1994 Luyksgestel

Leontien van Moorsel richt zich op het tijdrijden 

 

Leontien van Moorsel in 1991 bij de start in de Luyksgestelse tijdrit (foto Paul van Woerkum)

 

Het heeft Leontien van Moorsel dit jaar (1994) nog niet echt meegezeten. De wereldkampioene uit Boekel zit voor bet zeventiende jaar op de racefiets. Misschien is na de talrijke successen die zij behaalde de verzadiging ingetreden. Want wat valt er nog te winnen wanneer je twee keer wereldkampioene bent geworden op de weg en daarnaast ook al twee keer winnares van de Tour Feminin? Om nog maar niet te spreken van WK-goud op de individuele achtervolging, een wereldtitel met de Nederlandse tijdritploeg en een lange rij ritzeges, nationale kampioenschappen, eindzeges in etappekoersen en overwinningen in criteriums. Nu er voor het eerst een WK­ tijdrijden wordt verreden, is dat haar nieuwe doel. Een korte aanzet daarnaartoe vindt zij op kermismaandag in de Luyksgestelse koppeltijdrit. 

 

(door Piet Gijsbers) 

 

Vanaf haar achtste jaar is ze al wielren­ster. Ze won van jongs af aan zowat alles wat er te winnen viel. Maar Leontien kende ook slechte tijden. Zoals in de herfst van 1992 na de Olympische Spelen van Barcelona. Toen kwam ze er achter dat ze te veel lichaamsgewicht was kwijt geraakt. Om beter bergop te kunnen rijden ging ze enkele jaren geleden in een jaar tijd van 66 naar 56 kilo, bleef vervolgens onder leiding van een dietiste een tijd lang op dat gewicht, rnaar dreef daarna de gewichtsafname op eigen houtje te ver door. Niettemin won ze op een gewicht van 46 kilo in '92 toch nog de Tour Féminin. Maar ze ging voelen dat ze zich te snel leeg reed. De krachten vloeiden geleidelijk aan uit haar lichaam weg. Op advies van de mensen in haar directe omgeving, haar ouders, haar ex-coach Piet Hoekstra, haar fietsvriendin Danielle Overgaag, de nieuwe bondscoach Frans van Diepen en haar arts ging ze vorig voorjaar lekker op vakantie en at alles waar ze zin in had. Het resulteerde uiteindelijk in haar tweede zege in de Tour Féminin en in haar tweede wereldtitel op de weg vorig jaar in Oslo. 

 

Afstappen 

 

De zege in Oslo vond ze zelf nog mooier dan die van twee jaar eerder in Stuttgart. Want het was niet zo maar de eerste de beste die ze daar in de Noorse hoofdstad klopte in een sprint met twee. Niemand minder dan de Francaise Jeannie Longo, jarenlang de sterkste in het vrouwenpeloton, werd door Van Moorsel naar de tweede plek verwezen.  

Ja, en wat moet je dan nog winnen? In de afgelopen winter werd haar manager en praatpaal Harrie Jansen, de oud-prof die een paar jaar geleden in Boekel kwam wonen, door een hartaanval getroffen. Tinus kwam daardoor opnieuw in een dalletje terecht. Om het verdriet af te reageren ging ze een winter lang keihard door met trainen. De prestaties in het voorjaar leden daar onder. Voor het eerst in zeventien jaar moest ze zelfs in een wedstrijd afstappen. Dat overkwam haar begin april in de driedaagse van de Franse Vendée. Ook in de AMEV Ladies Trophy in Diessen hield ze het op de derde dag voor gezien. 

 

Testen 

 

Leontien klautert volgens haar vader nu weer langzaam uit her dal. Ze reed zaterdag in een criterium in Kamerik bij Woerden weer goed voorin mee. Nam eerst voorsprong met der­tien andere meiden en was later in de kopgroep van zes present. In de laatste zeven ronden ging ze zelfs even alleen voorop rijden, maar werd gecounterd door Angela van Smoorenburg uit de concurrerende Bose-ploeg die op volle sterkte van de partij was. Met de Bose­ renster op sleeptouw reed Leontien naar de meet waar ze werd geklopt. Of ze het komende weekeinde in de nationale titelstrijd in Meerssen van start gaat, is volgens pa van Moorsel nog maar zeer de vraag. Leontien mijdt voorlopig liever de publiciteit. Maar in Luyksgestel zal ze er zeker bij zijn, dat verzekert hij. Want daar kan ze zich nog eens uit testen in een korte tijdrit met het oog op het NK-tijdrijden op 7 juli in Maren-Kessel. Op de wereldkampioenschappen in Italië hoopt ze vervolgens eind augustus in de individuele tijdrit als de sterkste voor de dag te komen. 

 

2006 LUYKSGESTEL

Eddy van IJzendoorn toont ware sportmentaliteit

 

Eddy van IJzendoorn moest het in de kopgroep opnemen tegen het Syntec-Ubbink duo Fulco van Gulik en Niki Terpstra (Foto Theo van Sambeek)

 

Twee zure gezichten flankeerden  winnaar Eddy van IJzendoorn op het podium in Luyksgestel na afloop van de jaarlijkse kermisronde. De jonge coureur uit Tiel had in de eindsprint afgerekend met Fulco van Gulik en Niki Terpstra, ploeggenoten van elkaar. Van Gulik werd als door de wol geverfde renner die met een sterk eindschot gezegend is afgetroefd door Van IJzendoorn. Daar wist ook Terpstra, de meest opvallende man in de wedstrijd, geen stokje voor te steken. De twee coureurs van het Ubbink/Syntec Team konden niet voorkomen dat Van IJzendoorn met de volle winst aan de haal ging. Hij reed dwars door alle wel of niet gemaakte afspraken heen naar de volle winst. Een echte amateur werd winnaar van een aantrekkelijke wedstrijd.

 

(door Piet Gijsbers)

 

Het was voor de wielerliefhebbers weer genieten in het grensdorp. Na de voorwedstrijden die in zeges voor amateur-A Dirk van Schalen uit Helmond en junior Tim Aalders uit Dordrecht eindigden, kwam er een heel sterk rennersveld aan de start in het avondcriterium voor elite/beloften. De kersverse Nederlandse kampioen elite-zonder-contract Bjorn Hoeben en Gert Vanderaerden, in de driekleur van onze zuiderburen, werden gehuldigd. Vervolgens vertrokken welgeteld 93 coureurs voor 42 ronden op het Gestelse parcours. De eerste premies werden in de wacht gesleept door Michael Vanderaerden, zoon van professional Eric van weleer, Reuselse Bart Dirkx en Alain van Katwijk. Niek Basten uit Hapert, in zijn leiderstrui van het Babydump/Kempenpersklassement, pakte een puntje voor de leidersprijs. Toen Niki Terpstra in zijn eentje enkele ronden voorop ging rijden, legde die toekomstige Milram-professional alvast een stevige basis voor diezelfde leidersprijs. Jens Mouris en Peter Möhlmann losten Terpstra vooraan af, waarna de eerste tussensprint voor het Kempenpersklassement drie man voorop bracht. Hans Bloks, Alain van Katwijk en opnieuw Jens Mouris leidden de dans acht ronden lang. Zij bleven nog net uit de greep van de hoofdmacht om zich een superpremie van gezamenlijk 300 euro toe te eigenen. In twee groepjes sloten zich veertien renners bij de drie leiders aan. Die zeventien renners leken de hoofdbuit onder elkaar te gaan verdelen. Veertien ronden lang probeerden anderen vanuit het peloton de oversteek naar de leiders nog te maken. Diverse groepjes werkten zich los uit de hoofdmacht. Plaatselijk favoriet Dirk Bellemakers probeerde het in zijn eentje. In de strijd om de punten in de tussensprints van het Kempenpersklassement weerden Niek Basten en Ferdi van Katwijk zich opperbest. Voorin het veld verzekerde Niki Terpstra zich van de leidersprijs door het vaakst zijn voorwiel als eerste over de lijn bij de jurywagen te drukken. Nog gaf niet iedereen in het peloton zich gewonnen. Onder impuls van een stel Rabojongens en opnieuw Dirk Bellemakers brak de hoofdmacht en reed een groep van een man of acht zich zes ronden voor de finish naar de kop van het veld. Terpstra voelde de hete adem van de achtervolgers en ging opnieuw op de solotoer. Eddy van IJzendoorn zag het gevaar, kreeg Van Gulik als wachtpost mee en achterhaalde Terpstra. Met drieën voorop leek het duo Van Gulik-Terpstra gewonnen spel te spelen, maar had buiten de waard gerekend in de persoon van hun 21-jarige vluchtmakker. Van Gulik zette een lange eindsprint in, maar moest zich in de laatste meters voor de finishlijn gewonnen geven tegen de jonge coureur uit Tiel.      

 

Slechte verliezers

 

’Fast Eddy’ is de bijnaam in het peloton van Van IJzendoorn. Die deed dus zijn bijnaam weer eens eer aan. Al voor de achtste keer dit jaar pakte hij de zegebloemen. Hij zal eens een keuze moeten maken tussen de weg en het veldrijden. Voorlopig bevalt het hem allebei nog wel, nadat hij ook afgelopen winterseizoen al zevenmaal in cyclo-crossen triomfeerde. Meteen na afloop van de Luyksgestelse kermiskoers werd hij door zijn twee vluchtgezellen met kritiek overladen. Die konden het maar moeilijk verkroppen dat zij door de beloftevolle coureur uit het Belgische Palmans-Sapim-Collstrop team aan de zegekar werden gebonden. Van Gulik en Terpstra gooiden het erop dat Van IJzendoorn zich niet aan gemaakte afspraken gehouden zou hebben. Het leek er meer op dat zij hun verlies slecht verteerden. Van IJzendoorn repliceerde: ‘Het was aan hen om mij met hun tweeën proberen los te rijden. Dat is hen dus niet gelukt. Ook al wilden ze iets met me afspreken. Ik kon op het laatste stukje naar de streep nog mooi versnellen.’ 

Achter de drie voorop vochten Niek Basten en Ferdi van Katwijk een verbeten strijd uit om de punten van het Kempenpersklassement. Beiden finishten in de groep achter de drie leiders. Basten breidde zijn voorsprong op Van Katwijk weer met een puntje uit. Ook Dirk Bellemakers deed goede zaken door zich in de eindfase van de koers voor eigen volk nog naar de achtste plaats terug te vechten.

 

De uitslagen in Luyksgestel:

Amateurs-A: 1 Dirk van Schalen Helmond, 2 Lars Rietveld Oudewater, 3 Jeroen Rovers Breda, 4 Marc Gerritsen Veldhoven, 5 Hans Slegers Someren, 6 Ton Pullens Eindhoven, 7 Bo Burgmans Westerhoven, 8 Dion Koch Overpelt, 9 Harrie Geeris Geldrop, 10 Wil Buurstee Oud Gastel.

Junioren: 1 Tim Aalders Dordrecht, 2 Geert Kouters Oosterhout, 3 Gerd Steijn Ermelo, 4 Wouter van Roosmalen Sint Oedenrode, 5 Roel Commandeur Raamsdonk, 6 Kevin de Vette Schiedam, 7 Marcel Kamsma Nuenen, 8 Jonathan Kinnear Zuid-Afrika, 9 Jeftha van Ooijen Giessenburg, 10 Ronan van Zandbeek Schijndel.

Elite/Beloften: 1 Eddy van IJzendoorn Tiel, 2 Fulco van Gulik Apeldoorn, 3 Niki Terpstra Krommenie, 4 Jens Mouris Amstelveen, 5 Alain van Katwijk Waalre, 6 Michel Kreder Zevenhuizen, 7 Rob Peeters Mol (B), 8 Dirk Bellemakers Luyksgestel, 9 Jeroen Boelen Drunen, 10 Jelle Vanendert Hamont (B), 11 Bob Verkooijen Chaam, 12 Marc van Grinsven Deurne, 13 Michael Vanderaerden Lummen (B), 14 Niek Basten Hapert, 15 Arjen de Baat Puttershoek, 16 Ferdi van Katwijk Wanroy, 17 Joost van Leijen Ewijk, 18 Gideon de Jong Papendrecht, 19 Steven Kruijswijk Nuenen, 20 Hans Bloks Helmond.

2020 LUYKSGESTEL

 

Harrie Lavreysen: wereldkampioen in coronatijd

 

Harrie Lavreysen zorgde vorig jaar in Berlijn op de WK baanwielrennen voor een ongeëvenaarde stunt. De toen nog 22-jarige Luyksgestelnaar presteerde het om in vier dagen tijd liefst drie wereldtitels te veroveren! Met de teamsprintploeg reed hij naar goud. Om vervolgens ook op de keirin en de individuele sprint als de keizer van het WK toernooi te worden gehuldigd. De baanrenner zette vervolgens zijn zinnen op de Olympische Spelen in Tokio. Corona gooide roet in het eten.

 

In een paar jaar tijd is Lavreysen uitgegroeid tot de schrik van al zijn tegenstanders. Hij was aanvankelijk BMX'er, een goede ook. De trots van Fietscrossvereniging De Durtrappers in zijn geboortedorp. Driemaal werd hij Nederlands kampioen. Driemaal ook toonde hij zich de beste van Europa in zijn leeftijdsklasse. Maar iets te vaak werd hij gehinderd door schouderklachten, zodat hij naar de houten wielerbaan over stapte. Ook daar ontwikkelde hij zich goed en in het najaar van 2016 debuteerde hij op een EK. Dat was nog onopvallend, maar een half jaar later volgde al zilver op de WK in Hongkong. Hij werd een vaste waarde in de oranje baanploeg bij wereldbekerwedstrijden in Minsk (Wit-Rusland), het Canadese Milton, in Glasgow, Manchester en Hongkong, en in het Poolse Pruszkow. “Ik gebruikte die wereldbekers soms om tactische dingen uit te proberen. En ik zorgde ervoor dat ik al mijn concurrenten kende. Ik zat veel naar filmpjes van hen te kijken. De top 20 zit wel in mijn hoofd.” Dat de krachtpatser uit Luyksgestel zijn tegenstanders door en door kent is wel gebleken uit zijn resultaten van de laatste drie jaren. Liefst 25 gouden medailles voegde hij in Wereldbekers, Europese- en Wereldkampioenschappen aan zijn palmares toe. Voor het eerst ooit won hij in 2018 met twee ploeggenoten de regenboogtrui voor Nederland op de teamsprint in Apeldoorn. Ook op het EK in Glasgow was het goud voor het Oranjeteam dat aan het einde van 2018 tot sportploeg van het jaar werd gekozen. Op de WK in Pruszkow prolongeerde Lavreysen in 2019 met de Nederlandse ploeg de wereldtitel teamsprint. Een paar dagen later stond hij ook als individuele sprinter in het regenboogtricot op het hoogste trapje van het ereschavot. In de finale klopte hij land-, ploeg- en kamergenoot Jeffrey Hoogland in een soort reproductie van 1957 toen het eindduel tussen twee Nederlanders in een zege van Jan Derksen op Arie van Vliet resulteerde.

 

Driemaal is scheepsrecht

 

En toen kwam 2020. Voor de derde opeenvolgende keer wist Lavreysen met de oranje teamsprinters, nu in Berlijn, met overmacht de wereldtitel te bemachtigen. Daarmee hield de medailleoogst voor de Lichtflits van Luyksgestel in de Duitse hoofdstad niet op. Een dag later won hij de gouden plak op de keirin. In de wedstrijd, waarin zes renners eerst achter een derny rijden, waarna ze over drie ronden sprinten om de zege, koos hij ervoor al snel naar voren te gaan, ook al moest hij daarvoor hoger in de baan extra meters maken. Hij rekende erop dat zijn snelheid over de laatste 500 meter zo hoog lag dat niemand hem nog voorbij kon steken. Dat gebeurde dan ook niet. Lavreysen was twee ronden lang niet meer te achterhalen door zijn tegenstanders. “Ik wilde me niet laten verrassen,” was zijn simpele verklaring voor de vroege aanval. Weer twee dagen later maakte hij de hattrick compleet: in de finale van de WK sprint klopte hij opnieuw Jeffrey Hoogland. Daarmee won hij zijn zesde wereldtitel, en werd daarmee de meest succesvolle Nederlandse baanwielrenner aller tijden op Wereldkampioenschappen. Met daarbij de aantekening dat hij tevens de eerste baanrenner in de geschiedenis werd die op een WK driemaal goud won. "Een hattrick, echt heel vet. Ik kan het zelf eigenlijk niet begrijpen. Ik ging naar Berlijn met het idee dat we op de teamsprint supersterk zouden zijn en dat ik op de sprint alles wilde geven om te winnen. Dat ik de keirin ook meenam, daar heb ik geen woorden voor."

 

Vaste selectie

 

De Olympische Spelen in Tokio werden zijn volgende doel. Maar toen kwam de corona pandemie. Trainen op de baan van het Omnicentrum Apeldoorn mocht niet meer. Een krachthonk in de tuin van zijn huis in Apeldoorn bracht uitkomst. Daar woonde hij toen nog met teamgenoot Nils van ’t Hoenderdaal, maar die heeft sinds enkele weken plaats geruimd voor Noor Luijten, Harrie’s vriendin uit Bergeijk. Zijn vrije tijd benut de wereldkampioen voor zijn studie Bedrijfskunde aan de Open Universiteit. “Dat gaat me goed af. Mijn studietempo kan ik zelf bepalen, thuis of bij trainingskampen op de laptop. Hij hunkert wel weer naar echte competitie. “Nu al bijna een jaar lang zonder echte wedstrijden is onwerkelijk. We reden alleen maar onderlinge wedstrijdjes met de jongens van de selectie sinds we weer de baan op mochten. Gelukkig staan anderen er in deze coronatijd hetzelfde mee als wij. De voorbereiding op Tokio was vorig jaar perfect. Nu is het even afwachten of het daar dit jaar wel echt doorgaat.” Als het wel zo ver komt staat zijn selectie als tweede man in de teamsprint nu al vast. Of Harrie de druk voelt toenemen? “Ik heb daar al een paar jaar mee leren om gaan. Ik snap de verwachtingen, maar kijk het rustig af. Ik ga niet denken dat ik straks gemakkelijk zal winnen. Voor mij zijn de Olympische Spelen weer iets nieuws.” Met zijn teamgenoten heeft hij mee mogen denken bij de ontwikkeling van een nieuwe fiets (de Kinsei) van fabrikant Koga. “Die is speciaal toegespitst op Jeffrey Hoogland en op mij, omdat wij dezelfde lichaamsbouw hebben.” Mochten de Spelen dit jaar wel doorgaan dan is de concurrentie in Tokio alvast gewaarschuwd!

2013 LUYKSGESTEL-LOMMEL

Dirk Bellemakers stopt als

beroepsrenner

 

In de Waalse Pijl liet Dirk Bellemakers

herhaaldelijk zijn gezicht vooraan zien (foto Theo van Sambeek)

 

Dirk Bellemakers is bezig aan zijn laatste weken als professioneel wielrenner. De 29-jarige in Luyksgestel opgegroeide coureur heeft de knoop door gehakt nadat hij te horen

kreeg dat zijn contract bij de Belgische WorldTourploeg Lotto-Belisol voor 2014

niet wordt verlengd. Hij rijdt in China zijn laatste etappekoers. “Daar kan ik dan mijn fiets aan de Muur hangen,” aldus de oud-Gestelnaar. Ook de klassieke Ronde van Lombardije staat komende zondag 6 oktober 2013 nog op zijn

programma.

 

“Met veel plezier, inzet, karakter en volle overgave heb ik de afgelopen zeven jaar het professionele wielrennen beleefd. In ruil hiervoor heeft het wielrennen mij een koffer vol mooie herinneringen gegeven en een berg aan ervaring. Ik had deze periode voor geen goud willen missen en sluit daarom mijn carrière met een opgeheven hoofd af. Uiteraard had ik dat liever op een andere manier kenbaar gemaakt, maar ik ben me ook bewust van de crisistijd die er

momenteel in het wielrennen heerst. Ik hoop dat deze stap een goed besluit is. Ik heb geen argumenten om het niet te doen,” aldus Bellemakers op zijn website. Bij de mooie herinneringen behoort op de eerste plaats zijn overstap naar de beroepsrenners. “Iets waarvan je lang hebt gedroomd en wat dan lukt.” Ook zijn deelname aan de Giro d’Italia in het nu bijna afgelopen seizoen beschouwt hij als een hoogtepunt uit zijn carrière. “Ik had altijd gehoopt ooit nog eens bij

een grote ploeg zo’n ronde te rijden. In die drie weken heb ik veel geleerd.” Dat het nu allemaal over is doet hem wel een beetje pijn. “Het moet allemaal nog wat slijten, want het is een van de moeilijkste beslissingen die ik ooit heb moeten nemen. Je bent de laatste zeven jaar met één ding bezig geweest: zo hard mogelijk fietsen. Iets waar je veel voor hebt moeten doen en laten. Nu

valt dat weg.”

 

Zijn allereerste koers reed Bellemakers als tweedejaarsnieuweling in het shirt van TWC De Kempen uit Valkenswaard. Daar leerde hij de eerste kneepjes van het wielervak. In 2002 reed hij als junior met een nationaal selectieteam de Vredeskoers in Oost-Europa en beklom vervolgens in zijn eigen Luyksgestel voor de eerste keer het hoogste trapje van het podium. Hij won dat jaar zeven wedstrijden. Het wielrennen combineerde hij met veel andere activiteiten zoals zijn studie aan de Fontys Hogeschool in Eindhoven en een bijbaantje als stratenmaker. Hij mocht als gastrenner met het Veldhovense TWC Tempo mee naar de Ierse Junior Tour waar hij tweede werd in het eindklassement. In 2004 liet hij voor de tweede keer zijn klasse zien in ‘zijn’ kermisronde van Luyksgestel. Evenals twee jaar eerder kwam hij, nu als neo-amateur, na een solo in de slotfase van het criterium zegevierend over de eindstreep. Na zijn overwinning begon de kermis in

Luyksgestel pas echt. Het halve dorp feestte tot in de late uurtjes door. Het is een van zijn mooiste herinneringen: “Prachtig om de ronde in je eigen dorp te kunnen winnen met al je vrienden om je heen.”

 

Na het doeltreffend afronden van zijn MBO studie Commerciële Economie vervolgde hij die studie op HBO niveau. Opnieuw met succes, zodat de deur naar het professionele wielrennen voor hem open kwam staan. Na vijf seizoenen in de Belgische eerste divisieploeg Landbouwkrediet maakte hij eind vorig jaar de overstap naar het WorldTourteam Lotto-Belisol. Twee profkoersen won hij: de Stadsprijs Geraardsbergen in 2008 en de Sint Elooisprijs Ruddervoorde in 2011. Ook dat kan niet elke coureur hem nazeggen. Bovendien liet hij zijn gezicht geregeld vooraan zien in de

Ardennenklassiekers Waalse Pijl en Luik-Bastenaken-Luik. “Mocht je wielercarrière mislukken, dan moet je iets achter de hand hebben om later je brood te kunnen verdienen,” besefte hij eerder

al. Nu het zo ver is kan hij het hoofdstuk actieve wedstrijdsport met een gerust hart afsluiten. “Ze hebben me van het kastje naar de muur gestuurd,” zegt hij heel treffend. In dubbel opzicht klopt die uitspraak, want behalve dat hij nu naast een nieuw profcontract vist, wordt hij voor zijn laatste

etappekoers ook naar China gestuurd. Al valt het te betwijfelen of hij daar de Muur in het echt gaat beklimmen. Nadat hij komende zondag met zijn ploeg nog de Ronde van Lombardije heeft gereden, vertrekt hij naar Peking voor de vijfdaagse Tour of Beijing. “Daarna kijk ik wel wat er op mijn pad komt. Ik ga eerst met mijn vriendin op vakantie en ga dan eens goed nadenken wat ik volgend jaar precies wil gaan doen. Bij voorkeur iets in de sport. Daar heb ik wel vertrouwen in.” 

 

Naschrift:

 

De volgende stap in het leven van Dirk Bellemakers liet niet lang op zich wachten. Begin juli 2014 begon hij als zelfstandig franchiser aan het hoofd van Belisol Kozijnen en Deuren in Eindhoven.

Nadat hij op 30-jarige leeftijd besloot zijn wielercarrière te beëindigen, ging de samenwerking met de WorldTour formatie Lotto-Belisol nu op een heel ander niveau verder. Zijn diploma Commerciële Economie diploma kon hij daarmee in de praktijk gaan omzetten. “Dit is een geweldig mooie uitdaging, een mooi product met een grote potentie en dat bovendien in mijn eigen regio. Helemaal iets voor mij dus,” liet hij weten. Inmiddels is zijn bedrijf flink gegroeid met meer dan 25 personeelsleden in dienst. De basis van dat bedrijfsmatige succes is Bellemakers niet vergeten. Die stak hij op in de wielersport. Het doorzettingsvermogen uit zijn actieve coureurstijd en de kunst om je snel over tegenslagen heen te zetten komt hem nu goed van pas. Ook in zijn huidige baan werkt hij graag met sportmensen. Zo is drievoudig Olympisch mountainbikedeelnemer Rudi van Houts nu een van zijn werknemers. Met zijn bedrijf Belisol levert Bellemakers topprestaties. Het op industrieterrein Ekkersrijt in Eindhoven/Son gevestigde bedrijf is al enkele jaren hoofdsponsor van het Kempenklassement, een reeks wielerwedstrijden voor mannen en vrouwen in de regio Kempenland. Vanwege de huidige corona omstandigheden komt er dit jaar helaas van de 25-jarige jubileumeditie van dat klassement niets terecht. In 2021 zijn er nieuwe kansen, want de oud-prof blijft met zijn wielerhart in combinatie met een commercieel plan geld in zijn sport stoppen. Bellemakers is niet vergeten waar hij vandaan komt en wil daarom nu ook zijn steen­tje blijven bijdragen. De criteriums rond kerk en plein wil hij in eigen regio laten voortbestaan met een voor de coureurs aantrekkelijk overkoepelend prijzenschema. “Ik heb dit soort rondes altijd met veel plezier gereden. Het gaat er keihard aan toe en er wordt vaak vanaf de eerste meter gekoerst. Eerlijke, echte en mooie wielersport,” aldus de oud-winnaar van de Ronde van Luyksgestel, waar zijn vader Wil voorzitter is van het wielercomité. Tussen de bedrijven door probeert hij om nog meer met de sport verbonden te blijven af en toe tijd vrij te maken als co-commentator op tv bij wielerwedstrijden op Eurosport.

In 2014 ontving Jan Peeters in Luyksgestel een Koninklijke onderscheiding uit handen van burgemeester Driek van de Vondevoort (Foto Theo van Sambeek)

 

2010 Luyksgestel De speciale band van Jan Peeters met het grensdorp

 

Voor de laatste keer zal in Luyksgestel tijdens de jaarlijkse wielerronde de vertrouwde stem van Jan Peeters over het parcours galmen in zijn functie als KNWU-jurylid. Aan het eind van dit jaar zet de 71-jarige Eindhovense microfonist een punt achter het verslaan van wielerwedstrijden. Na 38 jaar KNWU-jurylid te zijn geweest, vindt hij het de hoogste tijd worden om het wat kalmer aan te gaan doen. Hij stond achter de micro bij grote wedstrijden als de nationale titelstrijd, de Gold Race, de Ster Elektrotoer en de Holland Ladies Tour. In alle regionale criteriums rond kerk en plein klonk jarenlang zijn indrukwekkende basstem. Aan de kermisronde van Luyksgestel bewaart hij speciale herinneringen. (door Piet Gijsbers) Jan Peeters moet puur uit zijn herinneringen putten als ik hem vraag wat hem van Luyksgestel goed is bij gebleven. “Ik bewaar niks en weet dus ook niet precies hoeveel jaar ik in Luyksgestel de microfoon hanteerde. Ik heb altijd gewoon van de ene wedstrijd naar de andere toegeleefd.” Peeters heeft gedurende een reeks van jaren in het grensdorp een stevige vriendenkring opgebouwd. Met name met de mensen van de Stichting Wielerevenementen Luyksgestel heeft hij een hele goede band. “Wil Bellemakers, Kees Sengers, voorzitter Thieu Tils, Toon van Erp en Ad Borrenbergs mag ik tot mijn speciale vrienden rekenen. Ongeacht wie er jarig is en wat er ook te doen mag zijn: ik ben er van de partij. Hoe dat zo gegroeid is weet ik ook niet. Ik lig bij die mensen eigenlijk midden in het bed.” Die uitspraak is haast letterlijk op te vatten, want als het al eens erg laat wil worden op de avond van de jaarlijkse kermisronde, kan Peeters bij een van zijn vrienden blijven slapen. “Zowel door mij als door mijn vrouw wordt die hechte band met Luyksgestel als super ervaren. Ook omgekeerd is er die band. Bij ons gouden huwelijk, onlangs in het Philips Stadion, was de hele vriendenclub uit Luyksgestel op het feest.” Zonder de organisaties in de andere Kempendorpen te kort te willen doen spreekt hij zijn enorme waardering uit voor de organisatie van de Gestelse koers. “Ongeacht wie ik zou willen noemen, alles is perfect geregeld. Neem bijvoorbeeld de vrouwen van de bestuursleden. Die zijn al op de vroege ochtend van de wedstrijddag bezig met de catering voor de gasten. Van die mensen straalt een welgemeende warmte af. Als zij een beroep op me doen ben ik er gewoon. Zoals afgelopen winter bij de avondvierdaagse van voetbalvereniging De Raven. Toen heb ik eenmalig ja gezegd om dat evenement aan elkaar te praten, hoewel ik eigenlijk al vier jaar met dat soort werk gestopt was. Want geloof me, het kost struif om vier avonden lang in touw te zijn. Maar op zo’n moment kan ik geen nee zeggen tegen mijn vrienden.” Plezier Criteriums als Luyksgestel en Duizel hebben in de ogen van Peeters een aparte status. De beste renners komen er aan de start en de wedstrijden worden druk bezocht. “Vooral de gemoedelijkheid in het grensdorp voelt als een omarming van het goede Brabantse en het Belgische. Maar let wel: Of ik nu een wedstrijd van de nieuwelingen doe of een dikke banden race, zoals in Riethoven in het voorprogramma, ik doe dat met evenveel plezier als commentaar geven bij de beroepsrenners in Stiphout. Ik heb plezier in die jongens en meisjes en probeer er spektakel van te maken.” Peeters ziet uit naar het groot-Bergeijkse overkoepelend klassement voor de meer recreatieve renners in de wedstrijden van Riethoven, Luyksgestel en Bergeijk, waarin de regels van het Kempenklassement van de elite en beloften gehanteerd worden. “Er rijden allemaal regionale jongens, er komt publiek op af, dat moet een succes worden.” Het afscheid als wielerspeaker betekent niet dat de stem van Jan Peeters nergens meer door de microfoon te horen zal zijn. Hij wil af van de wekelijkse verplichting om wedstrijden te becommentariëren, maar benadrukt dat bij diverse gelegenheden nog een beroep op hem gedaan kan worden. “Als ik dadelijk met de wedstrijdsport stop ben ik nog graag bereid om hier en daar, waar gewenst, de zaak aan elkaar te praten. Je kunt daarbij allerlei dingen bedenken: ploegenpresentaties, jubilea en dat soort zaken blijf ik gewoon doen.” Bovendien blijft hij nog voorzitter van het Baby-Dump Kempenpers Klassement, zodat de wielrenners en de wielersupporters voorlopig nog niet van Jan Peeters af zijn

De zilveren oranjeploeg met rechts Harrie Lavreysen

 

2017 Harrie Lavreysen gelauwerd in Hong Kong

 

Het mag als een unicum worden beschouwd. Een jongen uit de Kempen die als baanwielrenner met de nationale selectie wordt uitgezonden naar een WK. Voor Harrie Lavreysen is dat deze week werkelijkheid geworden. De 20-jarige Luyksgestelnaar bezorgt woensdag met twee teamgenoten in Hong Kong in een oranje shirt Nederland de zilveren medaile in de teamsprint. Na een periode met

schouderproblemen heeft de ex-BMX'er van fietscrossvereniging De Durtrappers uit Luyksgestel zich op de latten van de wielerbaan naar de nationale top gewerkt.

 

Zes jaar is Harrie Lavreysen als hij zich bij De Durtrappers aanmeldt. De training bij zijn vereniging leidt vanaf zijn twaalfde tot drie nationale titels op de crossfiets. En op 14-, 15- en 16-jarige leeftijd brengt hij het zelfs driemaal achtereen tot Europees BMX kampioen. Een glansrijke carrière met de Olympische Spelen van Tokio in 2020 lijkt dan in het verschiet. Hij krijgt een plekje op nationaal

sportcentrum Papendal en gaat op 16-jarige leeftijd daar in de omgeving van Arnhem op kamers wonen. Maar dan gaat het tijdens een wedstrijd in Duitsland goed mis. Schouder uit de kom. "In de ziekenwagen hebben ze m'n schouder gezet. Ik voelde de botten knarsen." Een operatie en bijna een half jaar revalidatie volgt. Bij de eerstvolgende training komt hij opnieuw ten val. En weer wordt opereren noodzakelijk met een half jaar revalidatie als toegift. Als de wind hem bij een derde poging uit balans brengt waardoor zelfs beide schouders uit de kom schieten is het advies van de artsen duidelijk. Stoppen met die sport waarbij hindernissen tot wel acht meter hoog moeten worden genomen!

Tijdens wattagetesten van BMX'ers en baanwielrenners op Papendal is Lavreysen intussen bij de bondscoach van de baanrenners door zijn fysiek al opgevallen. "Ik heb blijkbaar een goede bouw voor de baansport met mijn bijna 95 kilo. Nu heb ik er geen spijt van te zijn overgestapt," zegt de student natuurkunde aan de Radboud Universiteit in Nijmegen. Eind 2016 verovert hij zilver en tweemaal brons op het NK. Hij traint op de wielerbaan van Apeldoorn en bedrijft zijn sport met steun van de Luyksgestelse bedrijven Sengers Metaal en Buja.

Inmiddels is Lavreysen naar Apeldoorn verhuisd. Om te wennen aan de tijdsovergang naar het verre oosten traint hij voor het vertrek naar de WK baanwielrennen met de nationale selectie een week lang elke dag telkens een uur vroeger. "Donderdagavond sliep ik al om 7 uur, vrijdagochtend

trainden we om 5 uur." Zondag vertrekt hij met de baanploeg naar Hong Kong. Op woensdag 12 april stunt WK-debutant Lavreysen met Nils van 't Hoenderdaal en Matthijs Büchli door in de eerste ronde olympisch kampioen Groot-Brittannië in de teamsprint te verslaan. In de finale moet de Luyksgestelnaar met Jeffrey Hoogland en Matthijs Büchli hun meerdere erkennen in Nieuw-Zeeland: 44,049 om 44,382. De ontmoeting tussen Nieuw-Zeeland en Nederland is een herhaling

van de WK-finale van vorig jaar. Ook in Londen waren de Nieuw-Zeelandse baanwielrenners destijds te sterk. De afscheid nemende Duitse bondscoach René Wolff kiest tijdens het WK toernooi in Hong Kong in iedere race voor een wisselende samenstelling van de oranjeploeg. "Om

steeds over zo fris mogelijke mannen te beschikken, maar ook omdat we in de breedte een zeer sterke ploeg hebben, waarin de renners nauwelijks voor elkaar onderdoen." Voor Harrie Lavreysen is het volgende doel nu de Olympische Spelen van Tokio in 2020, niet als BMX'er maar als baanwielrenner.