Baars wint brons. Voor bondscoach Hennie Stamsnijder wordt het lastig om te bepalen wie naar het WK in Leeds mag. Van Bakel is al aangewezen. De eerste twee van het NK maken een goede kans, Baars heeft zich dit seizoen voor het eerst goed gemanifesteerd en ook Hendriks mag zich nog niet kansloos achten na regelmatige prestaties in de Super Prestige crossen. Stamsnijder stelt zijn keuze uit tot na de cross in Wetzikon en bepaalt dan dat Van der Poel en Van Bakel gezelschap krijgen van Hendriks en Kools die in Zwitserland als 4e en 5e eindigen. In de Engelse WK cross zal de Duitser Mike Kluge verrassend op de regenboogtrui beslag leggen. 

2004 Westelbeers Etappezege voor Theo Eltink in Tour de l’Avenir 

 

Theo Eltink, het boegbeeld van Het Snelle Wiel, kon vorige week het doel dat hij zich dit jaar stelde op glansrijke manier waar maken. In de Tour de l’Avenir boekte de coureur uit Westelbeers samen met zijn ploeggenoot Thomas Dekker de eerste overwinningen voor het Rabobank-beloftenteam sinds die ploeg enkele jaren geleden in het leven werd geroepen. Nadat Dekker de proloog op zijn naam schreef, twee dagen de gele trui droeg en vervolgens door een ongelukkige val voortijdig naar huis moest vertrekken, won Eltink een van de zwaarste bergritten in de editie 2004 van de Franse  Toekomstronde. Hij bevestigde daarmee de verwachtingen die men in de ploeg van hem heeft. Volgend jaar maakt hij zijn opwachting in het Trade Team I van Rabobank aan de zijde van coryfeeën als Erik Dekker en Michael Boogerd. 

 

(door Piet Gijsbers) (Foto Theo van Sambeek) 

 

Twee dagen na de ongewenste opgave van Thomas Dekker liet Theo Eltink zich al opperbest gelden door als derde te eindigen in de zesde etappe. Daarin liet hij zien dat het met zijn klimmersbenen goed zat. Vlak voor de finish was er een col van de 3e categorie. Daar liet Eltink samen met enkele andere coureurs het peloton achter zich. In de sprint achter twee ontsnapte renners toonde hij zich de snelste van de vluchtgroep met favorieten voor de eindzege. Vorige week donderdag, in een 199 km lange etappe moesten de renners maar liefst zeven cols beklimmen. Daarbij al  na 40 km een berg van de 1e categorie. Eltink reed goed, maar kon niet met de besten mee. Hij werd 11e op bijna anderhalve minuut van de Tsjechische winnaar Mares. Een dag later, in de 174 km lange 9de etappe tussen Morteau en Bellegarde-sur-Valserine, toonde de Westelbeerse coureur zich de beste van het internationale veld. Voordat hij juichend over de finish reed, had hij één col van de 4e, twee van de 3e, één van de 2e en één van de 1e categorie bedwongen. Die van de 1e categorie, de col de la Croix de Serra op 44 km voor de finish, liet de koers open breken. Met zes man voorop reed Eltink naar de eindstreep, maar in de laatste kilometer werd de vluchtgroep alsnog achterhaald door een grote groep renners. Toen de Belg Wim van Huffel nog eens aanzette op het moment dat de achtervolgers op de kopgroep neerstreken, reed Theo Eltink met een laatste krachtsinspanning naar hem toe. Op 200 meter van de streep passeerde hij de Belg en won de etappe met royaal verschil. Een prachtige prestatie van de Rabobankrenner die enkele weken geleden ook al een etappe in de Tour des Pyrénées won. Het rijden op geaccidenteerd terrein blijkt nog steeds goed aan hem besteed. In het eindklassement van de Tour de l’Avenir nam hij de 8ste positie voor zijn rekening. 

 

Bloemen 

 

Ook enkele andere renners van Het Snelle Wiel lieten zich de afgelopen maand op hun eigen niveau van de goede kant zien. In de Ronde van de Veldhovense Kromstraat pakte thuisrijder Ruud Verhagen de eerste 4 punten van de leidersprijs en won 2 van de 3 sprints van het drie-ronden-klassement bij de B-Amateurs. Na 5 ronden zei hij in het gezelschap van 3 andere coureurs het peloton vaarwel. Eindelijk kon Verhagen in zijn eigen dorp, bij zijn ouders voor de deur nog wel, het podium beklimmen: hij werd derde. Dezelfde dag werd Beerzenaar Frans Willems in de Somerense Omloop van de Molenheide 4de. In een gezamenlijke wedstrijd van 40-plussers en 50-plussers begon hij zijn voorbereiding op het wintercross-seizoen. Norbert van Hoof uit Eersel eindigde in een MTB-wedstrijd in Valkenswaard bij de nieuwelingen keurig als derde en mocht dus eveneens voor zijn moeder de bloemen mee naar huis nemen.

 

2006-2018 Eindhoven Eefje Ottevanger

Bij de foto's van links naar rechts:

- als veldrijdster in 2006 (Foto Theo van Sambeek) 

- op de tandem met achter haar Kathrin Goeken in 2006 (Foto Theo van Sambeek) 

- als hardloopster in 2018

 

2006-2018 Eindhoven Eefje Ottevanger van wielrenster naar hardloopster 

 

Het is september 2006. Eefje Ottevanger (Eindhoven) en Kathrin Goeken (Nuenen) maken zich op voor deelname aan het WK tandem rijden in het Zwitserse Aigle. Ottevanger en de slechtziende Goeken sloten dit jaar al een viertal tandemwedstrijden in binnen- en buitenland winnend af. Het duo is pas voor het tweede seizoen op de racetan­dem actief. De twee leeftijdgenoten, Eefje is 27 en Kathrin precies een half jaar jonger, beoefenen een tak van de wiel­rennerij waarin visueel gehandicapten op de duo-sit een prima uitlaat­klep vinden om zich sportief te ontspannen.  Goeken heeft eerder van jongs af aan al wel op een tandem gezeten, maar nooit in wedstrijden. “Van begin af aan ging dat wedstrijden rijden heel lekker. Omdat het EK vorig jaar in Nederland was, was het zaak zo snel mogelijk een vrouwelijke voorrijder te vinden. Zo ben ik vorig jaar met Eefje op de tandem terecht gekomen.” Al snel klikte het goed tussen de twee rensters van Het Snelle Wiel uit Bladel. Na een paar weken wonnen ze al een wedstrijd in Hilversum, waarmee ze hun deelname aan het EK in Alkmaar afdwongen. Eefje: “In die wedstrijd in Hilversum moesten we laten zien dat we er iets van bakten voordat we naar het EK mochten. Het ging meteen al heel aardig. In het nu lopende seizoen hebben we alweer enkele wedstrijden gewonnen. Eigenlijk zouden we meer wedstrijden moeten rijden, maar dan moet je meer naar het buitenland en dat is een nogal kostbare aangelegenheid. Het is voor ons een kwestie van langzaam opbouwen. Misschien dat we volgend jaar meer buitenlandse wedstrijden gaan rijden.” 

 

In het seizoen 2006 stelden de twee tandemrijdsters al vroeg in het jaar hun selectie voor de WK in Zwitserland veilig. In april wonnen zij een wedstrijd in Retie. En in mei werd hun selectie definitief toen zij ook in München als winnaars uit de strijd tevoorschijn kwamen. Die zege gaf het duo vleugels, want kort daarna schreven zij de Ronde van België eveneens op hun naam. Eefje: “De eindzege in die vierdaagse wedstrijd vinden we nog de mooiste overwinning, omdat we toen de Paralympische- en Europese kampioenen uit Wit-Rusland klopten. In totaal stonden er 50 koppels aan het vertrek, waarvan 7 damesteams. We werden 31ste tussen de mannen en waren de besten bij de vrouwen.” Tandemwedstrijden gaan gewoonlijk over afstanden van 60 tot 100 kilometer. Voor Eefje, die als individuele wielrenster in de vrouwenploeg van Het Snelle Wiel af en toe wegwedstrijden tot 140 kilometer voor de wielen krijgt, is dat wel om te doen. Toch vindt ze het fijn dat de tandemwedstrijden wat korter zijn. “We kunnen nu intensief kort trainen op de tijdsduur van de wedstrijden. Je hoeft geen trainingsdagen van 4 tot 5 uren te maken, maar 2 tot 3 uren training is al voldoende. Dat doen we dan dinsdags en donderdags in de avonduren.” Vanuit Eindhoven rijden ze op de tandem naar de Achelse Kluis waar ze op het vaste trainingsparcours van veel wielrenners enkele ronden meerijden. Eefje: “Van die trainingen word je sterk. In het begin belandden we geregeld achter in de groep en dan was het een kwestie van aanpikken bij de individuele renners. Nu rijden we zelfs af en toe al mee op kop. Je krijgt wel veel bekijks. Dat merk je ook aan de opmerkingen die de jongens in de grote groep maken. Ze houden in de groep wel rekening met ons. Als we van kop af komen laten ze een gaatje, zodat we ertussen kunnen aansluiten.” 

 

Het is nu 2019. Vlak voor de jaarwisseling heeft Eefje Ottevanger deelgenomen aan de Auwjaorscross in Oirschot. Ze is hardloopster geworden. “Ik heb lange tijd aan wegwielrennen en veldrijden gedaan, maar na de geboorte van mijn kinderen had ik een licht tijdgebrek om te trainen. Daarom ben ik met hardlopen begonnen, maar ik heb ook veel duathlons gedaan om beide sporten te combineren, “ aldus de atlete uit Eindhoven na haar zege bij de Masters 35+ in Oirschot. “Achteraf heb ik er spijt van om me in die categorie wedstrijdlopers in te schrijven. Had ik me als senior ingeschreven, dan had ik nu na vier wedstrijden in de Kempische Crosscompetitie bovenaan gestaan. Dan was ik eerste, tweede, derde en weer eerste geworden.” Haar twijfel ontstond vroeg in het jaar toen ze een middenvoetsbeentje brak en onzeker was of ze goed met spikes zou kunnen lopen. In september moest ze een keuze maken. “Die is uiteindelijk voorzichtig uitgevallen.” Nu richt ze zich op het NK 35+ in februari in Emmeloord. “Daar kan ik zien hoe ik ervoor sta als ik me met sterke concurrentie moet meten. Al zit ik met mijn 39 jaar wel hoog in deze leeftijdscategorie.”   

 

1993 Veldhoven Erik Keeris wint verregende Ronde van de Kromstraat 

(door Piet Gijsbers in Veldhovens Weekblad, foto Hans van Hout)

2018 Westerhoven-Bergeijk Maud Kaptheijns vecht voor een toppositie op het EK in Rosmalen

 

(door Piet Gijsbers, foto Marcel van de Meulengraaf) 

 

Vorig jaar rond deze tijd kon Maud Kaptheijns als de koningin van het veldrijden worden betiteld. Liefst zeven keer stond de veldrijdster uit Westerhoven in de grote internationale crossen op het hoogste trapje van het podium. Hoe anders is het dit seizoen. Tot nu toe werd Kaptheijns, inmiddels verhuisd naar Bergeijk, door tegenslag getroffen. 

 

Wat een weelde vorig jaar in de herfst voor Maud! Ze reeg in de beginfase van het veldritseizoen de zeges aaneen. Ze won week in week uit crossen zonder dat het haar echt moeite leek te kosten.. Viermaal was zij de beste in een Super Prestige wedstrijd: in Gieten, in Zonhoven, in Boom en in Ruddervoorde. Ze schreef de wereldbekercross in Koksijde op haar naam en stond op het podium in Neerpelt, Ronse en Kruibeke. In Rosmalen was zij de beste van de dag, al ging dat in de GP van Brabant gepaard met een val over de balken waarbij zij een diepe vleeswond onder de knie opliep. Die blessure ging opspelen. Een paar weken achtereen belette een ontsteking aan de wond haar mee te strijden voor de overwinning. Toen daar nog buikgriep gepaard met koorts bovenop kwam, moest zij noodgedwongen een stapje terug doen. Maar op het NK in Surhuisterveen meldde ze zich weer vooraan met het zilver achter kampioene Lucinda Brand. Podiumplaatsen regen zich weer aaneen.

Inmiddels is het nieuwe veldritseizoen alweer een eind gevorderd. Eind september maakte Kaptheijns de oversteek naar Amerika voor de eerste wereldbekercross in Waterloo. Achter winnares Marianne Vos reed ze naar de 7e eindpositie. Maar vervolgens ging het goed fout. “Op een trainingsrondje kwam ik lopend ten val op een weg die bezaaid was met gaten. Ik had een diep gat in mijn knie, maar nog veel erger was een flink gezwollen enkel. Die blessures beletten me om in de tweede wereldbekercross in Iowa van start te gaan.” De Super Prestige openingsveldrit in Gieten werd het heroptreden van Kaptheijns. “Met wat ziekte in mijn lijf reed ik er naar de 5e plaats. In de SP cross van Boom had ik beter niet kunnen starten, omdat ik me ziek voelde. Maar ik wou even in beeld rijden voor mijn sponsor Crelan-Charles. Het was niet slim van me daar mee te doen, ook al finishte ik als 10e.” De aansluitende wereldbekercross in het Zwitserse Bern sloeg ze daarom over en ook de Nacht van Woerden was niet aan haar besteed. De GP Neerpelt (5e) en de SP cross van Ruddervoorde (9e) geven weer hoop. “Nu richt ik me op de Europese titelstrijd van komende zondag 4 november in Rosmalen. En volgen onder meer nog zandcrossen in Koksijde en Zonhoven die me goed liggen. Het is allemaal niet zo positief als vorig jaar. Maar na een goede zomertraining voel ik dat het ondanks een zware verkoudheid met mijn vorm wel goed zit.”

 

 

2018 Hapert Aniek van Alphen een belofte in het vrouwenwielrennen

 

Vorige week reed Aniek van Alphen in haar nieuwe sponsortenue van Kleur op Maat een paar cyclocrossen in China. Een ervaring rijker keerde ze terug uit het verre oosten. In de Belgische vrouwenwielerploeg heeft zij haar plekje gevonden. De 19-jarige beloftenrenster uit Hapert is klaar voor het nieuwe veldritseizoen. 

Dat Aniek van Alphen voor geen kleintje vervaard is liet ze al enkele winters met overwinningen en ereplaatsen geregeld zien. Met de wielermicrobe aangestoken door haar vader kreeg ze acht jaar geleden haar eerste racefietsje, een stalen Benotti van dorpsgenoot Kees Hoeks. Ze werd lid van Het Snelle Wiel en werd door de trainers Erwin van de Ven en Twan van Gestel de eerste beginselen van het wedstrijd rijden bij gebracht. Vijf jaar later stapte ze over naar wielervereniging Breda. “Het Snelle Wiel had niet genoeg rensters voor een eigen damesteam en in Breda kreeg ik de kans om meerdaagse en andere grote wedstrijden te rijden.” Bij die vereniging kwam ze oud-profveldrijder Camiel van den Berg tegen. Vooral het veldrijden ging haar steeds beter af. Al bij de junioren vestigde zij de aandacht op zich met enkele overwinningen en ereplaatsen. Het seizoen 2017-2018, haar eerste bij de beloften, bracht haar onder meer de Zuid-Nederlandse titel en in Boxtel stond zij met niemand minder dan Olympisch wegkampioene Anna van der Breggen op het podium. Met haar regelmatigheid in de wedstrijden van de nationale Topcompetitie veldrijden slaagde de Hapertse renster er in beslag te leggen op de tweede plaats in de eindrangschikking van die prestigieuze competitie. Toch voelde ze zich verrast door het berichtje van Iwan Gevers, de ploegmanager van het Team Kleur Op Maat  BNS Technics, die haar bij zijn ploeg wilde inlijven.

Trips naar Tsjechië en China

“Nu mocht ik in de zomer met de ploeg een meerdaagse wegwedstrijd in Tsjechië gaan rijden. En bij het begin van het nieuwe veldritseizoen stonden in China twee crossen op het programma. Dat was een geweldige ervaring. Het was er erg warm, 35 graden. Op de eerste wedstrijddag ging ik snel mee van start en probeerde het tempo van de eerste rensters te volgen. Uiteindelijk mijn eigen tempo gevonden en de wedstrijd op een 5e plaats geëindigd. Erg tevreden met mijn top 5 plek gezien de sterke dames die mee deden.” De tweede wedstrijd verliep voor Aniek minder succesvol. In het sterke veld met rensters uit Amerika, Australië, Azië en Europa ging ze tweemaal tegen de vlakte. “Het was erg droog en er lag er een laagje los zand in de bochten wat het erg lastig maakte. Per ronde moesten we 74 traptreden op. Mijn start was niet fantastisch en in de tweede ronde viel ik al doordat in ingesloten werd. Daarna was de concurrentie vertrokken en moest ik alles geven om nog bij te komen. Daardoor te veel risico genomen en nog eens onderuit gegaan in een bocht. Weer terug opgestaan en plankgas verder gegaan. Door het warme weer (ca. 35 graden) en de aparte vochtige lucht raakte ik vermoeid en viel nog eens op de trap. Helaas was daardoor mijn derailleur krom en heb ik moeten stoppen, het was nog te ver tot aan de materiaalpost. Erg teleurgesteld maar ook weer erg veel geleerd deze dag. Het is balen maar door door te gaan en niet op te geven word je sterker! 

Alles bijeen was het toch een prachtige week met ook nog een bezoek aan de Chinese Muur (zie middelste foto). Wow... wat een mooie plek. Super mooi om daar eens geweest te mogen zijn. Een van de dingen die je ooit gedaan moet hebben. Na een aantal foto’s van de Big Wall en een groot aantal traptreden weer terug in de bus gestapt voor de reis naar ons hotel.” 

Voor haar uitstapje naar China concentreerde Aniek zich op enkele mountainbikewedstrijden, want ook in die disciplinestaat zij haar vrouwtje. Al in juni boekte zij op een klimparcours in Duitsland een zege, een dag later gevolgd door de overwinning in de Montferland MTB-marathon van 75 km. Na haar Duitse zege in de 3 Nationscup werd zij in die wedstrijdserie ook nog 4e in Spaarnwoude. Al snel volgde het NK op de wegracefiets. Als eerstejaarsbelofte hield zij goed stand tijdens de 140 km lange koers.

De overstap naar de mountainbike leverde  haar het zilver op tijdens het NK in Apeldoorn (zie foto) na een parcoursverkenning met KNWU-bondscoach Gerben de Knegt. Die heeft haar met een aantal andere talentvolle meiden opgenomen in de MTB werkgroep voor uitzending naar grote internationale wedstrijden. Naar de mening van haar trainer en van haar ploegmanager beseft Aniek zelf nog niet hoe goed ze is. Op haar website Aniek-cycling.com is ze ambitieus: “Ik wil met veel plezier het beste uit mezelf halen en hoop ooit bij de wereldtop aan te sluiten.” Daar gaat ze vol voor! Haar eerstvolgende wedstrijd is komende zondag 16 september de Brico cross van Geraardsbergen. 

2000 Bladel Alain van Katwijk maakt favorietenrol waar in Ster van Brabant 

 

Op de eindstreep is Alain van Katwijk duidelijk de snelste van de kopgroep (Foto Theo van Sambeek) 

 

Alsof er niet nog meer dan 160 kilometer voor de wielen lagen, gingen Maarten Janssen en de regionale coureurs Ruud Verspaandonk uit Veldhoven en Paul Verkuylen uit Netersel zondagmiddag kort na de start van de Ster van Brabant aan de haal voor een eerste vluchtpoging. In Bergeijk was het vluchterstrio er al aan voor de moeite. Het zowat windstille weer zorgde ervoor dat vrijwel elke aanval in de frontlinie van het peloton al na korte tijd strandde.

 

(door Piet Gijsbers) 

 

Jean-Pierre Verstraete van het team Piels/Gazelle liet zich in het eerste anderhalf uur van de koers opmerken door een solovlucht tussen Riethoven en Steensel. Dezelfde renner verwisselde voorbij Vessem van fiets en kreeg achter de auto van zijn ploegleider Gert Jacobs in een mum van tijd weer aansluiting met het peloton. Dat ging in compacte samenstelling de eerste sprint voor het speciale klassement aan in Hilvarenbeek. Arie van Oyen uit Hillegom, een eerstejaarsamateur uit de ploeg Van Vliet/Weba, kweet zich daar voortreffelijk van de aan hem opgedragen taak en veroverde de meeste punten vóór Jelle Mul en Frank van Dulmen. Vlak daarna waagde Matthijs Loohuis een uitval, maar kreeg geen ruimte. Iwan Schrijver was meer geluk beschoren. In de dreven van landgoed De Utrecht nam hij voorsprong, bouwde die even uit tot bijna een minuut, maar na de verzorging in Diessen was ook hij eraan voor de moeite. In Westelbeers nam Matthijs Loohuis nogmaals het initiatief voor een aanval. Nu kreeg de renner van Löwik/Tegeltoko eerst Gerben van de Reep (Van Vliet/Weba) met zich mee en vervolgens slaagden ook Iwan Schrijver - de coureur van Modderkolk/Groenewoud had zijn krachten blijkbaar nog niet verspild - en Jeroen Boelen (MGI Fietsen) erin bij het leidende duo aan te haken. Eendrachtig samenwerkend namen zij veertig seconden voorsprong en de koers leek beslist met drie renners van de sterkste teams in voorste linie. De ploeg Piels, gesteund door enkele sterke clubteams, nam echter geen genoegen met de ontstane situatie. Niet lang na de eerste doorkomst in de Bladelse Sniederslaan waar Iwan Schrijver de tussensprint won, werden de vier vluchters ingelopen. Het peloton rekte uit tot één lang lint, maar twintig kilometer lang kon niemand nog een bres slaan. Pas na de volgende tussensprint, opnieuw gewonnen door Arie van Oyen, kwam er een definitieve aftekening in het veld van de honderd overgebleven coureurs. 

 

Finale 

 

De kilometers gingen voor de meeste renners tellen. Alleen de allersterksten hadden nog wat extra adem over. Tien man slaagden erin op de keiweg tussen Hulsel en Bladel een kleine voorsprong te nemen. Maximaal zestien tellen kregen zij van het peloton, maar dat bleek genoeg om in Bladel voor de zege te kunnen sprinten. Alain van Katwijk kon nog voor de eindstreep breeduit zittend met beide armen in de lucht het overwinningsgebaar maken. De 21-jarige renner uit Valkenswaard maakte daarmee zijn favorietenrol meer dan waar. Uitgerekend in zijn geboorteplaats proefde hij weer eens het zoet van de overwinning. En daarmee was niet alleen hij, maar ook vader Jan bijzonder in zijn nopjes. Of Alain in de laatste kilometers de zege verwacht had? Het is altijd gemakkelijk achteraf praten. “Maar ik wist dat ze sterk zouden moeten zijn om mij hier nog te kloppen. Ik ben zelf de sprint in de laatste paar honderd meter aangegaan.” Als een echte Van Katwijk – ook vader Jan en zijn ooms Piet en Fons waren als beroepsrenner eertijds om hun eindschot gevreesd – zette Alain zijn concurrenten te kijk. “En nu maar hopen dat het niet bij deze ene zege blijft. Want ik wil graag binnen een paar jaar beroepsrenner worden. Dit is in ieder geval al een mooie opsteker.” 

 

De uitslagen in Bladel:

 

Ster van Brabant neo-amateurs: 1 Alain van Katwijk Valkenswaard 163 km in 3.36.11, 2 Arthur Rutte Haarlemmerliede, 3 Marco Bos Roden, 4 Ruud Aerts Riel, 5 Jens Mouris Ouderkerk a/d Amstel, 6 Jelle Mul, 7 Bas de Lange, 8 Jan de Jonge, 9 Frank van Dulmen, 10 Jeroen Boelen, 11 Arno Wallaard,  12 Matthijs Loohuis, 13 Bart Beima, 14 Bram Bongers, 15 Chris Kerkdijk.

 

Junioren/nieuwelingen dames: 1 Bertine Spijkerman St. Nicolaasga, 2 Jaccolien Wallaard Noordeloos, 3 Vera Koedooder Bovenkarspel, 4 Yvonne van Gog Asten, 5 Miranda Vierling Den Haag, 6 Josephine Groenveld Oppenhuizen, 7 Anneke Bloks Helmond, 8 Monique Verstraten Roosendaal, 9 Frederika van de Wiel Harkema, 10 Heidi de Voogd Nieuwe Pekela.

 

Sportklasse A/B/Veteranen::1 Leon Mutsaers St. Michielsgestel, 2 Marcel van der Heijden Schayk, 3 Johnny Broers St. Maartensdijk, 4 Stan Janssen Siebengewald, 5 Piet de Haas Tiel, 6 Mark van den Dries Tilburg, 7 Theo Vierling Den Haag, 8 Gerwin Slingerland Zoetermeer, 9 Pierre van de Beurcht Boekel, 10 Marcel Boudewijns Gerwen.

2002 Oostelbeers Adrie van der Poel op stimuleringsdag cyclo-cross

 

Adrie van der Poel (met naast zich Martin Hendriks en gevolgd door Henk Baars) verovert  in 1992 de nationale titel op het NK Veldrijden in Valkenswaard  (Fotopersbureau Het Zuiden) 

 

 

’Een min ventje als jeugdwielrenner’ 

 

Het is in 2002 alweer tweeëeneenhalf jaar geleden dat Adrie van der Poel zijn laatste wedstrijd als beroepswielrenner reed. De oud-inwoner van Hoogerheide deed dat in de veldrit van zijn geboortedorp. De cyclo-cross heeft Van der Poel in zijn twintig jaar lange carrière als professional altijd apart kunnen bekoren. ‘Voor mij was het cyclo-crossen een manier om speels aan mijn conditie te werken. Het was altijd een leuke overbrugging van de winterperiode.’ De wereldkampioen veldrijden 1996 komt op zaterdag 5 oktober de regionale wielerjeugd uit het Kempenland van praktische tips voorzien in de tak van sport die hemzelf altijd zoveel plezier heeft gedaan. Regiotrainer Frans Willems zet dan in Oostelbeers een traject uit waarop renners-in-spé vanaf 10.00 uur diverse technieken in het cyclo-crossen wordt bijgebracht. Jongens en meisjes van 8 tot 16 jaar kunnen op die stimuleringsdag geheel gratis een heleboel opsteken van oud-coureurs als Adrie van der Poel en Kees van de Wereld, de huidige bondscoach veldrijden van de Koninklijke Nederlandse Wielrenunie. Een aantal regionale renners zal de ervaren rotten bij de praktijkoefeningen behulpzaam zijn.

 

(door Piet Gijsbers) 

 

Met de slogan ’Ben je jong en wil je een goede wielrenner worden? Zorg dan voor een goede basis voor de toekomst’ is de KNWU een paar jaar geleden een campagne gestart om jonge renners te behouden voor de wielersport. De verlokkingen van de moderne maatschappij liggen op de loer om jongens en meisjes de zin in het wielrennen te onthouden of te ontnemen. Er zijn meer dan genoeg andere mogelijkheden om je te ontspannen. Je met elkaar meten op de racefiets, de crossfiets of de mountainbike is zeker niet de gemakkelijkste manier om sportief bezig te zijn. ‘Onderzoek heeft enkele jaren geleden uitgewezen dat jongens en meisjes in de leeftijd van 14 tot 18 jaar het wielrennen waarmee ze vaak al op heel jeugdige leeftijd mee waren begonnen saai gingen vinden,’ zegt Peter Zijerveld. Vanuit zijn functie bij de KNWU coördineert en stimuleert de oud-beroepsrenner nu al een paar jaar diverse wervende activiteiten overal in het land. De stimuleringsdag cyclo-cross in Oostelbeers behoort bij die activiteiten maar er worden ook clinics baanwielrennen en mountainbikejeugddagen op poten gezet. ‘Dat alles met de opzet om jongeren kennis te laten maken met diverse wielerdisciplines en zich daarmee beter in hun sport te laten ontwikkelen. In onze visie moeten ze zich breed oriënteren. Er werd te weinig variatie aan trainingsvormen in de verschillende wielerdisciplines aangeboden. Om te slagen als wielrenner is alleen maar fietsen op de weg niet voldoende. Daar is meer voor nodig. Het is belangrijk dat de wielerjeugd voor een goede ontwikkeling meer dan één discipline beoefent,’ aldus Zijerveld. ‘Vorig jaar namen al veel meer jongeren deel aan de stimuleringsdagen dan in het eerste jaar van de campagne. Ik ben er dan ook van overtuigd dat de dag in Oostelbeers gaat slagen.’ Diezelfde mening is Frans Willems, organisator van de Beerse stimuleringsdag, toegedaan. Hij heeft in de Hillestraat een locatie geregeld waar de jongens en meisjes op diverse stations een impressie krijgen van diverse technieken op de fiets. Van rijden door los zand tot trial, maar ook uitleg over de crossfiets komt aan de orde. Regionale trainers en cyclo-crossers als Jeroen van Ham, Ruud Verhagen, Roel van Houtum, Ton van Korven en Jurgen van Limpt bemannen de stations waar geoefend wordt op het paardensportterrein, op het grasveld en in het bos. Tot slot komen de deelnemers in ‘Het Dorpsplein’ bijeen voor een forum waarin door de jeugd en hun ouders vragen kunnen worden afgevuurd op Adrie van der Poel en Kees van de Wereld. 

 

Speels 

 

Adrie van der Poel weet uit eigen ervaring wat het is om op jonge leeftijd ingewijd te worden in de kneepjes van het wielervak. Hij lijkt me de geschikte persoon om als voorbeeld voor de wielerjeugd zijn mening te ventileren. Begonnen als jeugdrenner slaagde hij er in tot op veertigjarige leeftijd aan de internationale top te blijven. Maar Van der Poel is, ook na zijn imposante wielercarrière, nog een drukbezet man. Op de vier dagen dat er in oktober stimuleringsdagen cyclo-cross georganiseerd worden, kan hij alleen in Oostelbeers van de partij zijn. Als ik hem bel om zijn mening te vernemen over het initiatief van de KNWU, blijkt  de meervoudig klassiekerwinnaar niet thuis te zijn. Hij belt me even later terug vanuit Parijs waar hij in de studio van Eurosport de Vuelta a Espagna van commentaar voorziet. Eenmaal op zijn praatstoel beklemtoont hij het belang van een goede techniek voor beginnende wielrenners. ‘De basis voor een beginnend wielrenner ligt in het sturen. Daarom zijn de stimuleringsdagen bij uitstek geschikt om jonge jongens en meisjes op een speelse manier kennis te laten maken met de cyclo-cross. Ik ben zelf ook jeugdrenner geweest en heb in mijn omgeving mensen gehad die me ook altijd gestimuleerd hebben. Ik denk dus dat ik goed kan inschatten hoe belangrijk het is dat de jeugd gestimuleerd wordt en dat we met de jeugd in het bos of op een weiland spelenderwijs bezig zijn. Je kunt hen aangeven waarop ze moeten letten en hen motiveren als je laat horen wat ze al goed doen. Er worden in Oostelbeers op een aantal stations diverse technieken van de cyclo-cross beoefend. In groepjes wordt in de circuitvorm gewerkt. Ik rijd in tegenovergestelde richting rond, zodat ik onderweg elk groepje aan het werk kan zien en de nodige tips kan geven. Na de praktijkoefeningen verzamelen de deelnemers zich en probeer ik op een kindse manier hun vragen te beantwoorden. Door alles heen, zowel in het praktische werk als tijdens de vragenronde, laat ik een duidelijke boodschap naar de ouders doorklinken dat bij de jeugd vooral het speelse karakter in de sport bewaard moet blijven.’ 

 

Het begin 

 

Van der Poel heeft in de twintig jaren dat hij als beroepsrenner was een indrukwekkende erelijst opgebouwd. Op de weg kwam hij tot 93 profzeges. Klassiekers als de Ronde van Vlaanderen, Luik-Bastenaken-Luik en Parijs-Brussel staan op zijn palmares. Hij veroverde eenmaal de nationale proftitel en was etappewinnaar in de Tour de France, Dauphiné Libéré, Parijs-Nice, Tirreno-Adriatico en nationale etappekoersen als Ronden van Nederland, Zweden, Engeland, Luxemburg en Ierland. Ook zijn ereplaatsen in eendagsklassiekers waren legio, want hij richtte zijn pijlen zowat in zijn hele loopbaan als professional vooral op het klassieke voorseizoen. Als cyclo-crosser won hij 67 wedstrijden waarbij zevenmaal de nationale titel, twee wereldbekerwedstrijden en dertien Super Prestige-veldritten. Zowel in de Super Prestige als in de Wereldbeker greep hij eenmaal de eindzege in het totaalklassement. En na vijf zilveren medailles op het WK volgde in 1996 in het Franse Montreuil de bekroning met de wereldtitel veldrijden. Van jongs af aan bereidde hij zich voor op de wegwedstrijden door in de wintermaanden te crossen in bos en veld. Opgegroeid in een boerengezin met drie kinderen werd hij op tienjarige leeftijd al besmet met de wielermicrobe. Na het zien van een wielerkoers waaraan een neef deelnam ontstond de passie voor het wielrennen. De jonge Adrie ging een aantal weken hard werken op de akkers bij een oom om met het verdiende geld zijn eerste fiets te kunnen kopen. Toch moest hij lang wachten op zijn eerste overwinning. Pas na vijf jaar, als tweedejaars nieuweling, won hij zijn eerste wedstrijd. Na afloop van dat seizoen ging hij voor de eerste keer veldrijden om te overwinteren. ‘Dat vond ik toen al een prima trainingsmethode om op een heel speelse manier aan je conditie te werken. Zo ben ik toen in het crossen geraakt, omdat ik dat zo leuk vond.’ Tot dan toe had hij het wielrennen altijd nog gecombineerd met hardlopen en voetballen. Als junior werden zijn wielerprestaties allengs beter. Hij won in één seizoen zestien koersen, zodat hij niet voor de overstap naar de amateurs hoefde te vrezen. Jan Gisbers was maar wat blij de jonge coureur uit Hoogerheide in te kunnen lijven in de paarse Jan van Erp-brigade. En nog steeds ging het crescendo met Van der Poel. Hij groeide uit tot een topamateur die overal in het buitenland wedstrijden won en zijn uitverkiezing voor de Olympische Spelen 1980 in Moskou met een 7de plaats in de wegwedstrijd waar maakte. Al een jaar eerder had hij in de regio Kempenland als clubrenner van zich doen spreken door de Omloop van Het Zuiden, georganiseerd door de gelijknamige Eindhovense vereniging, in Vessem op zijn naam te schrijven. 

 

Kweekvijver 

 

Nog altijd waardeert Van der Poel het werk aan de basis dat clubmensen in zijn loopbaan hebben gestopt. ‘De club is en blijft de kweekvijver voor het wielrennen. Je begint als jeugdrenner en dan moet je eerst wat presteren voordat je iets te vertellen hebt. Er wordt gelukkig in verenigingsverband heel veel gedaan om jonge renners op te leiden. Zelf had ik het geluk dat er in mijn amateurtijd gastrennersverenigingen als die van Jan van Erp waren. Later heeft de KNWU een grote fout gemaakt door die sponsorploegen af te schaffen. Gelukkig zijn ze van die stelling weer een beetje aan het terugkomen. De clubs zijn vaak te beperkt in hun budget om renners in buitenlandse wedstrijden te laten rijden. Gastrennersverenigingen zijn daartoe wel in staat. In het buitenland leer je natuurlijk veel bij in internationale wedstrijden. Zo ben ik ook gegroeid in mijn prestaties. De volgende stap was een plaats in de nationale selectie. En tenslotte ben ik zo beroepsrenner geworden. Ik was net 21 jaar toen ik prof werd. En ik heb het tot mijn veertigste met plezier vol gehouden.’ Dankzij enorme wilskracht, doorzettingsvermogen en vooral ook nooit aflatende trainingshonger groeide Van der Poel naar het hoogste niveau. Als amateur al schrok hij er niet voor terug op een dag met een omweg van Hoogerheide naar Eindhoven op en neer te rijden voor een bezoekje aan zijn coach Jan Gisbers. Trainingen van 200 tot 250 kilometer door weer en wind waren normale kost voor de West-Brabantse  ‘karaktercoureur’. ‘Je krijgt nu eenmaal niets voor niets,’ is zijn stelling. ‘Het heeft te maken met de liefde voor de sport. Het is te hopen dat met de stimuleringsdagen cyclo-cross veel jongens en meisjes worden aangetrokken door de wielersport. Iedereen, of dat nu met een crossfiets of met een sportfiets is, is welkom. We willen de deelname laagdrempelig houden, want niet iedereen wil of kan op zo jonge leeftijd al een fiets kopen. Wel wordt iedereen van een valhelm voorzien, maar het wielrennen hoeft in de aanvangsfase geen al te kostbaar geheel te worden. Voor de jongens en meisjes die al een wedstrijdlicentie hebben is het zaak om hun zwakke punten wat op te krikken. Als basis voor het wielrennen moet je alles kunnen, zeker ook in het veld rijden.’ En voor wie denkt dat het allemaal niet mee zal vallen is er nog altijd de hoop dat het door oefening beter wordt. Daarvan is Adrie van der Poel het grote voorbeeld: ‘Ik was als jeugdrenner ook maar een min ventje en had een aantal jaren nodig om anderen in te halen.’ 

 

 

Veel belangstelling voor stimuleringsdag jeugdwielrennen

 

OOSTELBEERS

 

Meer dan 75 jeugdige wielrenners genoten op een zaterdagmiddag in oktober 2002 van tips en trucs die hen door ervaren cyclo-crossers werden getoond. Adrie van der Poel, de oud-wereldkampioen veldrijden in het gezelschap van oudste zoontje David, en Kees van de Wereld, de KNWU-bondstrainer van jeugdig talent, gaven in het gezelschap van een aantal regionale cyclo-crosstrainers en veldrijders een aantal clinics. Daarbij lag de nadruk op spelvormen om de techniek bij de jeugdige deelnemers aan de stimuleringsdag van nieuwe impulsen te voorzien. 

 

’Wie is nou Adrie van der Poel?’ vroeg een heel jeugdige deelnemer aan het begin van de bijeenkomst in Oostelbeers, terwijl hij zo dichtbij de oud-wereldkampioen stond dat hij hem bijna kon aanraken. Uit die vraag bleek wel dat de kampioen van weleer al een historische coureur is voor de allerjongsten die op het appèl verschenen. Maar het merendeel van de aanwezigen kende de oud-coureur nog maar al te goed en keek en luisterde met ontzag  naar de tips die Van der Poel verstrekte op de diverse stations waar geoefend werd in stuurvaardigheid, snel op- en afstappen, trial-rijden, duo-rijden en wendbaarheid op crossfiets en mountainbike. Gewestelijk trainer Frans Willems had een prachtige locatie uitgezocht op het Beerse paardensporterrein en het aangrenzende bos in herfsttooi. In een grote zandbak kon geoefend worden in het rijden door los zand. Op een zig-zag traject tussen vlak bij elkaar staande bomen werd de wendbaarheid van de jonge crossers getest en op een trial-parcoursje met diverse hindernissen werden eisen gesteld aan het goed beheersen van de crossfiets. Als leuk intermezzo speelde de jeugd tikkertje op de fiets. De versnapering tussendoor ging er wel in bij de jeugdige deelnemers in de leeftijdscategorie van 8 tot 16 jaar. Met een gezamenlijke cross onder aanvoering van Adri van der Poel werd het praktische deel van de dag afgesloten. Daarna begaven rennertjes en ouders zich naar zaal ’t Dorpsplein in Oostelbeers waar vragen konden worden afgevuurd op de oud-professionals Van der Poel en Van der Wereld nadat er eerst de nodige uitleg werd gegeven bij een aanwezige crossfiets van Richard Groenendaal. ‘Wanneer kun je het beste eten als je een wedstrijd moet rijden?’ vroeg iemand. ‘En welke drank is het beste voor een wielrenner?’ Van der Poel liet weten dat je pas op latere leeftijd als wielrenner speciale voeding nodig hebt. ‘Eet en drink maar gewoon wat je het lekkerste vindt, al is alles waar prik in zit altijd minder goed dan gewoon water,’ was zijn advies. Op de vraag wat hij naast het wielrennen altijd had gedaan, antwoordde hij dat veel slapen voor hem altijd een aparte sport was geweest. ‘Om een goeie wielrenner te worden heb je maar drie dingen nodig: gezond eten en drinken, hard fietsen en veel rusten. Een paar keer per week drie kwartier lang extra trainen volstaat al als je dagelijks naar je school op en neer fietst,’ liet hij het jeugdige gehoor en de aanwezige ouders weten. ‘Toen ikzelf tien jaar was, reed ik mijn eerste wedstrijdje en werd al na drie ronden gedubbeld door mijn leeftijdgenootjes. Toch ben ik het fietsen altijd leuk blijven vinden. Want dat is vooral belangrijk, dat je het fietsen zelf leuk vindt. Daarvoor hoef je echt niet altijd als eerste over de finish te komen.’ Met die goede raad begaf de jeugd zich huiswaarts na een dag waarop iedereen geweldig had genoten van het sportief bezig zijn. 

 

2001 Duizel Twee topfavorieten geven elkaar weinig toe

Jurgen van Pelt klopt Wilco Zuyderwijk 

 

(Tekst Piet Gijsbers, Foto Theo van Sambeek)

 

Duizel – 

Op voorhand stond het al zo goed als vast. De renner die Jurgen van Pelt wilde verslaan moest wel van zeer goeden huize komen. Wilco Zuyderwijk werd daartoe als een van de weinigen in staat geacht. Maar ook de winnaar van de Duizelse gele trui in 2000 gaf enkele weken voor de jaarlijkse kermisronde al te kennen dat hij de coureur uit Gerwen het meeste vreesde. De finale van de amateurkoers gaf inderdaad het verwachte scenario te zien. Al dacht Ruud Zijlmans daar anders over. De Roosendaler koos de aanval, Van Pelt ging in de achtervolging en daarachter kromde Zuyderwijk de rug. Uiteindelijk zagen een paar duizend toeschouwers dat de beer van Poeldijk zijn meerdere moest erkennen in de Gerwense postbode. Die bracht daarmee zijn aantal seizoenzeges op het formidabele aantal van 21. 

 

De Duizelse wielerstichting zorgde als vanouds voor een uitgelezen deelnemersveld. Gastspeaker Hans van de Hengel uit Culemborg likte er zijn vingers bij af. Hij kon zich helemaal uitleven met een uitgelezen gezelschap Nederlandse en Belgische topcoureurs dat van start ging. Het fraaie zomerweer lokte heel veel kijkers naar het Agio-dorp. En wat is er mooier dan in zo’n entourage elkaar te bekampen. Vanaf het begin werd er door de zesenzestig elite- en neo-amateurs fel om de premies gestreden. De Belgen Johan van Summeren en Kurt Dierckx beslisten de strijd om de eerste klassementspremie over drie ronden in hun voordeel. Toen had Jens Mouris zich met een knieblessure na een val in de bocht bij het Duizelse kapelletje, veroorzaakt door een klapband van een andere coureur, al bij het juryverhoog afgemeld. Tom Hoedemakers en Wilco Zuyderwijk kenden het geluk dat de reglementen toestaan dat een renner met materiaalpech een ronde vergoeding krijgt. Arno van Melis klopte Jurgen van Pelt voor de punten in een tussensprint voor het Rabobank/Kempen Pers-klassement. Dat werd meteen de inleiding voor de voorbeslissing. ‘We gingen even wat harder rijden en kregen meteen een voorsprong,’ meldde Van Pelt later. Alsof dat harder rijden voor hem iets vanzelfsprekends was. Met de grote molen (een verzet van 54-14) beende hij de andere zeven medekoplopers bij. Met naast de Gerwenaar ook hardrijders als Van Melis, Peep Mikli, Hein Zwinkels, Wilco Zuyderwijk en Ruud Zijlmans vooraan, werd het tempo flink opgeschroefd. Toch slaagde een vijftal coureurs onder aanvoering van nationaal kampioen Arno Wallaard er na vijf ronden achtervolging nog in de acht koplopers in te halen. De strijd bleef levendig, want zeven renners kozen opnieuw het hazenpad in de strijd voor de royale premiebuit. Van Melis en Mikli, twee ploeggenoten van Bert Story/Piels, leidden de beslissing in. Zij kregen het gezelschap van hun teamgenoot Hoedemakers, het Weba/Van Vliet-duo Zuyderwijk en Zwinkels en de eenlingen Van Pelt en Zijlmans. Die zeven legden er flink de zweep over en zagen hun voorsprong halfkoers al tot meer dan een minuut gestegen. 

 

Duel 

 

Met nog twintig ronden van telkens twee kilometer voor de wielen keken de zeven leiders het peloton, dat toen nog uit zowat veertig renners bestond, in de rug. Het peloton brak in drie stukken. Om wedstrijdvervalsing te voorkomen besloot de jury de renners die vervolgens gedubbeld werden uit koers te halen. Dat betekende dat de MGI-renners Piet Rooijakkers en Bart Bosmans, de twee leiders in de Rabobank/Kempen Pers-klassement rangschikking, de kleedkamers op konden gaan zoeken. Voor Jurgen van Pelt was daarmee de weg vrij naar de koppositie in het klassement. Maar de Gerwenaar wilde meer. Hier in Duizel, in dit elite-gezelschap, kon hij aantonen dat zijn tweede plaats op het NK in Groesbeek voor hem een te karige beloning was geweest. Ruud Zijlmans dacht daar anders over. De schaafwonden op heup, knie en enkel van het linkerbeen, eerder in de wedstrijd bij een schuiver opgelopen, verhinderden de Roosendaler niet om twee ronden voor de finish de aanval te kiezen. ‘Dat was mijn enige kans om de twee machtsblokken in de kopgroep te verrassen,’ aldus de 35-jarige coureur na de koers. Voor Van Melis volstond, op achterstand, het uitrijden van de wedstrijd om de leidersprijs in ontvangst te mogen nemen. Voor Van Pelt werd Zijlmans bij het ingaan van de laatste ronde de ideale springplank. Zuyderwijk zag het gevaar en reed naar de leiders toe. ‘Toen heb ik ook even de 14-pion gebruikt, maar die achtervolging op Van Pelt kostte me teveel kracht. In de laatste bocht voor de finish moest ik mijn inspanningen bekopen en hem laten gaan,’ vertelde de Poeldijker zittend op het podium na het verloren duel. Van Pelt kon met een gebaar à la Kezman, maar dan met twee duimen naar de borst wijzend, laten zien dat dit jaar de Duizelse gele trui hem alleen maar toekwam. 

 

De uitslagen in Duizel:

 

Nieuwelingen:1 Wim Stroetinga Oosterwolde, 2 Wilco Hovestad Veenendaal, 3 Frits Pellemans Haelen, 4 Sebastiaan Langeveld Lisse, 5 Klaas van Hage Noordwijkerhout, 6 Niels Pieters Hoofddorp, 7 Frank Wierstra Bergum, 8 Tomas van Hamont Tilburg, 9 Tijs Senders Hapert, 10 Niels van Baar Woerden.

 

Junioren:1 Marco Wesseling Den Bosch, 2 Rik Sijm Wognum, 3 Thomas Dekker Dirkshorn, 4 Stefan van Ekris Breukelen, 5 Bart Dirkx Reusel, 6 Jos Verbist Liessel, 7 Kees Hagen Ermelo, 8 Joost van Leijen Ewijk, 9 Job Vissers Erp, 10 Stefan Heijkants Boxtel, 14 Dirk Bellemakers Luyksgestel, 19 Niek Basten Hapert.

 

Sportklasse A:1 Johnny Broers Maartensdijk, 2 Peter van Leeuwen Zoetermeer, 3 Patrick van de Vijver Veldhoven, 4 Axel Hermans Bergschenhoek, 5 Maarten Mathot Rosmalen, 6 Hans van Eijk Hillegom, 7 Armand van der Smissen Tilburg, 8 Eric van de Wiel Rijckevorsel, 9 Peter Hendriks Gorinchem, 10 Erwin Bartels Nieuwegein.

 

Elite- en neo-amateurs:1 Jurgen van Pelt Gerwen 100 km in 2.20.14 u., 2 Wilco Zuyderwijk Poeldijk, 3 Ruud Zijlmans Roosendaal, 4 Tom Hoedemakers Schijndel, 5 Peep Mikli Amersfoort, 6 Hein Zwinkels Monster, 7 Angelo van Melis Oss, 8 Juliën Smink Hoogland, 9 Tom Cordes Baarle-Hertog, 10 Arno Wallaard Noordeloos, 11 Pascal Hermes Liempde, 12 Peter van de Reep Hillegom, 13 Alain van Katwijk Valkenswaard, 14 Michel Stobbelaar Uden, 15 Gerben van de Reep Hillegom, 16 Wim de Vocht Arendonk, 17 Herold Dat Lierop, 18 Nic Nuijens België, 19 John Talen Spijkenisse, 20 Bart Bastiaans België. 

 

Bij de foto's met de wijzers van de klok mee:

Linksboven wint de Welshman Geraint Thomas een etappe in de Acht van Bladel 2004; het podium in 2009 met vlnr Mike Teunissen, eindwinnaar Daan Olivier en de Belg Jens Vandenbussche, Steven Kruijswijk wint de slotetappe in 2005; eindwinnaar Mathieu van der Poel met moeder Corinne in 2012; etappe- en eindwinst voor Danny van Poppel in 2011 (Foto's Theo van Sambeek)

 

2018 Talent verloochent zich niet in Acht van Bladel 

 

In de Acht van Bladel gaan jongens van 17- en 18-jarige leeftijd al voor de 69e keer strijd leveren om in de voetsporen te treden van eerdere winnaars die later in het profpeloton hun naam hebben gevestigd. Een terugblik op enkele edities van Nederlands oudste juniorenklassieker toont dat aan. 

(door Piet Gijsbers) 

De Kreder familie uit Zevenhuizen heeft in het laatste decennium meerdere renners naar de profrangen zien overstappen. Zo toonde Wesley Kreder, neef van Raymond die een jaar eerder tussensprintwinnaar in de Acht was, zich in 2008 al een talent voor de toekomst. Van de 152 gestarte renners haalden er welgeteld 80 na vier etappes  de eindstreep en werd de Zuid-Hollander eindwinnaar. Hij speelde in alle etappes een hoofdrol. Zou er een prijs voor de strijdlust zijn uitgeloofd, dan was die vast en zeker bij de toen 17-jarige coureur terecht gekomen. Nu mocht hij als winnaar van de gele leiderstrui èn als winnaar van de puntentrui in het sprintklassement ook al best tevreden zijn. De witte trui van de beste jongere was voor Wilco Kelderman, momenteel een van de sterkste pionnen in de Sunweb ploeg aan de zijde van Tom Dumoulin. Wesley Kreder, nu in Hapert wonend, maakt al een paar seizoenen deel uit van de Belgische ploeg Wanty Groupe Goubert die dit jaar voor de tweede keer een wildcard voor de Tour de France heeft veroverd. 

 

Pechvogel Daan Olivier 

 

Drie dagen lang reed Daan Olivier in de 60ste editie van de Acht van Bladel mee als een niet echt opvallende coureur. In zijn tweede jaar tussen de wielen maakte de jonge renner uit Oegstgeest naar eigen zeggen nog veel domme fouten. Toch bleek de scholier sterk genoeg om alle favorieten voor de eindzege in Bladel 2009 de loef af te steken. De etappezeges waren voor Yoeri Havik en Barry Markus, en voor de Belgen Giovanni de Merlier en Wietse Bosmans. Gele truidrager Gijs Van Hoecke had veel steun van zijn Belgische ploeg, maar kon in de slotetappe niet voorkomen dat negen man wegreden. Daan Olivier was voorin present en pakte zowel de gele als de witte trui. Mike Teunissen veroverde de groene trui, het rode sprinttricot kwam bij Jens Vandenbussche uit België terecht.

 

Na een profcontract bij Giant-Alpecin aan de zijde van John Degenkolb en Marcel Kittel, er even tussenuit om zich op zijn studie te richten, rijdt Olivier nu voor het tweede seizoen in de profploeg LottoNL-Jumbo. Het jaar 2018 heeft hem nog weinig geluk gebracht. Een val in Australië met een zware knieblessure werd gevolgd door een trainingsongeluk in Californië met een kuitbeen- en enkelbreuk, zodat hij opnieuw een tijdlang buitenspel staat. Dan heeft Mike Teunissen (Ysselsteyn) dit jaar in het Sunweb profteam meer geluk gekend met opvallende prestaties in Parijs-Nice en in een paar voorjaarsklassiekers. 

 

Danny van Poppel en Mathieu van der Poel 

 

Danny van Poppel sloeg in 2010 op de slotdag van de Acht van Bladel een dubbelslag. De toen nog maar 16-jarige eerstejaarsjunior uit Oisterwijk was de snelste in de eindsprint van de vierde etappe. Daarmee won hij het secondenspel om de eindwinst. Daan Olivier, de eindwinnaar van vorig jaar, kwam zeven tellen te kort voor een nieuwe eindzege. Steven Lammertink die de individuele tijdrit op zijn naam schreef bezette de derde plaats op het eindpodium van Nederlands oudste juniorenklassieker. Niet alleen het gele leiderstricot maar ook de groene trui van het puntenklassement en de witte trui van de beste jongere kwamen in het bezit van Van Poppel. Na eerdere etappezeges dat jaar in de Belgische Ster van Zuid-Limburg, in de Vredeskoers in Oost-Europa en in de Driedaagse van Axel waar hij tevens eindwinnaar werd, kwam met de jonge Pijnenburger een nieuwe veelbelovende renner op de erelijst van de 61-jarige Acht van Bladel. Mike Teunissen veroverde in de kopgroep op de slotdag de rode trui van de tussensprints. Danny van Poppel is intussen in het profpeloton een vaste waarde in het sprintergilde. Na een avontuur bij Sky is hij bij LottoNL-Jumbo als sprinter in dienst genomen.

 

Steven Lammertink gaf in de Acht van Bladel zijn ogen goed de kost. Na zijn winst in de individuele tijdrit in de Acht van Bladel 2010 zette de 17-jarige coureur uit Enter een jaar later vanaf het begin de toon. Hij won de eerste etappe, hoefde een dag later alleen de Belg Rob Leemans voor zich te dulden, werd 4de in de individuele tijdrit en hield in de slotetappe het geel stevig om de schouders. Danny van Poppel, de eindwinnaar van 2010, was nu de snelste in de laatste rit van de driedaagse wedstrijd nadat hij eerder ook al de individuele tijdrit op zijn naam schreef. Ook winnaar Lammertink rijdt inmiddels na enkele seizoen in een shirt van LottoNL-Jumbo dit jaar voor de Franse profploeg Vital Concept.

 

Eigenlijk stond het na de eerste etappe van de driedaagse Argos Oil Acht van Bladel in 2012 al haast vast wie de eindwinst zou gaan grijpen. De manier waarop Mathieu van der Poel de wedstrijd domineerde gaf aan dat zijn concurrenten van goeden huize moesten komen om hem de eindzege te kunnen ontnemen. In de volgende drie etappes verdedigde de juniorenwereldkampioen veldrijden zijn gele leiderstrui niet alleen met verve, hij maakte in de individuele tijdrit op zondagochtend nog eens extra duidelijk wie als de sterkste junior van dat moment mocht worden beschouwd. Met een royale voorsprong kon hij zondagmiddag met een gerust hart de etappezege aan streekgenoot Toon Wouters laten nadat hij met die renner uit Roosendaal met voorsprong aan de finish arriveerde.

 

De 17-jarige scholier Van der Poel bleef ondanks de tot dan toe geboekte successen heel bescheiden. “Na het behalen van de wereldtitel veldrijden heb ik een paar weken rust genomen en ben toen wegwedstrijden gaan rijden.” Met ook al zeges in Nederlandse klassiekers in het Zeeuwse Borssele en in de Limburgse Maasvallei en ereplaatsen in buitenlandse rittenkoersen lag er voor hem een mooie toekomst in het verschiet. “De cross blijft voorlopig toch mijn grootste passie,” aldus de winnaar van de Acht zes jaar geleden. Bij de profs verbaasde hij onlangs met een sprintzege op de snelle Fransman Nacer Bouhanni in de Ronde van Belgisch Limburg. Op de mountainbike streeft hij naar deelname aan de volgende Olympische Spelen. Waar houdt het op voor Mathieu van der Poel? 

 

Opvolgers 

 

In het wegseizoen 2018 lijkt de Nederlandse juniorenlichting het zwaar te hebben tegen leeftijdgenoten uit het buitenland. In de Oost-Europese Vredeskoers reed de Belgische kampioen Remco Evenepoel haast ongenaakbaar naar de eindwinst. Daar moest de oranje juniorenselectie duidelijk het hoofd buigen. In de zeer sterk bezette Driedaagse van Axel daarentegen hoefde onze landgenoot Max Kroonen (Diepenveen) alleen maar onder te doen voor de Deen Skivild. Kroonen mag na het veroveren van de nationale wegtitel 2018 meteen als een van favorieten voor de nieuwe Hapert Acht worden bestempeld met landgenoot Enzo Leijnze (Amstelveen) die zich liet opmerken in de Saarland Trofeo. De eigen regio heeft inbreng met clubteams van Het Snelle Wiel en TWC De Kempen Valkenswaard. Uit het buitenland komen twee Belgische, twee Engelse, twee Duitse teams en een Australische ploeg in het veld van 155 junioren aan de startlijn.

 

Kenny van Hummel was in de avondschemering van de Hapertse kermisdinsdag in 2004 duidelijk de snelste in de elitewedstrijd (foto Theo van Sambeek)

 

Het erepodium in Hapert: van links naar rechts Paul van den Akker, winnaar Kenny van Hummel en Jelle Vanendert (foto Theo van Sambeek)

 

2004 Hapert Kenny van Hummel wint aantrekkelijke kermisronde van Hapert

 

Het was haast te verwachten dat Kenny van Hummel de snelste zou zijn van het viertal coureurs dat de finale van de wielerronde van Hapert beheerste. De kleine coureur uit het Gelderse Elden had zijn zinnen op dit Kempische avondcriterium gezet. Gezegend met rappe sprinterbenen kon hij uiteindelijk met duidelijk verschil de overwinning naar zich toe halen. Na drie uren training vanuit zijn woonplaats naar zijn vriendin in Eersel was die overwinning in Hapert een nieuwe schakel aan zijn al rijk gevulde zegeketting. In een gezellig zomeravondsfeertje genoot het wielerpubliek van de elitekoers die voor de 39ste keer door de Hapertse Supporters Vereniging werd georganiseerd.

 

(door Piet Gijsbers)

 

Een peloton van vijftig eliterenners en beloften zorgde van begin af aan voor een levendige wedstrijd. Bram van Rijswijk, een van de drie plaatselijke coureurs, liet er geen gras over groeien om zijn gezicht op het voorplan te tonen. Enkele ronden lang voerde hij het veld met voorsprong aan. Een drieste poging die hem later in de koers nog op zou breken. De eerste sprint voor het Rabobank/Kempen Pers-klassement leverde hem de maximale punten op, gevolgd door Bladelse Tijn Seuntjens die een paar dagen eerder in de Ronde van Boxtel lang mee voorop reed en als vijfde was gefinisht. Al vroeg ook deed Kenny van Hummel een greep naar de punten voor de leidersprijs. En Jurgen van Pelt deed goede zaken door de tweede klassementssprint in zijn voordeel te beslissen. Daarmee nam hij al een optie op de leidersplaats in het Kempenklassement. Toen Van Pelt na een uur koers met negen anderen voorsprong nam en Jos van Veldhoven die trein met lede ogen moest zien vertrekken, was het pleit in het voordeel van de Gerwenaar beslecht. Toch legde nog niet iedereen zich bij de suprematie van de tien leiders neer. Van Pelt, Wilant van Gils, Kenny van Hummel, Jean-Pierre Leijten, de jonge Belg Jelle Vanendert, Westerhovense Roy de Waal, Bas van Hest, Ruud Aerts en Paul van den Akker zagen hun halve minuut voorsprong verdwijnen toen veertien andere coureurs in de achtervolging gingen. Van die veertien wist het viertal Nico Vuurens, Theo Eltink, beiden al eens winnaar in Hapert, Eddy van IJzendoorn en Richard Groenendaal de kloof naar de leiders te overbruggen. De kopgroep was toen al in mootjes uiteen gevallen, zodat vooraan een nieuwe situatie ontstond. Van een echt peloton was toen al lang geen sprake meer. Tal van coureurs moesten door het hoge tempo een kruisje over de wedstrijd maken. Snelheden van vijftig per uur werden vooral in de finishstraat bereikt. 

 

Jubileum

 

De echte beslissing in de wedstrijd viel na 75 kilometer. Vier man, Ruud Aerts, Kenny van Hummel, Paul van den Akker en Jelle Vanendert scheidden zich opnieuw van de rest af. Jurgen van Pelt deed nog een vruchteloze poging om in zijn eentje bij de vier leiders te geraken, maar ook de beul van Gerwen kwam deze avond krachten tekort. Terwijl de vier voorop eensgezind de laatste zeven ronden tot een feestelijke gebeurtenis maakten, verbrokkelde achter hen de tweede groep. Opmerkelijk was de rol van Theo Eltink in de achtervolgende groep. Wie nog dacht dat de frêle coureur uit Westelbeers alleen maar bergop in zijn nopjes is, zag nu dat hij voor de tweede keer in een week tijd ook in criteriums zijn mannetje staat. Toen Kenny van Hummel op de eindstreep de snelste van de vier vluchters bleek, won Eltink achter hem de sprint voor de vijfde plaats. De 23 renners die de wedstrijd tot een goed einde brachten waren eensgezind in hun lof over het schitterende parcours. Dat moet de Hapertse organisatoren goed hebben gedaan. Het kan hun plan om bij de jubileumeditie volgend jaar uit te pakken met een drieluik in Hapert, Hoogeloon en Casteren alleen maar nieuwe vleugels geven.

 

De voorwedstrijd van de junioren in Hapert eindigde in een zege van iemand met een welbekende wielernaam. Jeroen Dohmen uit Born, zoon van oud-coureur Math Dohmen, toonde zich de beste van de dag. Tussendoor streden de leden van de Toerclub Hapert in twee categorieën om het clubkampioenschap. Een aanzienlijk aantal van de 85 leden – achttien van hen reden afgelopen zaterdag in Frankrijk de welbekende Marmotte-toertocht over Croix de Fer, Col de Telegraphe, Galibier en Alpe d’Huez – kwam voor eigen publiek in actie. Erwin Rijkers, al voor het derde jaar op rij, en Bart van der Heijden gingen met de titels strijken.

 

De uitslagen in Hapert:

 

Elite/Beloften: 1 Kenny van Hummel Elden, 2 Paul van den Akker Eindhoven, 3 Jelle Vanendert Hamont, 4 Ruud Aerts Riel, 5 Theo Eltink Westelbeers, 6 Eddy van IJzendoorn Tiel, 7 Bas van Hest Alphen, 8 Wilant van Gils Schijndel, 9 Jurgen van Pelt Gerwen, 10 Nico Vuurens Meerkerk, 11 Bernt Hamers Schijndel, 12 Roy de Waal Westerhoven, 13 Jean-Pierre Leijten Bladel, 14 Richard Groenendaal Sint Michielsgestel, 15 Ralf Hamers Schijndel, 16 Bart Dirkx Reusel, 21 Dirk Bellemakers Luyksgestel.

 

Junioren: 1 Jeroen Dohmen Born, 2 Steven Kruiswijk Nuenen, 3 Yves de Wilde Lommel, 4 Robin van der Lijn Vianen, 5 Marco Brus Schijndel, 6 Stefan Doensen Nederweert, 7 Dennis Kivits Vlijmen, 8 Maickel Beekelaar Brunssum, 9 Floris Pennings Geldrop, 10 Rob van Bekkum Alphen, 24 Jan Hoeks Westerhoven, 29 Jos Castelijns Eersel.

 

Clubkampioenschap Toerclub Hapert 35-: 1 Erwin Rijkers Hapert, 2 Dirk van de Put Bladel, 3 Noud van de Sanden Eindhoven, 4 Bert Hendriks Hapert, 5 Jeroen van der Heijden Bladel.

 

35+: 1 Bart van der Heijden Vessem, 2 Johan Bruininckx Reusel, 3 Ben van Limpt Reusel, 4 Giel van Rooy Bladel, 5 Lambert Senders Hapert. 

 

Tussenstand Rabobank/Kempen Pers-klassement na Ronde van Hapert:

 

1 Jurgen van Pelt 104 p., 2 Jos van Veldhoven Dommelen 83 p., 3 Ralf Hamers Schijndel 74 p., 4 Paul van den Akker Eindhoven 70 p., 5 Ferdi van Katwijk Oploo 68 p., 6 Niels Hamers Weert 64 p., 7 Kenny van Hummel Elden 59 p., 8 Theo Eltink Westelbeers 57 p., 9 Bart Dirkx Reusel 56 p., 10 Leon Rooijakkers Gerwen 54 p.

 

Op de derde foto finisht Arie den Hartog als winnaar van de Amstel Gold Race in 1967

1963 Veldhoven Omloop der Kempen winnaar Arie den Hartog

 

(Tekst Piet Gijsbers, Foto’s uit archief Piet Kessels)

 

Hij was begin jaren zestig een topamateur. In 1962 en in 1963 maakte hij deel uit van de Nederlandse ploeg die werd afge­vaardigd naar de Wereldkampioenschappen op de weg in Salo en in Ronsse. De eerste keer veroverde hij in Italië brons. De tweede keer, in de Vlaamse Ardennen, was hij opnieuw dichtbij eremetaal, maar werd in de slotfase door pech gedwarsboomd. Wel was hij dat jaar succesvol in Olympia's Tour, in de Ronde van Oostenrijk en in een aantal Nederlandse en buitenlandse klassiekers. Hij schreef onder meer de Omloop der Kempen in 1963 op zijn naam door Bart Zoet, Gerben Karstens en Henk Cornelisse in die volgorde achter zich te houden. In 1964 kreeg hij zelfs een contract aangeboden bij Saint Raphael-Gitane, de ploeg van Jacques Anquetil. Voor die ploeg met de eerste vijfvoudige Tourwinnaar als kopman, won hij in 1964 onder meer de Ronde van Luxemburg. We hebben het over Arie den Hartog, van geboorte afkomstig uit Zuidland maar al vanaf zijn beroepsrennerperio­de woonachtig in Zuid-Limburg.

 

"Al kon ik goud verdienen, vraag me niet naar het jaar waarin ik de Omloop der Kempen gewonnen heb. Wanneer er over de wedstrijden in mijn tijd gesproken wordt, komt er al pratende soms wel weer iets naar boven. Ik heb de wielersport altijd vrij nuchter bekeken. Ik was niet iemand die ging voor de dood of de gladiolen. Er was in mijn leven nog wat meer dan fiet­sen. Ik kijk nog wel altijd naar de grote wedstrijden op de televisie. Zonder meer. Soms bezoek ik ook nog wel eens een wed­strijd: Luik-Bastenaken-Luik, de Amstel Gold Race, of een etappe in de Profronde van Nederland." Het is 1998 als ik met Arie den Hartog in gesprek raak. De oud-coureur komt op zijn praatstoel en beleeft weer het begin van zijn wielercar­rière. "De eerste koers die je wint blijft je altijd bij. Daar beleefde je het meeste plezier aan. Ik herinner me nog goed hoe ik met de eerste bos bloemen thuis kwam uit Bavel. Dat was iets aparts. Ik zie die wedstrijd bij de nieuwelingen nog helder voor mijn geest. We reden over een koolaspaadje langs een keiweg. Ik zie de supporters die met me mee waren gereisd nog staan. Eén van hen riep: 'n Tien, 'n tien! Dat was wat in die tijd: tien gulden! Daar wou ik wel voor rijden!"

 

Weddenschap

 

Den Hartog won in zijn eerste jaar als nieuweling 'misschien een stuk of vier, vijf wedstrijden'. "Ik was de enige renner in mijn omgeving. Het eiland Voorne-Putten waar we woonden was een afgesloten gebied. Er werd eerst raar tegen me aangekeken als ik aan het trainen was. 'Doet die jongen op die fiets met dat kromme stuur in de week­ends aan wedstrijden mee? Man, waar kom je van­daan?' zag je de mensen in mijn protes­tants-christe­lijke omgeving denken. Na een dikke-banden-race op konin­ginne­dag in Zuidland, waaraan ik na een wedden­schap met een stel kameraden mee deed, kocht ik mijn eerste race­fietsje voor vijfen­zeventig gulden. De buizen zaten vol deu­ken, breuken waren opnieuw gelast. Naarma­te de prestaties kwamen toonden de mensen steeds meer belang­stelling voor mijn koersactivitei­ten." Dat bleek vooral ook tijdens de huldiging die Den Hartog op het eiland onder de rook van Rotterdam ten deel viel na zijn bronzen plak op het WK '62 in Salo. De 21-jarige polder­jongen uit Zuid-Holland zou het niet bij dat ene grote wapen­feit laten.

 

Beroepsrenner

 

In 1963 reed Den Hartog de sterren van de hemel. Hij boekte in de Ronde van Friesland zijn eerste klassieke solozege, triom­feer­de te Amsterdam in de slotetappe van Olympia's Tour, werd in het eindklassement derde achter de Belgen Joske Dries en Julien Stevens, bezette in de door Jan Pieterse gewonnen Ronde van Oostenrijk diezelfde ereplaats en schitterde in de Omloop der Kempen. In een rechtstreeks duel voor de eindzege klopte hij Bart Zoet in Veldhoven. De uitverkiezing voor het WK in Ronsse stond toen voor Den Hartog al vast. In een poging de demarrage van de latere winnaar Vicentini te verijdelen trapte hij daar in België in kansrijke positie in de laatste omloop zijn wiel sch­eef. Zijn besluit om beroepsrenner te worden stond toen vast. "Ik had al een jaar eerder, na het WK in Salo, naar de ploeg van Saint Raphael-Gitane gekund. Toen was ik nog maar net tweedejaars amateur en zag het nog niet zitten. Ik wou eigenlijk in 1964 naar de Olympische Spelen in Tokyo, maar kreeg niet genoeg zekerheid om daaraan deel te kunnen nemen."

De overstap naar de beroepsrenners verliep voor de nog jonge Den Hartog uitstekend. Hij won in zijn eerste jaar als prof in 1964 ruim twintig wedstrijden, waarbij twee etappes en de eindzege in de Ronde van Luxemburg.

 

Glans

 

In 1965 gaf Den Hartog nog meer glans aan zijn profcarrière door Milaan-San Remo te winnen. Hij klopte in de Primavera de Italiaanse azen Adorni en Balmanion. Om daar een dag later in het Italiaanse Ospedaletti nog een zege aan vast te knopen. In 1966 won hij een etappe en het eindklassement in de Ronde van Catalonië. In 1967 won hij voor de BIC-ploeg op indrukwekkende wijze de Amstel Gold Race en reed in 1968 een sterke Tour de France als secondant van winnaar Jan Janssen. Met het stoppen van Caballero als sponsor van een profwieler­ploeg besloot ook Arie den Hartog eind 1970 op 29-jarige leeftijd een punt achter zijn wielerloopbaan te zetten. Ken­ners beweren dat hij meer uit zijn carrière had kunnen halen. "In de grote rondes had ik altijd wel een slechte dag en ik denk dat ik niet altijd mijn seizoen goed heb inge­deeld. Misschien heb ik ook mijn grens niet ver genoeg kunnen verleg­gen. Het fietsen is mij nooit het alleruiterste waard ge­weest. Het is maar van welke kant je het bekijkt." Nadat hij was gestopt begon Den Hartog een grossier­derij in wielersport­arti­ke­len en daarna ook een paar winkels met race­fietsen. "Later verkocht ik die, maar het thuis­zitten beviel me niet. Daarom ben ik een paar jaar geleden hier in Nieuws­tadt weer met een winkel begonnen. Gewoon dames- en herenfiet­sen. Nu heb ik weer wat om handen. Ik ben een geluk­kig man en ik heb dat voor een deel aan de wielersport te danken."

 

Naschrift:

Bovenstaand artikel verscheen in 1968, 25 jaar na de zege van Arie den Hartog in de Omloop der Kempen, in de Rondekrant van de Kempenklassieker. Arie den Hartog zijn leven heeft inmiddels een heel andere wending genomen. Na een TIA in het najaar van 2017 heeft zijn gezondheid een flinke tik opgelopen. Deze week, op maandag 23 april, werd de oud-profcoureur 77 jaar in een zorginstelling. Het zal hem goed doen een kaartje te ontvangen van veel wielersupporters van weleer. Zijn adres:

Proteion Zorgcentrum Sterrebosch

 

Kamer 2-28

 

Onder de Bomen 4

 

6017 AL Thorn

 

1998 Luyksgestel/Duizel/Bladel Max van Heeswijk doet het ook bij de profs uitstekend

 

(Tekst Piet Gijsbers, Foto's Theo van Sambeek)

 

Tegen de vlijmscherpe demarrage die Max van Heeswijk een paar ronden voor de finish van de kermisronde van Duizel in 1994 plaatste, was zelfs Bennie Gosink, die dat jaar onder meer de klassieke Ronde van Overijssel op zijn naam schreef, niet opgewassen. De 21-jarige cou­reur uit Baexem liet zijn twee jaar oudere rivaal toen het er echt op aan kwam met gemak achter zich. Het grootste applaus van het naar traditie goed opgeko­men wieler­publiek ging, heel terecht, naar de belofte­vol­le renner uit het Noord-Limburgse land. Die kon zijn oranje tricot van de natio­nale selectie voor een dag verwisse­len voor de 37ste gele trui van Duizel.

 

Na de kermisronde van Luyksgestel toonde Van Heeswijk zich vier jaar geleden voor de tweede keer binnen een maand de beste in het Kempen­land. De 21-jarige auto­schadeher­stel­ler was bezig aan zijn derde amateurseizoen en boekte tot dan toe al 30 overwin­ningen. Met zijn aan­valslust was het geen wonder dat het oog van Hennie Kuiper op hem viel. De ploegleider van het Motorola-profteam gaf hem nog datzelfde najaar de gele­genheid om als stagiair in zijn ploeg te proeven van het werk bij de beroepsrenners. De stage-periode leidde vervolgens tot een prof­contract in het Amerikaanse team met de vele nationalitei­ten.

 

In Heaven

 

Dat Max van Heeswijk in 1994 in Duizel won was op dat moment in zijn wielerloopbaan geen verrassing. In de paar weken die aan de Duizelse kermisronde vooraf gingen won hij niet minder dan vier etappes in de zware amateurronde van Rheinland-Pfalz. Het profdebuut van Van Heeswijk verliep in 1995 perfect. Na een aan­loopperiode boekte hij in de Ronde van Luxemburg zijn eerste beroepszege. In zijn debuutjaar troefde hij in de Ronde van Gali­cië niemand minder dan Laurent Jalabert, op dat moment de zegekoning in het profpeloton, twee keer af voor een etap­peo­verwinning. Dat ontlokte hem de uitspraak: "I'm in heaven." Zijn ploeggenoten kregen steeds meer vertrouwen in hem als het op een groepssprint aankwam. "Een eindsprint lichtjes bergop is voor mij een ideale aankomst," liet hij zich ontvallen. "Het peloton komt dan niet meer zo massaal op de finish af."

 

Naast Zülle

 

De prachtige resultaten van de Limburger deden verschillende ploegen naar zijn gunsten dingen toen Motorola eind '96 als sponsor uit de wielersport stapte. Van Heeswijk kon bij Polti, Mapei en Rabobank terecht. Hij koos uiteindelijk voor de Nederlandse ploeg. "We spreken dezelfde taal. Dat is goed voor de sfeer. En alles wordt vanuit Neder­land geregeld," zo ver­klaarde hij zijn keuze. Ook in de oranje­ploeg ontpopte hij zich als een afmaker. Na twee tweede plaat­sen in de Ronde van Zwitserland leek het even of dat niet zou gaan lukken. Maar ploegleider Theo de Rooy roemde zijn aanvalslust op terrein dat hem niet op het lijf geschreven was. In het najaar van 1997 boekte Van Heeswijk in de slotetappe van de Ronde van Spanje een van de mooi­ste zeges in zijn carrière tot nu toe. In Madrid presteer­de hij het haast onmogelijke: in de slotki­lometer ontsnapte hij uit het compacte peloton en trapte zich op het licht oplopende laatste rechte eind zowat wezenloos. Met succes. Ja, en als je daar dan naast eindwin­naar Alex Zülle op het erepo­dium staat, is de zege in de kermisronde van Duizel natuurlijk een peanut. Evenals de winst in de klassieke Acht van Bladel bij de junio­ren. Maar iedere rechtgeaarde Kempische wieler­sport­liefhebber geniet dan toch wel even.... 

 

2003 Veldhoven Alain van Katwijk volgt Mark Vlijm op als winnaar Omloop der Kempen

 

Dubbel succes voor Axa in de Omloop der Kempen: een juichende winnaar Alain van Katwijk met ploeggenoot Paul van Schalen vlak achter zich (Foto Theo van Sambeek)

 

Op het overwicht van het Axa Pro-Cycling Team stond zondagmiddag op de wegen van het Kempenland geen maat. Toen in de Omloop der Kempen de beslissing werd ingeluid door een kopgroep van vijftien renners, bevonden zich in die sterke groep niet minder dan vijf coureurs van de Axa-ploeg. De laatste 60 kilometers van de klassieke wedstrijd werden door de koplopers in zo’n hoog tempo afgelegd dat uit de achtergrond niemand meer de aansluiting met de leiders kon bewerkstellingen. Op de eindstreep in Veldhoven liet Alain van Katwijk zien dat hij weer helemaal terug in oude doen is. Evenals zeven jaar geleden, toen nog als junior, kwam hij als winnaar uit de strijd tevoorschijn.

 

(door Piet Gijsbers)

 

Het is alweer meer dan twintig jaar geleden dat een klein kereltje rondjes fietste op de achterplaats van zijn ouderlijk huis in Bladel. Alain van Katwijk kon eerder fietsen dan lopen. Maar hoe kan dat ook anders met een vader die be­roeps­renner is in je allervroegste jeugdperiode. In de tijd dat pa Jan van Katwijk met de Raleigh-ploeg van Peter Post aan alle grote inter­nationale wedstrijden deelnam, reed kleine Alain al driftig op een driewieler rond. Nu, op 26-jarige leeftijd, heeft hij al menigmaal van het succes als wielrenner geproefd. Vooral in de jongerenrangen was hij een gedoodverfd winnaar. Bij de amateurs kwam er even een breuk in de prestatielijst van Van Katwijk. Na een operatieve ingreep die hem verloste van een vernauwing in een bekkenslagader zit hij nu weer helemaal in het goede spoor. ‘Alles loopt ineens weer naar wens. Ik voel me lekker in m’n vel zitten. Zonder mezelf op de borst te kloppen vind ik dat ik thuis hoor in een ploeg als Axa.’ Nadat Mark Vlijm, de winnaar van de Omloop der Kempen in 2002, vanwege een hardnekkige blessure dit voorjaar wekenlang uit koers moest blijven, werd Alain van Katwijk door manager Ton Welling ingelijfd als vervanger van die snelle sprinter. En niet zonder succes. Dat bleek de afgelopen weken meermaals. Eerst met een tweede plaats in de openingsetappe van het Circuit des Mines en de achtste plaats in de eindstand na zes dagen in die Noord-Franse etappekoers, vervolgens won hij in eigen land de klassieke Ronde van Overijssel. Om daar nu ook nog de zege in de Omloop der Kempen aan toe te voegen.

 

Overtal situatie

 

De beginfase van de Kempenklassieker werd gekenmerkt door een lange vlucht van Rick Flens. De 20-jarige West-Nederlander uit de ploeg Van Vliet-EBH kwam al voorop in de lus die de karavaan via Luyksgestel door de Pilis voerde. Eerst samen met Arno Wallaard, Antoine de Haan en Tjarco Cuppens. Toen zijn drie metgezellen het welletjes vonden bleef Flens manmoedig in zijn eentje voorop rijden. In de omgeving van Reusel kreeg hij gezelschap van Bart Dirkx (Tempo/BMV) die op de Laarakkerdijk zijn ouderlijk huis passeerde en daar even zijn gezicht vooraan wilde tonen. Samen met collega-veldrijder Thijs Verhagen (Rabobank) achterhaalde hij na 80 kilometer koers de eenzame vluchter en het drietal bleef vervolgens een uur lang eendrachtig samenwerkend voorop rijden. In de buurt van Oostelbeers moest Dirkx zijn metgezellen laten gaan. De twee voorop hielden stand tot voor de tweede keer, nu na de noordelijke lus van de Omloop, de keiwegen rond Hulsel werden opgezocht. Daar kwam de wedstrijd pas tot volle ontplooiing. Met een aanwakkerende zuidwestenwind werd het peloton door de mannen van Axa en de Deense ploeg Glud&Marstrand op het smalle pad langs de keiweg naar Bladel op de kant gezet. De grote groep viel in vier grote brokken uiteen. De vijftienmanskopgroep legde er flink de zweep over en had bij het uitrijden van Casteren al een halve minuut voorsprong op het eerste grote peloton. ‘Toen hebben wij lang vol gas moeten geven om de achtervolgers op afstand te houden,’ liet Van Katwijk na afloop weten. ‘Wij waren met vijf man sterk vertegenwoordigd en ook de rest van de kopgroep heeft toen kilometerslang volle bak moeten rijden om voorop te blijven. We merkten al gauw dat Rabobank en Löwik/Tegeltoko de slag hadden gemist. In de laatste twee omlopen in Veldhoven zijn we er goed in geslaagd met onze ploeg steeds een overtal-situatie te houden. Toen we in de slotfase met z’n vijven voorop kwamen, waren Paul van Schalen en ik opnieuw vooraan present. Ik had nog de meeste schrik van Julien Smink. Maar Paul hield het tempo zo hoog dat ik op het laatste stuk vanuit het wiel van Smink gemakkelijk kon winnen.’ Ook Van Schalen kwam nog vóór Smink over de eindstreep. Ton Welling, de manager van de Axa-ploeg, kreeg daarmee toch gelijk. Wat hij vooraf aankondigde werd door zijn ploeg waar gemaakt: opnieuw werd Axa winnaar van het ploegenklassement en kreeg als beloning de reuzenbeker mee naar huis. Van Katwijk kan zich nu met zijn ploeggenoten opmaken voor Olympia’s Tour. ‘Het gaat heel goed in dit shirt. Voor mij is dit een droomstart geweest in een nieuwe ploeg.’ 

 

De uitslagen in Veldhoven:

 

Omloop der Kempen elite-renners:1 Alain Van Katwijk (Valkenswaard) Axa Cycling Team 200 km in 4.33.20 (43.9 km/h), 2 Paul Van Schalen (Bakel) Axa Cycling Team, 3 Julien Smink (Hoogland) Van Hemert Groep Cycling Team, 4 Jehudi Schoonacker (Bel) Vlaanderen-T Interim, 5 Jacob Nielsen (Den) Glud & Marstrand Horsens, 6 Max Nielsen (Den) Glud & Marstrand Horsens 0.06, 7 Sierk Jan De Haan (Ned) Stichting Wieleront - Wikkeling Esp 0.17, 8 Ruud Aerts (Waalre) Van Hemert Groep Cycling Team 0.24, 9 Arthur Farenhout (Spijkenisse) Axa Cycling Team, 10 Jos Lucassen (Geleen) Axa Cycling Team, 11 Joost Van Leijen (Ewijk) Van Vliet – EBH, 12 Pascal Hermes (Liempde) Axa Cycling Team 0.32, 13 Fulco Van Gulik (Rotterdam) Bert Story-Piels, 14 John Talen (Spijkenisse) PRC Delta, 15 Soren Pedersen (Den) Glud & Marstrand Horsens, 16 Mark Fitzgerald (USA) 0.36, 17 Zdenek Mlynar (Tsjechië) AC Sparta Praag  0.38.

 

Grote Prijs Bouwers Met Visie (junioren):1 Philipp Zimmermann (Duitsland) 120 km in 2.48.49, 2 Keith Norris (USA), 3 Jasper Melis (België), 4 Daan Rijntjes (De Spartaan Den Haag), 5 Arjen Houweling (Reto Arnhem), 6 Thijs van Amerongen (District Oost-Nederland), 7 Mike van de Putten (DTS Zaandam), 8 Wim Botman (DTS Zaandam), 9 Roland Stenekes (DTS Zaandam), 10 Eddy van IJzendoorn (Tiel),

 

GP Van der Heijden Nederland dames:1 Bertine Spijkerman St. Nicolaasga, 2 Debbie Mansveld Gasselternijveen, 3 Sissy van Alebeek Rotterdam, 4 Kristy Miggels Belfeld, 5 Vera Koedooder Bovenkarspel, 6 Sandra Rombouts Rijsbergen, 7 Charlotte Becker Duitsland, 8 Martine Bras Helmond, 9 Sabrina Raaijmakers Eindhoven, 10 Marieke Verhoeven Erp.

 

1985 Valkenswaard Hans Baudoin klaar voor Omloop van de Baronie en Ster van Brabant

 

Op de middelste foto klopt Hans Baudoin in 1982 in de Ronde van Drenthe zijn vluchtgenoten Arie Hassink en Bert Wekema (Foto Cor Vos). Op de rechterfoto is de renner uit Valkenswaard in 1984 de snelste in de Diessense Omloop van ’t Molenheike (Foto Jeroen Verhelst).

 

In een tijdsbestek van drie weken krijgt de amateurtop van wielrennend Nederland in 1985 twee aansprekende klassieke wedstrijden op Brabantse bodem voor de wielen. Op zondag 31 maart beleeft de Omloop van de Baronie haar 26e uitgave in het westelijk deel van onze provincie. En op 12, 13 en 14 april wordt de Internationale Ster van Brabant voor de tweede keer op de Oost-Brabantse wegen verreden nadat die wedstrijd eerder zeventien jaren op rij als eendagsklassieker Ster van Bladel nationale bekendheid genoot. Een van de renners die in eigen provincie al eens met de overwinnaarspalm kon zwaaien is Hans Baudoin uit Valkenswaard. Vorig jaar toonde hij zich zo niet de sterkste dan toch zeker wel de slimste van de dag in de Baronie. Voldoende aanleiding om hem aan de vooravond van de twee grote Brabantse klassiekers in de rubriek Kempische Wielerspiegel voor het voetlicht te halen.

 

Prachtige erelijst

 

Vijftien wedstrijdseizoenen heeft Baudoin, geboren op 2 oktober 1961, al op de racefiets doorgebracht. Toen Toer- en Wielerclub De Kempen in Valkenswaard een jeugdafdeling optichtte, was hij op achtjarige leeftijd een van de eersten die zich aanmeldde. Zijn allereerste koersje eindigde meteen al in een overwinning. En wie zich in de loop der jaren geïnteresseerd heeft in het Kempische wielergebeuren zal er niet van opkijken dat die zegelijst inmiddels tot boven de 140 ia aangegroeid. “Mijn mooiste overwinning,”vindt hij zelf, “is die in Hoogerheide waar ik in 1978 nationaal kampioen op de weg bij de nieuwelingen werd.” En in één adem daar achteraan somt hij de amateurklassiekers op die hij de laatste vier jaar won: Vierstromenlandronde, Ronde van Drenthe, een rit in Olympia’s Ronde en de Omloop van de Baronie. Daarbij gevoegd nog een aantal titels in het (Oost)-Brabantse land in de diverse wedstrijdcategorieën bij nieuwelingen, junioren en amateurs, een nationale titel achtervolging als junior en een paar zilveren medailles samen met leeftijdgenoten van TWC De Kempen in de nationale clubtitelstrijd in Dronten. Niemand die nog ontkennen zal dat de Valkenswaardse renner met talent gezegend is.

 

Terugslag

 

Hans Baudoin behoorde duidelijk bij de meest veelbelovende renners van ons land. Haast met de reglmatt van de klok bouwde hij zijn overwinningentotaal op. Jaarlijks, ook nog als amateur met uitzondering van vorig seizoen, werden zowat tien zegepralen toegevoegd. Na een succesvolle aanloopperiode bij de amateurs leek hij naar de middenmoot van het peloton terug te zakken. Toen sponsor Jan van Erp stopte en Piet van der Kruijs de kern van die ploeg overhevelde naar Jo van Aarle/Ecco, was er geen plaats meer voor Baudoin. Waarna Jan van Katwijk hem vorig jaar inlijfde in de Mindex-ploeg. De coureur beschaamde dat vertrouwen niet en won al vroeg in het seizoen op overtuigende wijze de Omloop van de Baronie. Kort daarna raakte hij echter aan de sukkel. Een prostaatontsteking verhinderde zijn deelname aan de Ster van Brabant door eigen streek. In totaal kwam hij maar vier maanden in actie. “Eigenlijk is de miserie begonnen toen ik een jaar of drie geleden de waterpokken kreeg,“ verklaart hij zelf zijn minder presteren in de afgelopen twee amateurseizoenen. “Maar ik heb er goede hoop op dat die ellende nu voorgoed achter de rug is. In de Ster van Zwolle waagde ik me nog niet in de eindsprint en werd 28e. Een week later in de Ronde van Zuid-Holland was ik mee in de beslissende ontsnapping van 24 man, maar werd uitgeschakeld toen een andere renner in mijn achterwiel reed.” Daags daarna was alleen zijn clubgenoot John Bogers hem in Oostelbeers te snel af en zondag in het Zuid-Limburgse Neerbeek werd hij op de streep geklopt door Martin Theunissen. “Maar daar reed ik tachtig kilometer samen met Pietje Harings op kop, zodat die eindspurt me pal nadat we waren ingelopen nog niet tegenviel. Ik merk dat mijn snelheid wat minder wordt en dat ik het nu meer van de macht moet hebben.”

 

Goede hoop

 

Zijn streven is dit jaar vooral in de klassiekers goed te presteren. Daarnaast probeert hij in de criteriums de naam van zijn nieuwe sponsor Univers-Concorde, de ploeg van Noord-Hollander Frans Klardie, zo goed mogelijk te verkopen. Voor de klassieker door de Baronie heeft hij goede hoop.  “Daar gaat het me altijd goed af, al zou ik er ook haast niets voor hebben gedaan. Ik was er al eens tweede en vierde en vorig jaar dus winnaar. Voor die wedstrijd heb ik altijd een uitstekende moral. Misschien dat het daaraan ligt. Toch ben je natuurlijk voor de start altijd wat gespannen en het moet je vooral in het begin van de wedstrijd een beetje meezitten. En wat de Ster van Brabant betreft, daar heb ik dit jaar mijn hoop ook een beetje op gericht. Want wat is er mooier dan in je eigen streek goed te presteren?” Wie Hans Baudoin de eerstkomende weken op een van de Kempische wegen tegenkomt kan er van op aan dat de Valkenswaardse coureur met HAVO-opleiding, nu als WW’er bezig aan een middenstandsopleiding, in training is voor de Ster van Brabant vanuit Bladel en voor de Diessense Omloop van ’t Molenheike die hij vorig jaar ook al won.

 

 

1985 Eindhoven-Veldhoven Bert Oosterbosch met Post-ploeg in training op Kempische wegen

 

Vandaag, 2 maart 1985, wordt in Gent het startschot gelost voor het nieuwe Belgische seizoen van de beroepswielrenners. In de namiddag zal bekend zijn wie na Eddy Planckaert de erelijst van de Omloop ‘Het Volk’ zal aanvullen. Jarenlang was deze ook wel als Gent-Gent betitelde wedstrijd over een afstand van ruim tweehonderd kilometer de openingskoers van de lage Landen aan de Noordzee. Nadat men aan de boorden van de Middellandse Zee in Spanje, Frankrijk en Italië de seizoenstart met enkele weken vervroegde, hebben inmiddels ook in ons eigen land de wielerprofs al hun eerste wedstrijd gereden. Met honderdtwintig man sterk kwamen zij op de laatste woensdag van februari op de wegen van de Gelderse Achterhoek in actie. Post-renner Johan Lammerts behaalde daar de derde zege in zijn profcarrière. Een van de deelnemers, oud-Eindhovenaar Bert Oosterbosch was samen met neo-prof John van Asten vorige zondag bij het Piroc in Veldhoven aan de slag in de tweede trainingsrit van TWC Tempo. Na afloop vertelde de rossige Panasonic-coureur over zijn eerste ervaringen in het wegseizoen 1985. Een seizoen dat in de eerste week van februari in Zuid-Frankrijk begon. De Ster van Bessèges, een rittenkoers uitgesmeerd over vier dagen, werd in het verleden al vijf keer door een renner uit de ploeg van peter Post gewonnen. Franky de Gendt, Jan Raas, Cees Priem, Bert Oosterbosch en Eddy Planckaert staken achtereenvolgens de eindzege op zak. Met sterke temporijders als Eric Vanderaerden en Bert Oosterbosch in de gelederen kon Post ook dit jaar met goede voornemens naar Bessèges afreizen. Maar niemand minder dan Tourwinnaar Laurent Fignon zorgde dat het openingsfestijn een Franse aangelegenheid werd. Bert Oosterbosch kwam ditmaal duidelijk tekort. Het tijdritje om te bepalen wie in de leiderstrui van start mocht gaan was hem niet op het lijf geschreven. “Ik moet het hebben van enkele lange rechte stukken en dat was er daar helemaal niet bij. De afstand was maar twee kilometer en daar zaten ook nog een paar rot bochten in waarin scherp moest worden gedraaid.”Twee dagen later leek Oosterbosch de schande van de zeventiende plaats in de proloog met een lange solovlucht te gaan weg werken. Na 50 kilometer ging hij er vandoor en zijn voorsprong op het peloton was halfkoers al tot vijf minuten gestegen. In het peloton werd bij het vernemen van die voorsprong door de concurrentie niet stil gezeten. Neo-prof Leclercq, een ploegmaat van Sean Kelly en Gerrie Knetemann, wist zich uit de meute te ontworstelen en kreeg de Belg Guy Nulens mee als bewaker voor de Panasonic belangen. “Acht kilometer voor de finish haalden die twee me in en toen was bij mij de pijp leeg,” aldus Bert Oosterbosch die zich kon troosten met de zege van zijn ploegmakker Nulens die tevens eindwinnaar zou worden.

 

Opnieuw geklopt

  

Geen nood voor Oosterbosch. Vier dagen later kreeg hij een kans op revanche in de proloog van de Ronde van de Middellandse Zee. Ook al zo’n wedstrijd waarin Nederlanders de laatste vijf jaar het gezicht mee bepaalden. Bert Oosterbosch zette een scherpe tijd neer, hoewel hij het nadeel had dat de regen het parcours glad maakte. Uitgerekend zijn teamgenoot Eric Vanderaerden die het geluk had te kunnen rijden toen de wegen weer wat waren opgedroogd, bleek als enige nog in staat die tijd te verbeteren. Welgeteld twee seconden brachten hem de zege. In de afsluitende lange tijdrit werd Oosterbosch opnieuw geklopt door zijn kopman Phil Anderson die daarmee de eindzege voor de Post-ploeg veilig stelde. Toch vindt Oosterbosch dat hij tot nu toe boven verwachting heeft gepresteerd en, wat belangrijker is, ook Post gelooft nog steeds in zijn mogelijkheden. “We hebben met onze voltallige ploeg een paar dagen in Motel Eindhoven doorgebracht. Van daaruit hebben we een paar lange trainingsritten gemaakt door België en de Nederlandse Kempen. Omdat Eric Vanderaerden op het Belgische gedeelte en ik aan onze kant van de grens goed bekend zijn, kozen we deze streek uit. Twee aan twee hebben we op tempo getraind met de ploegleiderswagen achter ons aan. Steeds op brede wegen en zoveel mogelijk buiten de drukte van grotere plaatsen. Via Valkenswaard, Maarheeze en Weert naar Hamont, Hechtel, Zolder, Lummen, de woonplaats van Vanderaerden, en zo terug bij Lommel de grens over. Door de Pielis bij Luyksgestel naar Weebosch, Postel, Retie, Reusel, Esbeek en via Diessen, Hapert en Eersel terug naar Eindhoven. De ene dag 175 kilometer, daags erna nog 190.”

 

Naschrift 15 februari 2018:

 

Bert Oosterbosch wint in 1985 veertien wegwedstrijden waarbij etappes in Parijs-Nice, de Ronde van Catalonië, de Ronde van Noorwegen, de individuele tijdrit en de ploegentijdrit met Panasonic in de Ronde van Nederland, alsook de proloog individuele tijdrit in de Ronde van Spanje.

 

 

 

2017 Westerhoven Maud Kaptheijns koningin van het veldrijden

 

Een vertrouwd gezicht: Maud Kaptheijns voert het veld aan (Foto Jo Nederkoorn)

 

 

 

Maud Kaptheijns blijft de veldritwereld verbazen. Sinds afgelopen weekend mag de renster uit Westerhoven als de leading lady in de cross worden beschouwd. Zaterdag 21 oktober zette zij in het Belgische Boom na winst in de Super Prestige veldritten van Gieten en Zonhoven ook de derde cross in die prestigieuze wedstrijdserie naar haar hand door wereldkampioene Sanne Cant in een eindsprint met twee achter zich te houden. Zondag 22 oktober werd de Duinencross in Koksijde een prooi voor Katheijns. De 23-jarige renster degradeerde daar het voltallige deelnemersveld door vanaf de start in de aanval te gaan. Gaandeweg de wedstrijd die meetelde voor de Wereldbeker nam zij in het duinzand meer voorsprong. Uiteindelijk bleef landgenote Sophie de Boer op bijna een minuut achterstand het dichtste in haar buurt. Sanne Cant, de Amerikaanse Kathy Compton, Nikki Brammeijer uit Groot-Brittannië, rensters uit België, Tsjecho-Slowakije, Zwitserland, de Verenigde Staten en Frankrijk moesten nog meer tijd prijsgeven op een ontketende Kaptheijns. “Ik hoop dat dit nog lang mag duren”, aldus de 23-jarige renster van Crelan-Charles. “Ik ben nu een jaartje ouder, maar dat is niet het enige verschil met vorig jaar. Ik cross op dit moment heel goed omdat ik de perfecte zomer achter de rug heb, goede trainingen heb kunnen afwerken en vooral ook omdat ik mijn voeding heb aangepast. Vroeger at ik niet goed, nam ik niet voldoende koolhydraten in en kwam ik daardoor vaak te kort op het eind van de wedstrijd. Nu heb ik mijn voeding compleet aangepast en dat helpt. Ik eet meer, maar anders en ben drie kilo afgevallen.” Na haar dubbelzege in het voorbije weekend gaat Kaptheijns een weekje wat gas terug nemen in de training met de Prolease Grote Prijs van Brabant op zaterdag 28 oktober in Rosmalen, een dag later de Super Prestige cross in Ruddervoorde en het EK in het Tjechische Tabor op 5 november in het nabije vooruitzicht.

 

Thomas Dekker ontvangt uit handen van burgemeester Cox een karakteristiek Veldhovens aandenken aan zijn tijdritzege (foto Theo van Sambeek)

 

2003 Veldhoven Thomas Dekker klopt favoriet Fabian Cancellara in proloog Ster Elektrotoer

 

Niet de Zwitser Fabian Cancellara, dit jaar al winnaar van de prologen in de sterk bezette Ronden van Romandië en van Zwitserland, maar de jonge Thomas Dekker uit de beloftenploeg van Rabobank zette in de proloog van de Ster Elektrotoer de snelste tijd op de klokken. De kenners wisten dat Dekker als Nederlands tijdritkampioen bij de renners tot 23 jaar veel klasse in huis had. Toch was het een regelrechte verrassing dat de Noord-Hollander sneller was dan een aantal door de wol geverfde profs. Opmerkelijk genoeg eindigden vooral jonge coureurs in de top van het dagklassement op de regenachtige avond in Veldhoven.

  

(door Piet Gijsbers)

 

Met de volledige medewerking van gemeentebestuur en politie had de Stichting Omloop der Kempen het voor elkaar gekregen om in de vroege avonduren de proloog als individuele tijdrit op de verkeersaders van Veldhoven te laten verrijden. Honderden dranghekken, nog meer pilonnen en een legertje politiemensen en signalateurs van de organisatie zorgden voor een goed beveiligd parcours waarop de renners zich konden uitleven. Vanwege de avondspits waren er lange files, zeker nu iedereen op zo’n regenachtige dag voor de auto als vervoermiddel koos. De regen weerhield bovendien velen om de renners in hun korte rit van bijna vijf kilometer tegen het uurwerk gade te slaan dan wel aan te moedigen. Toch gonsde het van de activiteiten bij de start op het Meiveld en bij de vlakbij gelegen finishlijn op de Heemweg. Een voor een begaven de coureurs zich op weg om via Heerbaan, Sterrenlaan, Abdijweg, Burgemeester Van Hoofflaan en Bossebaan aan het einde van de Heemweg te finishen. Als een van de eerst gestarte renners zorgde Remco van der Ven (Bankgiroloterij/Batavus) op het natte wegdek voor een snelle tijd (5.46) met een gemiddelde snelheid van bijna vijftig kilometer per uur. Toen de helft van de 114 deelnemers hun rit hadden beëindigd, stond Luyksgestelse Dirk Bellemakers (Van Vliet-ploeg) als een van de jongste deelnemers nog knap op de tweede plaats in de tussenstand. Jammer was het dat Bert Hiemstra in volle vaart op de Sterrenlaan met een onvoorzichtig overstekende fietser in aanraking kwam en daarmee een kruisje over de wedstrijd moest maken. Als eerste dook Koen de Kort uit Liempde (5.43) onder de tijd van Van der Ven, maar Niels Scheuneman, ploeggenoot van De Kort bij Rabobank, bleek nog drie seconden sneller. Op de Rabo-jonkies bleek deze avond geen maat te staan. 

 

Niet te temmen 

 

Als 93ste renner ging Thomas Dekker van start. Rabobank-coach Piet Kuijs had in de ploegleiderswagen nog een plaatsje vrij, zodat uw Kempen Pers-verslaggever eerste rang zat bij het volgen van de Nederlandse beloftenkampioen. Aangemoedigd door luide claxonstoten en vooral ook door inspirerende woorden van de ploegleider via de voor op de auto gemonteerde luidspreker raasde Dekker over het parcours. Bij de ijkpunten die de nog te rijden afstand in kilometers aangaven kreeg de coureur te horen hoe hij er in tijd voor stond in vergelijking met zijn ploeggenoten Koen De Kort en Niels Scheuneman. Bij het 3 kilometerbordje op de Sterrenlaan was Dekker al sneller dan zijn snelste ploegmakker. Geen wonder ook, want daar zette hij de kilometerteller van de volgwagen op 65 kilometer per uur. Zelfs ploegleider Kuijs stond versteld van de krachten van de vier dagen eerder 19 jaar geworden coureur. In een vloeiende stijl nam die de bocht naar de Abdijlaan na de hint van de ploegleider om die bocht ruim aan te snijden. Vóór de scherpe bocht bij het oprijden van de Burgemeester van Hoofflaan klonk door de luidspreker het dringende bevel om daar vooral waakzaam te zijn. Thomas Dekker was niet meer te temmen. De één minuut eerder gestarte Tom Cordes, ooit wereldkampioen bij de junioren, moest toezien hoe Dekker hem op de Bossebaan passeerde. Een jurylid op de motor zag toe of er reglementair werd ingehaald. Niet tot genoegen van Kuijs, want die moest daarmee noodgedwongen uit het kielzog van zijn pupil. De laatste vijfhonderd meter werden voor de ploegleider nog even spannend. De opluchting aan de finish was des te groter. De door Dekker neergezette tijd van ruim 5.37 was de snelste tot dan toe. 

 

Tweevoudig kampioen 

 

Ploegleider Kuijs bleef nog even voorzichtig: “De grote jongens moeten nog komen,” zei hij en doelde daarmee op de Zwitser Fabian Cancellara, de Belg Bart Roessems, die in het voorjaar nog de tijdrit in de Grote Prijs Erik Breukink had gewonnen, en vooral ook Bart Voskamp, vorig jaar onder meer door een sterke proloog eindwinnaar van de Ster Elektrotoer. Cancellara had de pech dat het hard ging regenen toen hij van start ging. Aan de eindstreep gaf hij een halve seconde toe aan Dekker. Misschien lag het aan de wat harder opgestoken wind, maar ook de aan het eind gestarte favorieten konden de tijd van Thomas Dekker niet meer verbeteren. Zijn gemiddelde snelheid van 51.218 kilometer per uur bleek ondanks de natte omstandigheden goed voor het eerste leiderstricot in de vijfdaagse etappekoers. Het lijkt erop dat de jonge winnaar een gouden toekomst voor zich heeft. Vorig jaar won Dekker als tweedejaarsjunior 22 wedstrijden. Vooral internationaal scoorde hij uitstekend met de tweede plaats in de eindstand van de Wereldbeker voor junioren als beloning. Het leidde ertoe dat de jonge coureur uit Dirkshorn afgelopen winter als enige junior van Rabobank het opstapje mocht maken naar de beloftenploeg die als Trade Team 3 aan de internationale competitie deelneemt. Dit jaar werd hij zowel nationaal wegkampioen als beste tijdrijder op het NK voor beloften (renners tot 23 jaar). Wellicht ziet Veldhoven hem volgend jaar terug, want de organisatoren van de proloog hebben een optie om die korte tijdrit opnieuw te organiseren. Dan hoogstwaarschijnlijk al in juni, zodat er later op de avond gestart kan worden. Dan heeft het verkeer minder hinder van de wedstrijd. En renners en publiek rekenen als het zover is op een echte zomeravond.

 

Uitslag proloog Ster Elektrotoer:1 Thomas Dekker Dirkshorn (Rabobank) 4,8 km in 5.37, 2 Fabian Cancellara Zwitserland (Fasso Bortolo) 5.37, 3 Niels Scheuneman Veendam (Rabobank) 5.40, 4 Bert Roessems België (Palmans/Collstrop) 5.40.76,  5 Bart Voskamp Zetten (Bankgiroloterij/Batavus) 5.41.22, 6 Bram Schmitz Aalst/Waalre (Bankgiroloterij/Batavus) 5.41, 7 Koen de Kort Liempde (Rabobank) 5.42.92, 8 Alexei Markov Rusland (Lokomotiv) 5.43, 9 Gerben Löwik Almelo (Bankgiroloterij/Batavus) 5.45.27, 10 Remco van der Ven Nieuwegein (Bankgiroloterij/Batavus) 5.46.

 

 

Rondemissen Ilse Bruggen en Marleen Vissers op eindpodium met winnaar Erik Dekker, Tomas Vaitkus en Bernard Eisel (Foto Theo van Sambeek)

 

2003 Bladel Erik Dekker bij rentree eindwinnaar van Grote Prijs Erik Breukink

 

Erik Dekker heeft, niet alleen tot zijn eigen verbazing, zijn rentree in het peloton gevierd met een overwinning in de tweede editie van de GP Erik Breukink. De Rabobankrenner die een tijdlang uit koers was met een onwillige knie gaf drie dagen achtereen de toon mee aan in de wedstrijd van de Stichting Wielerevenementen Het Snelle Wiel. Zonder een dagzege toonde Dekker zich de meest regelmatige coureur in het internationale gezelschap dat in Bladel aan de start verscheen. In het eindklassement had hij een kleine voorsprong op twee jonge renners die staan te dringen om zich in de nabije toekomst in de grote klassiekers te manifesteren.  De Litouwer Tomas Vaitkus en de Oostenrijker Bernhard Eisel stonden bij de slotceremonie naast Dekker op het erepodium.  

 

(door Piet Gijsbers) 

 

Na een lange blessureperiode in het vroege voorjaar was de eindzege in Bladel een opluchting voor Erik Dekker. Vrijdags, vlak voor de start van de lange etappe op en neer naar het Belgische Riemst, gaf hij aan al blij te zijn de driedaagse zonder problemen door te komen. Op zijn welbekende manier reageerde hij na de tijdrit op zondag luchtig op de vraag of de zege voor hem verrassend was.  “Ik heb vrijdags voor de start gedaan alsof ik nog niet zo zeker van mijn zaak was. Ik hield met het klassement helemaal geen rekening. De dag door de Ardennen wilde ik eerst eens afwachten. Toen dat ook geen probleem bleek te zijn, heb ik me op een snelle tijd in de individuele tijdrit gericht.” Dekker gaf toe dat hij slecht geslapen had in de nacht voor de afsluitende tijdrit. Hij was nerveus geweest voor de start. Zijn knie hield echter goed stand. Na al twee dagen achtereen zijn gezicht  in de finale van de koers in de frontlinie te hebben laten zien, bracht hij ook in de rit tegen het uurwerk een van de snellere tijden op de klokken. De trainingen los van de ploeg in de omgeving van het Spaanse Murcia in de week vooraf bleken hem goed te hebben gedaan. “Nu ik drie dagen achtereen voluit kon gaan, betekent dat voor mij dat ik conditioneel veel verder ben dan ik had durven hopen. Maar niemand moet van mij nu al wonderen verwachten in de Ronde van Vlaanderen. Dat soort wedstrijden zijn nog heel wat langer en zwaarder dan die van dit weekend,” verklaarde hij na afloop. Aan de vele wielersportliefhebbers die de renners in Bladel kwamen bewonderen, liet Dekker met zijn schitterende prestatie in de GP Erik Breukink eens te meer zien dat hij als een van de grote klasbakken in het peloton mag worden beschouwd.  

 

Jimmy Casper 

 

De eerste etappe van de GP Erik Breukink werd in een sprint met zestien renners beslist op de eindstreep in Bladel. De zestien koplopers maakten zich in de finale van de koers op de wegen van het Kempenland los uit de grote groep, nadat het peloton pas in de laatste 25 kilometer echt op drift was geraakt. Even leek het er toen al op of Erik Dekker met zijn welbekende jump de etappewinst naar zich toe zou gaan trekken. De Franse sprinter ]immy Casper (FDJeux.com) verijdelde de plannen van Nederlands meest succesvolle coureur in de afgelopen jaren. Met de eindstreep in zicht zette de 24-jarige Fransman zich op kop van de vluchtgroep en boekte zijn tweede seizoenszege.

 

De etappe op en neer naar Riemst werd vooral kleur gegeven door de 22-jarige  Fransman Christophe Kern (Brioches la Boulangere) met een lange solo die hem een maximale voorsprong van bijna 15 minuten opleverde. De jonge coureur, die vorig jaar Luik-Bastenaken-Luik bij de espoirs op zijn naam schreef, hoefde zijn voorsprong pas prijs te geven nadat hij welgeteld 153 kilometer alleen op kop had gereden. De finale van de etappe werd hard gemaakt door de renners van Rabobank en Bankgiroloterij. Het tempo ging omhoog naar 60 km per uur. Met nog 25 km voor de wielen gingen Thomas Vaitkus (Landbouwkrediet-Colnago) en Bernard Eisel (FDJeux.com) in de aanval. Zij kregen veertien renners met zich mee. In korte tijd nam die groep een voorsprong van 30 seconden op de hoofdmacht. Met drie man bij de koplopers vertegenwoordigd, leek Rabobank in de persoon van Erik Dekker in de laatste kilometers een greep naar de ritzege te doen. De Oostenrijkse neo-prof Bernard Eisel zag zijn sleurwerk in de slotfase echter beloond met de zege van ploeggenoot Jimmy Casper die op de streep duidelijk de snelste was. Onze landgenoot Gerben Löwik (Bankgiroloterij-Batavus) liet zijn goede vorm blijken door de tweede plaats voor zich op te eisen.

 

Bernhard Eisel

 

In de Ardennen-rit op zaterdag ging Bram Schmitz (Bankgiroloterij-Batavus) al na 18 kilometer in het gezelschap van Mart Louwers (AXA) en Stijn Devolder (Vlaanderen T Interim) voorop rijden. Eendrachtig samenwerkend bouwden de drie leiders een voorsprong op die tot maximaal elf minuten opliep. Op de Planck en de Baraque Michel kwam Louwers als eerste boven. Toen het echt menens werd op de steile helling Ferme Libert (stijgingspercentage 20 %) en de lange klim van de Bevercé (na 105 km), beide bij Malmédy, reed Schmitz voorop. Stijn Devolder moest bij de leiders lossen. Intussen was het peloton helemaal verbrokkeld. Een groep van meer dan dertig coureurs, bij wie Tom Steels en Angelo Furlan, zagen hun achterstand zo groot worden dat zij de wedstrijd voor gezien hield. Geert Verheyen (Marlux-Wincor) kwam als eerste boven op de Halembaye (175 km). De finale kon nu echt beginnen. Veertien renners bij wie Mathew Hayman en Erik Dekker (Rabobank), Gerben Löwik (Batavus), Paul van Schalen (AXA), Jimmy Casper (FDJeux.com), Dave Bruylandts (Palmans-Colstrop) en ook Christophe Moreau ((Crédit Agricole) namen een kleine voorsprong. Met nog 15 km te rijden volgde een hergroepering, waarna Löwik, Bruylandts en Eisel erin slaagden, zij het nipt, tot op de eindstreep de grote groep voor te blijven. De 22-jarige Eisel verontschuldigde zich bij de huldiging als winnaar voor zijn defensieve houding in de finale als bewaker van de belangen van Jimmy Casper. Een excuus waarvoor Löwik alle begrip had. De Batavus-Bankgiroloterij-coureur was al lang blij met het veroveren van de leiderstrui in de individuele rangschikking. Bovendien werd hij leider in het punten- en het sprintklassement, zodat zijn dag bijna niet meer stuk kon. De ploeg Batavus-Bankgiroloterij deed toch heel goede zaken, omdat Bram Schmitz onderweg de meeste punten verzamelde op de Ardennen-hellingen en daarmee winnaar werd van het bergklassement. 

 

Spannend secondenspel 

 

Zondag bleef de als eerste gestarte Raivis Belohvosciks (Marlux-Wincor-Nixdorf) lang aan de leiding in het tussenklassement van de tijdrit rond Bladel. Pas de als veertigste gestarte Bert Roesems  dook onder de tijd van de Let. En goed ook, want in het verdere verloop van de tijdrit bleek niemand nog in staat de tijd van de Belgische coureur te verbeteren. Zelfs Bart Voskamp, een van de getipte favorieten, bleef op één seconde van Roesems steken. De strijd om de eindzege moest worden beslist tussen een twaalftal renners dat elkaar de vorige dagen binnen een marge van twintig seconden had weten te houden. Vooral de strijd tussen Erik Dekker en de jonge Tomas Vaitkus (21), de wereldkampioen tijdrijden bij de espoirs, zorgde voor een ongemeen spannend slot. Dekker zette een achterstand van twee seconden om in een even grote voorsprong en kon zich daarmee tot eindwinnaar laten kronen door de naamgever van de wedstrijd Erik Breukink. Gerben Lowik  werd vierde en bleef daarmee in het bezit van de leiderstricots in het punten- en het sprintklassemen. De eindzege in het ploegenklassement ging naar Rabobank. Toen Erik Dekker dat hoorde stak hij triomferend het hem door Bladels burgemeester Grem aangereikte ereschild met een juichkreet in de hoogte. Voor hem mogen de klassiekers nu komen! 

 

De uitslagen: 

1ste Etappe: Bladel-Bladel 220 km: 1Jimmy Casper (Fdjeux.com) 5h 45m 57s, 2 Gerben Löwik (Bankgiroloterij), 3 Ludovic Capelle (Landbouwkrediet-Colnago), 4 Alberto Vinale (Alessio), 5 Johan van Summeren (Quick Step), 6 Christophe Edaleine (Jean Delatour), 7 Dave Bruylandts (Marlux – Wincor Nixdorf), 8 Paul Van Schalen (Team AXA), 9 Tomas Vaitkus (Landbouwkrediet-Colnago),  10 Arthur Farenhout (Team AXA).

 

2de Etappe: Riemst-Riemst 210 km: 1 Bernhard Eisel (Fdjeux.com) 5h 47m 11s, 2 Gerben Löwik op 2 sec., 3 Dave Bruylandts op 4 sec., 4 Sebastien Hinault (Credit Agricole), 5 Jimmy Casper, 6 Mario Manzoni (Mercato Uno-Scavanino), 7 Rudi Kemna (Bankgiroloterij), 8 Magnus Bäckstedt (Team Fakta), 9 Lilian Jegou (Credit Agricole), 10 Marcus Ljungqvist (Credit Agricole).

 

3de Etappe: Individuele Tijdrit Bladel 18,7 km: 1 Bert Roesems (Palmans-Colstrop) 24'01"41, 2 Bart Voskamp (Bankgiroloterij-Batavus) op 1", 3 Erik Dekker (Rabobank) op 12", 4 Tomas Vaitkus (Landbouwkrediet-Colnago) op 16", 5 Dave Bruylandts op 31", 6  Bernard Eisel op 32", 7 Christophe Moreau (Credit Agricole) 34", 8  Magnus Backstedt op 35", 9  Stijn Devolder (Vlaanderen) 36", 10  Raivis Belohvosciks (Marlux) 40".

 

Eindstand: 1 Erik Dekker 11.57'25", 2 Tomas Vaitkus 2", 3 Bernard  Eisel 6", 4 Gerben Löwik 9", 5 Dave Bruylandts 15", 6 Bart Voskamp 24", 7 Johan Van Summeren 29", 8 Jimmy Casper 46", 9 Paul van Schalen 47", 10 Christophe Edaleine (Jean Delatour) 53".   

Winnaar Luyksgestelse kermisronde 1996 in vorm

Herold Dat rekent in 1997 weer op een sterk zomerseizoen

 

In 1996 greep Herold Dat in Luyksgestel, gadegeslagen door enkele duizenden toeschouwers, na een spijkerharde koers de zege in de kermisronde. De renner van Europolis klopte negen renners die met hem voorop waren gaan rijden in de finale van het avondcriterium. Samen met Gerard Kemper uit Volendam en Budelnaar Sandro Bijnen kwam de militaire sportin­structeur uit Lierop na een machtige eindsprint op het huldi­gingspodium.

 

Twee seizoenen op rij won Dat jaarlijks een tiental wed­strij­den. In het voorjaar van 1997 was hij in de Ronde van Helmond alweer de aller­beste van de dag. Daar­naast toonde hij zich in zijn eigen woonplaats Lierop de sterkste individuele tijdrijder van het Zuid-Oost Brabantse wielerdistrict. In de zomercriteriums is voor Dat de oogsttijd aangebroken. Voor de jaarlijkse kermisronde van Luyksgestel zegt hij: "In de komende maanden zal ik in de criteriums weer mijn slag proberen te slaan. Natuurlijk weten de andere renners ook wel dat ze met mij rekening moeten houden. Ze zullen mijn wiel dan ook wel weer gaan kiezen. Daar hebben zij het goede recht toe. Voor mijzelf zal het zaak zijn om nog wat scherper dan anders te zijn. Ik heb eigenlijk nooit zo goed gereden als dit jaar, al kun je dat aan mijn uitslagen niet altijd merken. Maar de situa­tie in de topcompetitie is ook wel een beetje scheef gegroeid door de deelname van de beroepsrenners aan de grote amateur­klassiekers in ons land. Niet dat ik daar rouwig om ben. De profs hebben de finales van de wedstrijden hard ge­maakt. Daardoor is ook mijn niveau gestegen. Dat voel ik goed."

 

Constant

 

In de grotere wedstrijden waaraan hij wekelijks deel nam heeft Herold Dat in het voorjaar van 1997 heel constant gereden. De Dokkum Woudenomloop, de eerste topklassieker in maart, beëindigde hij op de 7de plaats. Ondanks de deelname van enkele beroepsren­ner­steams in de topcompetitie reed Dat zich toch zowat overal bij de eerste dertig prijsvechters. In Olypia's Tour, de tiendaag­se etappewedstrijd in eigen land, klasseerde hij zich in de etappe naar Schijndel als zesde. Hij reed voor zijn doen een goede proloog. De 18de plaats tussen de profs en de bij­zonder sterke Italiaanse ploeg gaf hem voldoening. In het eindklasse­ment werd hij 26ste. Een paar weken voor Luyksgestel eindigde hij als 16de in het Zeeuws-Vlaams Wieler­weekend. Daar werd de eerste etappe op zaterdag door het noodweer onderbroken. "Door donder, bliksem en storm raakten renners van de weg af, braken takken van de bomen en werd het hooi van de velden geblazen. De jury nam een verstandig besluit om de koers te neutralise­ren. In de avond-tijdrit werd ik achtste. Zondag miste ik de slag, omdat ik net even een plas deed toen een aantal renners gas gaf."

 

Trouwen

 

Al eerder dat jaar finishte Herold Dat in de Ronde van Gerwen achter Anthony Theus uit Bergeijk op de tweede plaats. Na de finish vroeg hij de microfoon van speaker Jan Peeters. Hij had nog iets bijzonders te melden. De bloemen die hij had gekregen overhandigde hij aan zijn vriendin Maria met het verzoek of die met hem wilde trouwen. "Ze was die dag jarig en heeft toen ja gezegd. Ze staat helemaal achter mijn activiteiten in de wielersport. Een renner heeft dat ook nodig. Als de macaroni of de spaghetti niet op tijd klaar staat, kun je het als renner wel vergeten. De achterban mag ook wel eens in de krant vernoemd worden," aldus de 26-jarige sportleraar op de Konink­lijke Militaire Kader­school in Weert. Dat is een coureur die precies weet wat hij wil. Planningen komen bij hem vaak uit. Zoals in 1996 toen hij aankondigde dat hij voor eigen publiek alles op alles zou zetten om de klassieke Dr. Pepper­race in zijn woonplaats te winnen. Hij maakte zijn favorieten­rol waar en de zegebloemen waren in die wedstrijd voor de sympathieke coureur uit Peel­land.