2004 Veldhoven Bart Dirkx onstuitbaar in Veldhovense bossen

Bij de foto's: Tweemaal, in 2004 en in 2007) won Bart Dirkx (Reusel) de Veldhovense veldrit van Tempo/BMV (Foto Theo van Sambeek)

In de bossen tussen Veldhoven en Steensel werd op een decemberzondag in 2004 de tweede Tempo/BMV-veldrit verreden. De organiserende vereniging had voor de renners een sterk wisselend parcours uitgezet over een  geaccidenteerd terrein voorzien van de nodige hindernissen. De strijd die de renners in de diverse categorieën leverden deed het aanwezige publiek genieten van een aantrekkelijk schouwspel. In de hoofdwedstrijd van het middagvullende programma liet Bart Dirkx zien dat hij opnieuw een serieuze gegadigde is voor uitverkiezing in de nationale selectieploeg die ons land op de WK cyclo-cross gaat vertegenwoordigen. De 20-jarige Reuselse belofte liet de concurrentie ver achter zich.

 

(door Piet Gijsbers)

 

De openingswedstrijd van de Amateurs was in de Veldhovense bossen bij De Buitenjan een duidelijke prooi voor Edwin Raats uit Helmond. Hij zegevierde vóór de Belg Pascal van Riet en Emiel Borsboom uit Woerden. Hierna was het de beurt aan de Veteranen waarbij de overwinning werd opgeëist door de Belg Walter Marynissen vóór zijn landgenoot Denny Verherstraeten. Diessenaar Ton van Korven zorgde er met zijn derde plaats voor dat in deze categorie het podium niet uitsluitend uit Belgische veldrijders bestond. Frans Willems uit Oostelbeers behaalde een zesde plaats.

 

In de categorie Vrouwen/Junior-vrouwen/Nieuweling-meisjes toonde Arenda Grimberg uit Almelo zich duidelijk de sterkste. Regionaal favoriete Linda Dirkx uit Reusel kreeg in  de eerste ronde met materiaalpech te maken en moest teleurgesteld de strijd staken. Eefje Tabak uit Bergeyk behaalde een twaalfde plaats. In de categorie Nieuwelingen werd veel strijd  verwacht van Tempo/BMV-coureur Andreas Ponten. Lang kon hij zich in de kopgroep handhaven maar kreeg vervolgens eveneens met materiaalpech te kampen waardoor hij de rol moest lossen. Uiteindelijk behaalde hij een achtste plaats in deze door Jordy Beuker uit Huizen gewonnen wedstrijd.

 

In de daaropvolgende wedstrijd der Junioren waren alle ogen gericht op Tempo/BMV-renner Patrick Vliegen uit Veldhoven. Hij startte duidelijk als favoriet en wist op wonderbaarlijke wijze deze favorietenrol waar te maken. Door op een goede manier met de druk om te gaan en geen moment te panikeren toen Mattijn Motshagen enige voorsprong nam reed Vliegen een uitgekiende koers. Nadat Motshagen was ingelopen plaatste hij enige ronden voor het einde op het juiste moment een beslissende demarrage en nam honderd meter voorsprong die hij tot aan de finish behield. Toegejuicht door het aanwezige publiek zorgde hij voor het eerste Tempo-succes van deze dag. Tweede werd Savié van Horik uit Lierop en een derde plek was er voor Mattijn Motshagen uit Nijkerk. De Hapertse veldrijders Bart Senders en Pieter Poppeliers behaalden een zevende respectievelijk twintigste plaats.

 

De hoofdschotel van deze dag was de wedstrijd der Elite/Beloften. Zo’n veertig renners onder wie diverse sterke Belgische deelnemers leverden vanaf het begin de nodige strijd. Met ogenschijnlijk gemak reed Tempo/BMV-coureur Bart Dirkx uit Reusel zijn koers. Vanaf de start handhaafde hij zich bij de eerste vijf en na wat speldenprikken te hebben uitgedeeld besloot hij enkele ronden voor het einde alleen op pad te gaan. Op zijn demarrage had niemand een gepast antwoord en gaandeweg de wedstrijd bouwde hij zijn voorsprong verder uit. Met ruime voorsprong  en onder luid applaus van de nabij de finishlijn verzamelde toeschouwers zorgde de Reuselse renner, nadat hij daags tevoren reeds zegevierde in Amersfoort, voor zijn tweede zege en voor het tweede Tempo/BMV-succes van deze dag. Op een tweede plaats eindigde de Belg Kris Wouters terwijl Bjorn Hoeben uit Stramroy derde werd. 

 

1954 Veldhoven

Hoe Daan de Groot de Omloop der Kempen won

 

 

Daan de Groot kreeg in 1954 de lauwerkrans omgehangen door Tempo bestuurslid Lenny Zijlmans

 

Als op zondag 21 mei 2023 de Omloop der Kempen wordt verreden, is het al de 74ste keer dat de Kempenklassieker van start gaat. De op een na oudste grote Nederlandse wedstrijd voor elite en beloften heeft in de loop der jaren veel renners op het podium gekregen die aan het begin van een glanzende wielercarrière stonden. Nadat Rotterdammer Arie Geluk de eerste winnaar werd en een jaar nadien werd afgelost door Hans Dekkers uit Eindhoven, de latere tweevoudige Nederlandse kampioen bij de professionals die ook in de Tour de France furore maakte, kwamen haast jaar na jaar grote namen uit de Nederlandse wielersport in Veldhoven boven drijven. Een van hen is Daan de Groot die in hondenweer de grote Omloop door het Kempenland op zijn naam schreef. Daarom hier een terugblik op de winnaar van 1954 die later ook in de Tour de France van zich liet spreken. Een winnaar die zich op veel te jonge leeftijd van het leven benam.

 

 

(door Piet Gijsbers)

 

Daan de Groot, zoon van een Amsterdamse kruidenier, was 21 jaar toen hij in de Brabantse Kempen de een jaar eerder tot klassieker uitgeroepen wedstrijd won. In navolging van zijn twee zussen Annie en Jannie, beiden topzwemsters van wie laatstgenoemde in 1948 als lid van de Nederlandse zwemploeg aan de Olympische Spelen in Londen deelnam, wilde ook Daan zich onderscheiden in de sport. Hij werd lid van wielervereniging Olympia in zijn geboortestad en boekte in twee seizoenen als nieuweling 19 zeges, waarbij het officieuze nationale kampioenschap in Zandvoort. Als eerstejaars amateur, nog maar 19 jaar jong, verwezenlijkte de blonde coureur zijn grote doel: evenals zijn oudste zus deelnemen aan de Olympische Spelen. Na een etappezege in Berlijn-Warschau-Praag was het zo ver. In Helsinki reed hij met Valkenswaardse Jules Maenen, Jan Plantaz uit Eindhoven en Haarlemmer Adri Voorting in 1952 de ploegenachtervolging. Het Nederlandse kwartet kwam bij de laatste acht, maar werd door de Engelsen uitgeschakeld. Een jaar later liet De Groot zich als baanrenner nogmaals opmerken met de bronzen medaille op het WK achtervolging. Vervolgens liet de talentvolle amateur die er in de training te vaak met de pet naar gooide ook in 1954 van zich spreken in de Ronde van West-Vlaanderen. Na bandbreuk in de eerste etappe en zich terug vechten naar de voorste rangen, een tijdritzege, en daarna ook nog 40 kilometer met een gebroken pedaal rijden in de vijfde en voorlaatste etappe liet De Groot zich tot glorieus winnaar kronen. De Omloop der Kempen zou zijn volgende triomf worden.

 

Slagveld

 

Bijna 140 coureurs begonnen op zondag 8 augustus 1954 in Veldhoven aan de grote rondrit door het Kempenland. Het werd voor renners en publiek een dag om niet te vergeten. Alleen de sterkste en de gelukkigste coureurs wisten zich te handhaven op de door striemende regenbuien spekgladde kasseien. De stormvlagen onderweg en de scherpe grindwegen deden de rest. Kansrijke renners als Bredanaar Wies van Dongen, Matje Sonnemans uit Geldrop, Tini Wolfs uit Vlijmen, Martien Cuyten uit Mierlo, Utrechter Gijs Pauw en Wim Gramser uit Siebengewald werden al vroegtijdig door pech uitgeschakeld. Een grote valpartij met wel vijftig renners op de keien van het Helleneind in Bladel zorgde voor aftekening in het overgebleven peloton. De Limburgers Martin van de Borgh en Harry Schoenmakers, ook niet de eersten de besten, gaven op. Eindhovenaar De Haas gaf zijn fiets aan clubgenoot Jaap Kersten die spoedig weer aansluiting bij de hoofdmacht vond. Het zou later bijna de volle lading vruchten afwerpen voor de man uit Siebengewald. Twintig man bijeen en daarachter kleine groepjes renners en eenlingen die hun dag niet hadden begonnen na 160 kilometer koers aan de finale. Een valpartij op de Markt in Valkenswaard bracht de beslissende afscheiding in de grote kopgroep. Tien renners hadden geluk en bleven op de fiets. Tony Bergmans uit Aalst was van de pechvogels het snelste overeind en wist, hoewel met een bult op het hoofd en een verstuikte vinger, de koplopers nog bij te benen. De laatste 20 kilometer werd een verwoede strijd tussen elf koplopers en de pechvogels bij wie snelle mannen als Eindhovense Rien van Grinsven, de broers Snijder uit Halfweg, Rotterdammer Schalk Verhoef en Utrechter Mies Stolker die zich groepeerden in de achtervolging. Via Waalre, Meerveldhoven en Zeelst bereikte de kopgroep de Veldhovense Kromstraat een kleine halve minuut eerder dan de achtervolgers. Aan het hoofd van de elf leiders kwam Daan de Groot de finishstraat in gespurt. Met zijn machtige lijf haast tot een bal gekromd hield hij Noord-Limburger Jaap Kersten en Henk van den Broek uit Breukelen achter zich. Vierde werd Piet Damen uit Lieshout op een aflopende tube vóór Arend van ’t Hof uit Sassenheim en Aalstenaar Tony Bergmans. Adri van Steenselen moest zich met de zevende plaats in de uitslag tevreden stellen, maar de renner uit Mijnsheerenland zou een jaar later met de zege in Veldhoven zijn gram halen.

 

Eeuwige roem

 

Voor Daan de Groot bleef het niet bij zijn triomf in de Omloop der Kempen. In 1955 werd hij beroepsrenner in de Locomotief-Vredestein ploeg van Kees Pellenaars. In zijn debuutjaar bij de profs verwierf hij meteen eeuwige roem door de Touretappe van Millau naar Albi te winnen. Het was op 20 juli 1955 snikheet. Al vroeg in koers werd De Groot door de hitte bevangen en uit het peloton gelost. Hij plukte in een veld een stel grote koolbladeren en bedekte daarmee zijn hoofd en hals. Na 55 kilometer achterhaalde hij het peloton en demarreerde meteen. De andere renners versleten hem voor gek om in die hitte voorop te gaan rijden. Niemand reageerde. Na vijf en een half uur koers besloot hij zijn solo van 150 kilometer met meer dan 20 minuten voorsprong. Sindsdien is het begrip monsterontsnapping gekoppeld aan de naam van de rijzige Amsterdammer. Naast een zevental podiumplaatsen in volgende jaren in de Tour de France en de Giro d’Italia reed hij in 1958 drie dagen in de leiderstrui van de Ronde van Spanje. Ook als baanrenner verwierf De Groot een goede naam. Tot het einde van zijn profcarrière in 1961 stond hij vrijwel jaarlijks op het podium bij de nationale profkampioenschappen achtervolging met als beste resultaat de nationale titel in 1956. Na de dood van zijn vrouw in 1981 veranderde hij in een sombere depressieve man die in het begin van 1982 op 48-jarige leeftijd besloot niet langer te willen leven.

 

 

1957 Veldhoven

Jo de Roo boekt in de Kempen zijn eerste klassieke zege

 

Bij de foto's (met de klok mee):

- Jo de Roo in de lauwerkrans van de Omloop der Kempen 1957 ;

- Huldiging van Omloop der Kempen winnaar Jo de Roo in 1957. De fiets van het merk Panter, de traditionele prijs voor de winnaar van de klassieker, ontvangt hij samen met de overwinningstrofee in ’t Witven, het clublokaal van TWC Tempo Veldhoven. Op de foto ook Lenny Zijlmans, secretaris van de organiserende vereniging TWC Tempo en clubvoorzitter Huub Zijlmans. Naast Jo de Roo staan Theo van Wijchen en Jos Heeren (Roosendaal), op de voorgrond de heer Debbout, begeleider van de vereniging Theo Middelkamp, geheel rechts microfonist Cor Wijdenes en rechts op de achtergrond Tempo-bestuurslid Jan Groenen;

- Jo de Roo (rechts) met in het midden zijn kopman Jacques Anquetil en links zijn ploegmaat Ab Geldermans in de Tour de France 1964;

- Met ploegleider Kees Pellenaars in de Nederlandse Televizier ploeg;

- Jo de Roo won tweemaal de Ronde van Lombardije. 

1957 Veldhoven

Jo de Roo boekt in de Kempen zijn eerste klassieke zege

 

"Ik was nog maar net twintig toen ik in 1957 de Omloop der Kempen won. Het was mijn eerste goeie seizoen. Een paar weken eerder was ik achter Piet Steenvoorden tweede geworden in de strijd om de nationale wegtitel op het circuit van Zandvoort. In Olympia's Tour had ik dat jaar een rit gewonnen en werd zesde in de eindstand. Bovendien boekte ik dat jaar twee etappezeges en de eindoverwinning in de Ster van West-Vlaande­ren." Jo de Roo kan zich de wedstrijddag in de Kempen nog goed voor de geest halen. Zijn zege in de Omloop en de andere successen zouden de aanzet worden naar een glanzende profcar­rière. De Zeeuwse krachtpat­ser liet zich vijf jaar later met drie grote klassieke zeges tot 's werelds beste wielrenner uitroepen als winnaar van de Super Prestige Pernod, te vergelijken met de huidige Wereldranglijst.

 

(door Piet Gijsbers)

 

Vier jaar knokte Jo de Roo als beginneling voor een fat­soen­lijke plaats in de wielerpelotons. "Mijn eerste wedstrijdjes reed ik al toen ik nog op de lagere school zat. Bij ons in het dorp startte ik op een gewone fiets met het stuur andersom in een dikke banden race. Toen ik in juli zestien werd vroeg ik mijn eerste wedstrijdlicentie aan. Het eerste jaar was het helemaal niks en ook in mijn tweede jaar bij de nieuwelingen maakte ik een moeilijke periode door. Je reed op de fiets naar de wedstrijden, soms een heel eind van huis in België of in Brabant." In juli 1955, na zijn zeven­tiende verjaardag, reed De Roo zijn eerste koers bij de ama­teurs, maar 'door ziektes en zo' duurde het nog een paar jaar voor de echte doorbraak kwam voor de landbouwerzoon uit Schore, een dorpje in de buurt van Krui­ningen. In Olympia's Tour won hij de tweede etappe van Steenwijk naar Eindhoven. Daar werden de vier eerste plaatsen bezet door renners van 'Theo Middelkamp', de club die toen pas een paar jaar bestond en waarbij De Roo zich als een van de eersten op de ledenlijst liet inschrijven. De ploeg werd in Nederlands grootste rondrit voor amateurs eerste in de ploe­genrangschik­king en met Middel­kamp werd De Roo datzelfde jaar ook nog clubkampioen van Nederland.

 

Herenfiets in Veldhoven

 

Voor de Zeeuwse coureur werd 1957 een prach­tige wielerjaargang. Zijn zege in de Omloop der Kempen herinnert hij zich nog goed. "Zoveel koersen won ik toen nog niet en als je dan als winnaar een herenfiets in ont­vangst mag nemen, blijft je dat wel bij. Jan Hugens was weg en we gingen met een man of vijf in de tegen­aanval. Met Geurt Pos, Theo van Wychen, Ab van Egmond en Harrie Ehlen liepen we Hugens in. Ehlen had beloofd niet mee te sprinten als we hem mee naar de streep namen. Toen het zover was kostte het me heel wat moeite om hem te kloppen. Dat gaf toen nog een hele rel." In de Ronde van Overijssel stelde De Roo met een tweede plaats achter Piet Damen zijn kandida­tuur voor het WK op de weg in Waregem veilig. Een val op de knie gooide hem daar in België uit de strijd. De opvallende prestaties van De Roo hadden inmiddels wel de aandacht van wielerkenners getrokken. Klaas Buchly, de ploeg­leider van Magneet, benaderde hem. In die ploeg reed hij een half seizoen als onafhankelijke, in die tijd de tussencatego­rie tussen amateurs en professionals. Zo proefde hij van het werk bij de beroepsrenners en finishte onder meer als tweede in Gent-Wevelgem.        

 

Franse dienst

 

In de ploeg van eindwinnaar Piet van Est won Jo de Roo een jaar later de slotetappe van de Profronde van Nederland in het Amsterdam­se Olympisch Stadion door niemand minder dan Gerrit Schulte en Ab Geldermans te verslaan. De Zeeuwse neo-prof had toen zijn eenentwintigste verjaardag nog niet eens gevierd! Ook in 1959 boekte hij een drietal zeges, onder meer in de Zesdaagse der Beloften op de wielerbaan van Antwerpen. Het volgende seizoen kwam De Roo in een Franse ploeg terecht. "Bij Helyett-Leroux-Hutchinson, de ploeg van Jacques Anquetil, zochten ze een sprinter. Toen ben ik met Michel Stolker en Joop Capteijn in Franse dienst gaan rijden, vijf jaar in de ploeg van Anquetil, St. Raphael." Jo de Haan en Ab Gelder­mans waren al eerder in Franse dienst. Het was de tijd dat de beste Nederlandse professionals door Franse ploe­gen begeerd werden. Jan Janssen en Dick Enthoven reden bij Pelforth, Bas Maliepaard en Piet Rentmeester bij Geminiani. Jo de Roo was haast steevast al vroeg in vorm. Hij boekte een paar jaar op rij ritzeges in de Ronde van Sardinië. De Zeeuw volgde daar in 1960 Rik van Looy op als eindwinnaar. Datzelfde jaar reed hij zijn eerste Tour de France, zonder er potten te kunnen breken. In 1961 won hij acht wedstrijden. "Op het eiland Mann versloeg ik toen André Darrigade. Ook in 1962 won ik een stuk of acht koersen." Het Parijse sportdagblad l'Equipe roemde aan het einde van dat wegseizoen de Nederland­se beroepsrenners in een toonaangevend artikel vergezeld van een karikatuur met De Roo, Stolker, Geldermans, Nijdam, Hugens en Janssen aan het fietsen met een banier waarop het Neder­landse wapen aan een vlaggenstok die uitliep in een tulp.

 

Super Prestige Pernod

 

Bij de negen zeges van Jo De Roo in 1962 waren maar liefst drie grote klassie­kers: Bor­deaux-Parijs, met 557 kilo­meter de langste wedstrijd van het seizoen, Pa­rijs-Tours, de snelste met een gemiddelde uur­snelheid van 44 kilo­meter en 903 meter, en de Ronde van Lom­bar­dije, de lastig­ste klassieker van het wegsei­zoen. Tot dan toe was het in de wielersport nog nooit gebeurd dat een renner in één seizoen drie grote wedstrijden van een zo verschillend karakter won. De eindzege in de Super Prestige Pernod, het klassement over de voornaamste wegkoersen van het jaar, kwam in 1962 dan ook met royale voorsprong op de concurrentie in het bezit van de Zeeuw­se ijzervreter. De naam van De Roo als internationaal wegren­ner was voorgoed gevestigd. De man uit Schore, inmiddels getrouwd en verhuisd naar Kruiningen, had de aandacht getrok­ken door zijn rustige zit op de racefiets, zijn gemakkelijke manier van rijden en zijn grote strijdbaarheid. "In 1963 won ik maar een stuk of vier koersen, waarbij wel weer Parijs-Tours en de Ronde van Lombardije. Daarna won ik drie jaar op rij een etappe in de Tour de Fran­ce, werd winnaar van een rit in de Ronde van Spanje, van een etappe in de Ronde van Nederland en behaalde ritzeges in de Tour de Sud-Est, de Aude en de Midi Libre.” Tweemaal achtereen, in 1964 en 1965, werd hij Nederlands kampioen op de weg, won de Ronde van Vlaanderen en de Omloop Het Volk, waarna hij zijn carrière in de Willem II-Gazelle ploeg afsloot. “Toch won ik goed beschouwd niet zoveel koersen. Ik kon me vaak wel bij de eersten klasseren, maar in massasprints bleef het meestal bij ereplaatsen. Ik moest in de laatste paar kilometer wegspringen en dan moest het een beetje goed uitkomen. Soms leek het bij mij alsof het gemakke­lijker was een klassieker dan een kermiskoers te win­nen," aldus de nu 84-jarige oud-coureur uit Zeeland.

2000 Veldhoven 

Anthony Theus maakt zich onsterfelijk in Omloop der Kempen

 

Anthonie Theus wint voor de vierde keer de Omloop der Kempen (Foto Theo van Sambeek)

 

De vierde zege die Anthony Theus afgelopen zondag in de Omloop der Kempen behaalde mag welhaast als een ongelooflijke prestatie beschouwd worden. Een prestatie die op amateurniveau vergelijkbaar is met de vier overwinningen van Jan Raas in de Amstel Gold Race. “Het zal niet gemakkelijk gaan, maar kans heb ik altijd,” hield Theus zich al een paar jaar voor, nadat hij de wedstrijd in 1995 voor de derde keer winnend had afgesloten. “De vorm van de dag en een beetje geluk kunnen alles bepalend zijn,” zei hij vorig jaar nog aan de vooravond van de Omloop. Dit keer strooide hij vriend en vijand zand in de ogen door vooraf te beweren dat het voor hem te moeilijk zou zijn dit jaar de echte beroepsrenners te verslaan. Een volle werkweek bij zijn baas zou het hem amper mogelijk maken om genoeg te trainen voor een klassieker als de Omloop der Kempen. Zondagmiddag bleek het tegendeel. Zonder de eindsprint van de kopgroep af te wachten zette hij al zijn tegenstanders op het verkeerde been door een demarrage in de slotkilometer. In de nadagen van zijn carrière sloeg de Bergeijkenaar nog eens op verrassende wijze toe.

(door Piet Gijsbers)

Theus was zondag in voorste lijn present toen na negentig kilometer in Riethoven een omvangrijke kopgroep het peloton vaarwel zei. Binnen de kortste keren nam die vluchtgroep een royale voorsprong. Bij de bevoorrading tussen Knegsel en Vessem was het gat tussen koplopers en peloton al tot meer dan drie minuten gegroeid. Daar kwam ook een einde aan de wedstrijd voor een drietal renners bij een ongelukkige manoeuvre van een collega in de grote groep. Een lege etenszak kwam in het voorwiel van de Uwe Nepp terecht, waardoor de Duitser tegen het wegdek smakte en in zijn val Hans Dekkers en Bart Heirewegh meenam. Vooral voor de Belgische winnaar van de Ronde van de Baronie, de openingsklassieker van de Wielerliga 2000, was dat een zware tegenvaller. Weg was de kans om zijn puntentotaal verder de hoogte in te stuwen. Al zag Heirewegh dat zelf op dat moment al niet echt meer zitten. “In de kopgroep zijn zowat alle ploegen vertegenwoordigd. Alleen de Collstrops proberen de achterstand nog goed te maken, maar dat ging al niet meer echt met overtuiging,” meldde hij zittend in het gras van de berm met een lelijke schaafwond aan zijn linkerbeen. Nauwelijks vier kilometer verder kregen de achttien koplopers nog meer zicht op een zorgeloze middag toen het peloton in Vessem een verkeerde weg werd ingestuurd. In plaats van linksaf het dorp in te rijden, spoorde de grote groep rechtdoor de Keyenhurk in. Om pas een eind verder rechtsomkeert te maken en met een hopeloze achterstand de wedstrijd te vervolgen. De koplopers lieten zich daarna niet meer van hun stuk brengen. Eensgezind bleven zij tot in de finale van de koers met een pittig tempo ver voorop.

 

Relaxed

 

Pas toen de renners Veldhoven weer roken kwam er nieuw leven in de brouwerij. Drie ploegen hadden meer dan een coureur in de frontlinie en probeerden dat met nieuwe demarrages uit te buiten. Maar pas tijdens de twee plaatselijke finaleronden leek dat succes te gaan hebben. Alain van Katwijk ondernam een solo, in de rug gedekt door zijn MGI-ploegmaat Daniël van Elven. Toen die poging mislukte, draaide dat tweetal de rollen om. Maar opnieuw kreeg de eenzame koploper niet voldoende ruimte. Nadat de dappere Van Katwijk in de slotkilometer nogmaals had aangezet voor een aanval en opnieuw het nutteloze daarvan in moest zien, sprong Anthony Theus op de pedalen. De numerieke meerderheid van de Axa-ploeg bleek toen voldoende om de Bergeijkenaar aan zijn vierde Omloop-zege te helpen. Alleen voorop, met beide armen juichend in de hoogte, vierde hij zijn triomf. Of hij dit zelf had verwacht? “Het was een rare koers. Toen we met een goeie groep voorop kwamen, was er even verwarring nadat het peloton verkeerd reed. In het wedstrijdreglement staat dat elke renner het parcours dient te kennen. Ikzelf en mijn ploegmaat Sandro Bijnen hebben de ronde van te voren al gereden en kenden de weg op ons duimpje. Na enige paniek bij volgers en renners zijn wij toch weer flink door gaan rijden en konden relaxed de finale in gaan. Mijn trainingsmaatje Sandro en mijn tweede ploegmaat Danny Stam hebben hard gewerkt in de kopgroep en ik heb de kroon op dat werk gezet,” aldus de dolgelukkige winnaar die nu echt voortaan als ‘Mister Omloop’ betiteld mag worden. De al jarenlang in ons land wonende Est Peep Mikli, was al blij met de tweede plaats: “Als je tekort komt tegen Theus, moet je tevreden zijn,” stelde hij gelaten vast. Zowel Theus als Mikli zijn duidelijk klaar voor Olympia’s Tour die op zaterdag 20 mei in Tilburg van start gaat.  

 

Sportmedaille

 

Terwijl de renners in Veldhoven de finaleronden reden, werd op het aankomstparcours koersdirecteur Albert Donkers gehuldigd. Niets vermoedend stapte hij uit de voorste wagen in koers om opgewacht te worden door wethouder Smetsers die de oud-voorzitter van TWC Tempo kwam vertellen dat hij de Sportmedaille van de gemeente Veldhoven had verdiend. Als bestuurslid, ploegleider en begeleider van Tempo, animator van de Ronde van Veldhoven, mede-organisator van de traditionele voorjaarstrainingsritten en van de Omloop der Kempen gedurende meer dan twintig jaar en zijn talrijke andere verdiensten ten bate van de Veldhovense wielersport had het gemeentebestuur besloten hem met de Sportmedaille te eren. De gemeentelijke oorkonde en een bloemetje werden hem overhandigd door de wethouder en de rondemiss, waarna Henry van den Biggelaar namens de organisatie de heer Donkers nog noemde als degene die diverse generaties organisatoren met het wielervirus in aanraking heeft gebracht. Op een nog nader te bepalen datum wordt de Sportmedaille officieel overhandigd tegelijk met alle andere medailles voor sport, cultuur en welzijn.

 

Van Moorsel

 

Naast de Omloop der Kempen was er in Veldhoven zondagmiddag nog meer wielersportbedrijvigheid, in tweevoud zelfs. Op een plaatselijke omloop reden vijftig rensters de Grote Prijs Van der Heijden. Leontien van Moorsel toonde eens te meer haar superioriteit in het vaderlandse damespeloton. Na lang een afwachtende houding in het peloton te hebben aangenomen, ging zij met Edith Klep en Martine Bras voorop rijden. Toen Sissy van Alebeek en de Engelse Frances Newstead bij de leidsters aansloten, vond de wereldkampioene tijdrijden het tijd worden om alleen voorop te gaan rijden en haar derde opeenvolgende zege in Veldhoven te boeken.

Een groot peloton junioren reed de klassieke Grote Prijs Bouwers Met Visie over de Kempische wegen. In de finale leek het duo Huub Meulenbroeks uit Hapert en Veghelse Bernt Hamers de strijd in hun voordeel te gaan beslissen. Pas in de slotronde op het aankomstparcours werden zij door de hoofdmacht ingerekend en kon Marcel Beima uit het Friese Hardegarijp licht voorop met Rob van Gestel uit Nuenen de zege grijpen.

 

De uitslagen in Veldhoven:

Elite/Neo-amateurs: 1 Anthony Theus Bergeijk (Axa) 200 km in 4.38.55, 2 op 0.01 Peep Mikli Estland (Piels), 3 Mark Vlijm Hoorn (Rabobank), 4 Pascal Hermes Liempde (Van Vliet), 5 Berry Hoedemakers Eerde (Spar/Oki), 6 Roy Sentjens Hamont (De Dommelstreek), 7 Steven de Neef België (Flanders), 8 Pauly Burke België (Tönissteiner), 9 Daniël van Elven Rucphen (MGI Fietsen), 10 Marc van Griensven Deurne (Modderkolk/Groenewoud), 11 Alain van Katwijk Valkenswaard (MGI Fietsen), 12 Peter van de Reep Hillegom (Van Vliet/Weba), 13 op 0.06 Michael van der Wolf Rotterdam (Cologne), 14 op 0.12  Arno Bouten Venlo (Piels), 15 op 0.16 Sandro Bijnen Budel (Axa).

Junioren: 1 Marcel Beima Hardegarijp 123 km in 2.48.39, 2 Rob van Gestel Nuenen, 3 op 0.03 Bart Oegema Amsterdam, 4 op 0.05 Bram van Kooij Drunen, 5 op 0.10 Simon Wienke Doornerveen, 6 Christian Mol Nibbixwoud, 7 Niek Asbroek Wierden, 8 Bas Middendorp Naaldwijk, 9 Wesley van der Linden Wilnis, 10 David Heavan Gwent (Eng), 11 op 0.14 robbie Wolff Voorhout, 12 Hidde Bos Ijsselstein, 13 Stefano Secci Tilburg, 14 Jos van Veldhoven Valkenswaard, 15 Huub Meulenbroeks Hapert, 19 Jan Dirkx Reusel.

Dames: 1 Leontien van Moorsel Rotterdam, 2 Sissy van Alebeek Rotterdam, 3 Edith Klep Steenbergen, 4 Martine Bras Helmond, 5 Frances Newstead Slumberland (Eng), 6 Janneke Vos Kockengen, 7 Angela van Smoorenburg Langeraar, 8 Esther van der Helm Moordrecht, 9 Areke Hassink Zieuwent, 10 Marielle van Scheppingen Uithoorn.  

 

1996 Veldhoven 

Bennie Gosink succesvol in de Kempen

 

Bennie Gosink komt als winnaar van de Omloop der Kempen over de eindstreep (Foto Harrie van Woerkum)

 

Vijfentwintig jaar geleden ging de zege in de Omloop der Kempen naar Bennie Gosink. De renner uit het Drentse Coevorden was in die tijd een van de toonaangevende amateurs. Zo werd hij in 1995 eindwinnaar van de Teleflex Tour, een etappekoers door Nederland en België. Gosink (21-9-1970) ploeterde op de heuvels van de Belgische Ardennen door de regen en kreeg zijn tegenstanders uit een verbrokkelende kopgroep allemaal plat. Hij sloeg daarmee in het alge­meen klassement een flinke kloof waarmee hij de Tour in zijn voordeel besliste. In Luyksgestel kon het wielerpubliek de kwaliteiten van Gosink dat jaar met eigen ogen bekijken toen hij daar met de zege ging strijken. Ook in Duizel stond hij op het podium. Een seizoen later was de Drentse coureur in Veldhoven met voorsprong het eerste aan de finish van de Omloop der Kempen.

 

(door Piet Gijsbers)

 

Bennie Gosink begint op zijn negende jaar met wielrennen. Hij kan aardig meekomen in de jeugdcategorieën en bij de nieuwe­lingen. Als tweedejaars ju­nior wint hij onder andere de twee­daagse Ronde van Midden-Brabant en komt bij de Koga Miyata-ploeg van Egbert Koersen. Hij rijdt vier seizoenen in die succesformatie. In dienst van renners als Wilco Zuijderwijk, Jans Koerts en Bart Voskamp groeit hij uit tot een gewaar­deerd coureur. Gosink rijdt in 1993 in de ploeg van Swift Leiden-Casba een goede Olympia's Ronde. Vervolgens maakt hij met Niels Boogaard de overstap naar de nieuwe formatie Löwik-Farnholt. Hij pakt een etappe in de Teleflex Tour 1994 en legt in het eindklassement van die heuvelachtige koers door Zuid-Limburg en het Duitse Eifelland achter Jos Wolfkamp beslag op de tweede plaats.

Het eerste grote succes bij de amateurs is voor Bennie Gosink de zege in de Ronde van Overijssel 1994. In Olympia's Ronde komt hij ten val. Op het NK 1994 gaat hij te vroeg in de aanval en daarna rijdt hij in juli veel criteri­ums. In Duizel staat hij onder meer op het tweede treetje van het erepo­dium bij winnaar Max van Heeswijk en John den Braber . In dat najaar boekt hij als winnaar van de Grote Prijs Wieler Revue op de wegen van de Gelderse Achterhoek opnieuw een triomf in een topklassieker. Waar in een nog niet zo lang verleden renners met twee topcom­petitie-klassiekers op zak de overstap naar de profs konden maken, moet Bennie Gosink voorlopig in de wacht­kamer plaats nemen. Met nieuwe prestaties wil hij echter toch zijn plaats in een profploeg afdwingen. In de Teleflex Tour 1995 ziet hij zijn doorzet­ten met de zege be­loond. De aanvaller pur sang verne­dert in de koningin­nenrit zijn sterk­ste tegenstan­ders. Voorma­lig prof Louis de Koning ziet in de Belgische aankomstplaats het ver­schil met etappewin­naar Gosink op 35 seconden uit draa­ien. Niels van der Steen en Marc van Orsouw incas­seren als nummer drie en vier nog aanzienlijk groter verlies. Na zijn tweede plaats een jaar eerder bewijst Gosink eens te meer tot de amateurtop te behoren.

Tijdens Gosinks vlucht op die paaszater­dag in 1995 zit Cees Priem in de volgwagen. Die contracteert later in het seizoen, na de Ronde van Lim­burg, Niels van der Steen voor zijn TVM-ploeg. Boven­dien ziet Bennie Gosink door een samenspel van omstandighe­den de vijf beste coureurs uit de Europolis-ploeg, onder meer Bergeijkse Anthony Theus, bij TVM plaats nemen. Teleurgesteld moet hij na zijn overwinning in de Luyks­ge­stelse kermisronde constateren dat daardoor voor hem de kans op een profcontract danig is geslonken. Hij mag in het najaar alsnog als stagiair bij Tönissteiner-Saxon in België aan de slag, maar het levert hem geen contract op. “Ik was toen net getrouwd,” zegt hij nu, gevraagd naar de situatie toen. “We hadden een huisje in Coevorden gekocht. En ik vond het te ver om steeds weer helemaal naar België te reizen om daar voor die sponsor wedstrijden te rijden.”

 

Omloop der Kempen

 

Zijn zege in de Omloop der Kempen 1996 weet hij nog goed voor de geest te halen. “We waren met een man of dertig voorop. Ik was er als enige van mijn toenmalige sponsor bij. Een week eerder hadden we met vijf man in de kopgroep van de Ronde van Overijssel gezeten. Daar weren we in het pak gestoken door Anthony Theus. Voor mezelf was het een mooie revanche dat ik in Veldhoven, de thuisregio van Theus, er met de overwinning vandoor kon gaan. In de laatste kilometers wist ik alleen voorop te komen en solo te finishen.” Een jaar later won Gosink ook nog de Ster van Zwolle die jaarlijks het Nederlandse amateurseizoen opent. Later kwam hij nog een paar keer op het podium in etappes van Olympia’s Tour voordat hij zijn racefiets aan de wilgen hing. Gosink ging voetballen en raakte heel lang geen fiets meer aan. Vijftien jaar werkte hij bij de firma Tegeltoko die ook een aantal jaren een wielerploeg sponsorde. “Nu doe ik sinds vier jaar weer graag mee aan trainingsritten met clubrenners in Emmen.” Als verkoper/adviseur bij een verfspecialist komt hij nu (in 2021) op 50-jarige leeftijd zijn dagen door.

1997 VELDHOVEN

Alain van Katwijk wint Ierse Junior Tour

 

Alain van Katwijk, tweede renner van rechts, met de gele trui en de bloemen van de eindwinnaar

 

Hoe je met weinig middelen veel kunt bereiken bewees de junio­renploeg van Tour- en Wielerclub Tempo uit Veldhoven in Ierland. De vier man sterke ploeg onder leiding van Wil en Martijn Jacobs uit Steensel kwam na acht dagen wielren­nen terug met drie etappezeges en de eindoverwinning op zak. Het juniorenteam met Alain van Katwijk uit Aalst-Waalre als kopman bleek in de Credit Union Junior Tour oppermachtig. De Junior Tour staat te boek als een prestigieus evenemen­t op het groene eiland. Op 16-jarige leeftijd won Martin Early, later een verdienstelijk Iers profcoureur, de eerste editie van de etappekoers in 1978. Tien jaar later was Richard Groenendaal de eerste Nederlandse eindwinnaar en nu, in 1997, volgde Alain van Katwijk hem op. 

 

Twee zeges plus de eindoverwinning eiste Alain van Katwijk voor zich op. De derde ritzege van de Tempo-ploeg viel ten prooi aan Veldhovenaar Ruud Verspaandonk. Daarmee verliep de trip voor de Veldhovense formatie boven verwachting. Toch is de ploeg ook door diepe dalen moeten gaan. De renners werden veel geplaagd door hevig noodweer, slechte wegen in het zuid-oosten van het Groene Land en de daarmee dikwijls gepaard gaande lekke banden. Triest dieptepunt was de sleutelbeenbreuk die Veldhovenaar John van der Linden opliep bij een val in de derde etappe. Voor hem kwam daarmee de wedstrijd tot een voortijdig einde.

Van Katwijk liet over zijn bedoelingen geen misverstand be­staan en pakte met een triomf in de openingsrit direct de gele leiderstrui. Zonder pech zou zijn leidende positie geen moment serieus meer in gevaar gekomen zijn. Maar op de vierde dag sloeg het noodlot andermaal toe voor de Veldhovense ploeg. Van Katwijk raakte door materiaalpech en een misverstand bij de hulpverlening op achterstand. Hij kon de schade beperken door in de grote groep te finishen. Een kleine vluchtgroep met daarin de Belg Jens van der Laer was toen al binnen en nam met kleine voorsprong de leiderstrui van het Waalrese talent over.

 

Graadmeter

 

Van Katwijk stelde in de Koninginnenrit over 123 kilometer weer orde op zaken en trok, naar later bleek, het gele tricot definitief over zijn schouders. Dat was mede te danken aan het sterke en controlerende rijden van zijn ploegmakkers Willem Verhees en Ruud Verspaandonk. Verhees reed een prima wedstrijd maar moest, deels door pech, na acht dagen zowat een half uur toegeven op zijn winnende ploegmaat. Met een 45ste plaats in de eindrangschikking klasseerde de jonge Veldhovense coureur zich bij de voorste helft van het deelnemersveld. Niet in de laatste plaats was dat te danken aan zijn sterke optreden in de individuele tijdrit, waarin hij zich even niet in dienst van zijn kopman hoefde te stellen. De rit tegen de klok werd door onze zuiderbuur Van der Laer vóór van Katwijk in zijn voordeel beslist. Ruud Verspaandonk eindigde met een negende plaats keurig in de top van het algemeen klassement. In de Ierse hoofdstad Dublin waren duizenden mensen uitgelopen om de renners aan het eind van de laatste etappe toe te juichen. De wedstrijd was dan ook een goede graadmeter voor de belangstelling bij de start van de Tour de France die volgend jaar door de organisatoren van de Credit Union Junior Tour naar de Ierse hoofdstad wordt gehaald.

 

Naschrift:

Later zouden onder meer de Ier Nicolas Roche (2002), onze landgenoot Kai Reus (2003), de Brit Ian Stannard (2004), diens landgenoot Luke Rowe (2006) en de Ier Sam Bennett (2008) als eindwinnaar van de Junior Tour of Ireland gehuldigd worden. De Ier Eddie Dunbar, nu in de outfit van profteam INEOS, won de etappekoers in 2013 en 2014 zelfs tweemaal.

2005 Veldhoven Omloop der Kempen

Niki Terpstra klopt Sebastian Langeveld en Laurens ten Dam (Foto's Theo van Sambeek)

2005 Veldhoven

Jonge Niki Terpstra winnaar Omloop der Kempen

 

Ook zeges voor Kristy Miggels en Kevin Crabbe

 

Na 200 kilometer door weer en wind bracht een felle eindsprint zondagmiddag de beslissing in de 57ste Omloop der Kempen. Niki Terpstra, een bijna 21-jarig talent uit Krommenie, toonde zich net iets sneller dan de nog jongere Lissenaar Sebastian Langeveld en Groninger Laurens ten Dam. Zij hielden in de Dorpstraat nipt een ontketend Rabobanktreintje achter zich. De Veldhovense organisatie kreeg in de twee andere wedstrijden van het jaarlijkse drieluik bij de junioren een compleet Belgisch podium met de Waaslandse clubgenoten Crabbe, Joseph en Nolf en onze landgenote Kristy Miggels als winnares bij de vrouwen. Een geslaagde wielerdag kan weer in de annalen van de Stichting Omloop der Kempen worden bijgeschreven.

 

(door Piet Gijsbers)

 

De Veldhovense organisatie is voor geen kleintje vervaard. Dat bleek zondag weer eens. Zowat duizend mensen waren in enigerlei vorm, van vlaggenpost in een uithoek van het Kempische wielerparcours tot deelnemer of EHBO’er, actief om ook de 57ste editie van de Omloop voor elitecoureurs en beloften, de bijbehorende Grote Prijs Bouwers met Visie voor junioren en de Grote Prijs Sankomy Installatie Techniek te doen slagen. De weersomstandigheden beloofden op voorhand al van de wedstrijden een slijtageslag te maken. De regen- en hagelbuien die de coureurs over hun ruggen kregen, gekoppeld aan de harde en vooral ook koude noordwestenwind maakten de wedstrijden bijzonder zwaar. Aan de finish zou blijken dat vooral de eliterenners en de junioren op hun grote rondritten door het Kempenland veel afvallers kenden. Slechts 55 van de honderddertig gestarte junioren bereikten de finish, in de grote Omloop kwamen bij de elite en beloften zelfs maar 54 van de 200 starters aan de eindstreep. Des te meer tekent het de klasse van drie stoere knapen uit het Belgische Waasland dat zij in de finale van de Grote Prijs Bouwers met Visie hun drie Nederlandse vluchtgezellen royaal het nakijken gaven. Terwijl hun vluchtmakkers door een sterk uitgedund achtervolgend peloton werden opgeslokt, maakten de drie Belgen onderling uit wie vandaag hun sterkste clubman was. Kevin Crabbe, die dit jaar onder meer ook al de individuele tijdrit in de Tour de l’Avenir voor junioren won, bleek over de sterkste benen te beschikken en reed solo naar de finish in de GP Bouwers met Visie.

 

Uitgedund

 

Op een plaatselijk parcours beslisten negentig rensters wie van hen de sterkste van de middag was in de GP Sankomij. De 24-jarige Kristy Miggels uit het Limburgse Belfeld trok de zege naar zich toe, al had zij bijna buiten de waard gerekend van de jonge Noord-Hollandse Adrie Visser. Zij waren de snelsten van een kopgroepje van zes. In de grote Omloop voor elite en beloften waren Niek Voskamp (B&E Cycling Team) en Michiel Elijzen (Rabobank) de vluchters van het eerste uur. Zij passeerden op weg naar Postel met een minuutje voorsprong op het toen nog grote peloton. Tijdens de eerste grote ronde door de Kempendorpen werden de renners geteisterd door regen en zelfs hagel, zodat in Eersel na twee uur koers het peloton al tot de helft geslonken was. Vooral de jongens die het van avondtraining moeten hebben bleken onder deze zware omstandigheden extra gehandicapt ten opzichte van de full- en semi-professionals. Jeroen Boelen, Marco Wesseling, Julien Smink, Dmitry Kozontchouk en Robby Meul gingen voorop rijden. Onder hun impuls werd de hoofdmacht opnieuw uitgedund, zodat nog zowat vijftig renners in kansrijke positie bleven. Niki Terpstra, Vytantas Kawpas en Sebastiaan Langeveld namen na de keiwegen in de tweede grote ronde de benen. Toen scheidden hen nog 50 kilometer van de eindstreep in Veldhoven. Vlak voor de tweede finishpassage waagde de Duitser Dennis Haueisen zich aan een vruchteloze achtervolging. Meer kans van slagen leek de op gang gezette poursuite van de Rabobankploeg te hebben. Zij naderden de koplopers gezwind, zodat een groepssprint alsnog de 57ste Omloop leek te gaan beslissen.

 

Climax

 

Terwijl aan de finishlijn organisator Albert Donkers en uw verslaggever in de bloemetjes werden gezet vanwege hun verdiensten voor de Omloop gedurende een lange reeks van jaren (beiden zouden na afloop van de wedstrijd ook nog worden onderscheiden met de gouden KNWU-speld), naderde de Omloop der Kempen zijn climax. Zouden de Rabo’s er in de laatste plaatselijke ronde in slagen hun sprinter Hans Dekkers nog in stelling te brengen? Na 200zware kilometers bleek het tegengestelde. Niki Terpstra bekroonde zijn lange vlucht met enkele krachtige pedaalslagen, zodat de aanstormende hoofdmacht enkele tientallen meters tekort kwam om de vluchters in de kraag te vatten. Ook Langeveld, Ten Dam, Heyboer en Kawpas bleven Ronde van Drente-winnaar Sieberg en de andere sprinters nipt voor, zodat de eerste negenentwintig aankomende coureurs allen in dezelfde tijd werden geklasseerd. ‘Ongelooflijk dat we nog voorop bleven na gisteren in de Ronde van Overijssel ook al zo’n slecht weer te hebben moeten trotseren,’ aldus de jonge winnaar die onlangs met het Nederlandse achtervolgingskwartet op de WK-baanwielrennen in Los Angeles zilver had gegrepen. En hoe dacht streekfavoriet Hans Dekkers erover? ‘Voor mij is de Omloop een thuiswedstrijd. Heel de dag koerste ik attent van voren. Zonde dat er niet iemand van onze ploeg mee voorop kwam om het af te maken. De bedoeling was geweest om Remco van der Ven of Tom Veelers mee te sturen. Ons treintje ontspoorde toen de sterke Bert Hiemstra zich ertussen worstelde. Alleen Mathieu Heyboer kon nog met een paar anderen mee springen naar voren. Of ik het af had kunnen maken, weet je natuurlijk nooit. Ik ben in de Omloop altijd bijzonder gemotiveerd aan de start gekomen. Maar er gebeurt altijd wel iets dat voor mij niet gunstig uitpakt. Nu maar hopen dat ik net als twee jaar geleden in Olympia’s Tour een paar etappes kan winnen.’

 

De uitslagen in Veldhoven:

G.P. Sankomij Installatie Techniek (vrouwen): 1 Kristy Miggels (Belfeld), 2 Adrie Visser (Wieringerwerf), 3 Francis Linthorst (Wageningen), 4 Jolanda Cools-van Dongen (Middelharnis), 5 Katleen Vermeiren (Lille (B), 6 Angela Hillenga (Finsterwolde), 7 Nathalie van Katwijk (Oploo), 8 Evelien Bekkering (Den Ham), 9 Monique Verstraten (Roosendaal), 10 Claudia Witteveen (Teuge).

 

G.P. Bouwers met Visie (junioren): 1 Kevin Crabbe (Wielerteam Waasland (B), 2 Stijn Joseph (Wielerteam Waasland (B), 3 Frederik Nolf (Wielerteam Waasland (B), 4 Dennis Kreder (CyclingTeam Vorselaar (B), 5 Jan Noyens (Kon. Balen BC (B), 6 Marco Brus (WV Schijndel), 7 Steven Kruiswijk (Westland Wil Vooruit), 8 Tom Relou (Westland Wil Vooruit), 9 Jan Arnouts (Wielerteam Waasland (B), 10 Coen Vermeltfoort (District Noord-Nederland).

 

Omloop der Kempen elite/beloften:1 Niki Terpstra (Krommenie), 2 Sebastian Langeveld (Lisse), 3 Laurens ten Dam (Groningen), 4 Mathieu Heyboer (Maastricht), 5 Vytantas Kawpas (Litouwen), 6 Marcel Sieberg (Duitsland), 7 Peter Möhlmann (Apeldoorn), 8 Dariusz Rudnicki (Polen), 9 Hans Dekkers (IJzendijke), 10 Kenny van Hummel (Elden), 11 Arno Wallaard (Noordeloos), 12 Eelke van der Wal (Holwerd), 13 Robbert van der Stelt (Ewijk), 14 Roy Hegreberg (Noorwegen), 15 Remco van der Ven (Nieuwegein), 16 Maxim Rudenko (Oekraïne), 17 Jehudi Schoonakker (België), 18 Dennis Haueisen (Duitsland) ,19 Robby Meul (België), 20 Jurgen van Pelt (Gerwen).

 

Ploegenklassement: 1 Rabobank 28 p., 2 Axa Cycling Team 29 p., 3 Jartazi-Granville Team (B) 40 p., 4 Shimano Memory Corp. 47 p., 5 Eurogifts.com 60 p., 6 Team Skil-Moser 71 p., 7 CyclingTeam Bert Story-Piels 72 p., 8 Regioteam Dommelstreek/Trap Met Lust 118 p.

1992 VELDHOVEN-BERGEIJK

John van de Akker en Anthony Theus op zoek naar een nieuwe uitdaging

 

Op zondag 6 september 1992 wordt in het Spaanse Benidorm door de

beroepsrenners gestreden om de wereldtitel. Die zesde september is tevens de da­tum

waarop reglementair contracten van wielerprofessionals met nieuwe werkgevers

kunnen worden ondertekend. Het ziet er naar uit dat het Neder­landse prof­wielrennen een gevoelige aderla­ting zal moeten onder­gaan nu enkele grote geldschieters een punt zetten achter de sponsoring van een profwielerploeg. Voor PDM-prof John van de Akker uit Veldhoven en de Bergeijkse topamateur Anthony Theus lijken de nieuwste internationale ontwikkelingen op wielerge­bied niet in het voordeel uit te pakken. Het prof­pelo­ton wordt opnieuw kleiner en de twee

Kempische renners blikken met gemengde gevoelens vooruit op hun wielertoekomst.

 

Ondanks de dreigende malaise in de Nederlandse beroepswieler­sport - zowel Jan Raas als Jan Gisbers hebben nog geen volle­dige vervanger voor hun huidige geldschieter bekend kunnen maken - heeft John van de Akker goede hoop op prolonga­tie van zijn profcarrière. Die begon in 1988 bij de Belgische ploeg van Roger Swerts. Vervolgens reed hij drie seizoenen in de ploeg van Jan Gisbers. Nu die wordt opgeheven zitten vijftien coureurs voorlopig zonder werk. Alleen Erik Breukink, Raoul Alcala, Tom Cordes, Jean-Paul van Poppel, Gert Jacobs en Uwe Raab hebben nu al de zekerheid van een nieuw contract bij buiten­landse fir­ma's. John van de Akker heeft die zekerheid nog niet, maar vertrouwt er op dat ook voor hem nog een plaatsje wordt inge­ruimd bij een ploeg. "Ik reken mezelf bij de renners die voor een contract in aanmerking komen. Ik ben er van overtuigd dat ik de laatste maanden door mijn manier van rijden res­pect heb afge­dwongen in het peloton. Manfred Krikke (de in Knegsel wonende ex-manager van PDM, red.) is me behulpzaam bij het vinden van een nieuwe ploeg. Hij heeft nog zijn invloed in de wielerwereld en het ziet er naar uit dat ik van zijn steun profijt zal heb­ben." Krikke is bezig met de opzet van een nieuwe Nederlandse profploeg. Daarin wordt de vooral bij jonge profs populaire Belg Ferdi van den Haute ploegleider.

 

Val

 

In het begin van april had John van de Akker de pech dat hij een bot in zijn onder­arm scheurde bij een val in de driedaagse van De Panne. Juist in de voorjaarsklassiekers had hij dit jaar willen vlammen om daarmee zijn uitverkiezing voor de PDM-Tourploeg af te dwingen. Pas eind mei kon hij zijn rentree maken in de Italiaanse Ronde van Trentino, reed vervolgens de Daup­hiné Libéré en was in juni dichtbij de eindzege in de Ronde van Luxem­burg. Op de laatste dag werd hij uit de in de tijdrit verover­de leiders­trui gereden door Jean-Philippe Dojwa. De ploeggeno­ten van de Veldhovenaar waren op dat moment al uit de koers verdwenen en op eigen kracht kon hij op een van de laatste beklimmingen niet aanklampen bij de door diens kopman Mottet op sleeptouw

genomen jonge Frans­man. Amper één minuut bleef van de Akker verwijderd van zijn eerste eindzege in een etap­pekoers. En tot zijn grote teleurstelling passeerde ploeg­leider Jan Gisbers hem na een verdienstelijk gereden Neder­lands kampioenschap (een 9e plaats na knechtenwerk voor Erik Breuk­ink) voor de Tour de France-ploeg.

 

Overwinning

 

Over zijn na-Tour programma is de renner van Tempo-Veldhoven ook niet erg te spreken. "Tijdens en na de Tour de France moest ik mijn conditie op peil houden met Belgische kermis­koersen en een handvol Nederlands criteriums, waarvan ik er een won in Ulvenhout vóór de Italiaan Furlan. Daarna reed ik de zesdaagse Ronde van Burgos in Spanje. Door een etappe te winnen had ik een

plaats in de ploeg voor de wereldbekerwed­strijden kunnen af­dwingen. En dan had ik daarin misschien nog wat kunnen laten zien. Maar de meeste etappes eindigden in massa­sprints, zodat er voor mij in Burgos weinig eer te beha­len viel. Voor de Profronde van Nederland werd ik als reserve opgesteld, zodat ik deze week opnieuw de nodige wedstrijdkilo­meters heb gemist. Nu moet ik de

komende tijd nog wat FICP-punten proberen te verza­melen in een aantal eendagswedstrijden van de tweede kategorie, zoals de Grand Prix van Fourmies, Isbergues, Raymond Impanis en Parijs-Brussel."

 

FICP-klassement

 

Het door de Nederlander Hein Verbruggen als voorzitter van de internationale wielrenunie een aantal jaren geleden ingevoerde puntensysteem bepaalt sindsdien de rangorde in het profpelo­ton. Elke renner kan FICP-punten vergaren in wedstrijden die naar­mate zij op de internationale kalender hoger of lager zijn ingeschaald met meer of minder punten bedeeld worden. Met ingang

van dit jaar tellen van elke ploeg de tien renners met de meeste punten mee in het FICP-ploegenklasse­ment. De 25 ploegen met de meeste punten mogen deelnemen aan de wereldbe­kercyclus, een aantal klassiekers die publici­tair voor de sponsors van het grootste belang zijn. De meeste profteams bieden hun renners een basissalaris met daarnaast een premie­stelsel op grond van het aantal te behalen FICP-punten. Een kwestie van loon naar werken. Geen wonder dat de jacht op die punten voor de renners erg belangrijk is. Geen wonder ook dat zij bij voorkeur in de belangrijkste wedstrij­den aan de start willen staan, omdat daarin juist de meeste punten te verdienen zijn. John van de Akker stond aan het einde van het vorige seizoen bij de dertig beste Nederlandse wielerprofs geklasseerd op de internationale FICP-lijst die in totaal 625 coureurs vermeld­de. Hij heeft ondanks de pech in het voorjaar zijn to­taal inmiddels verdubbeld tot ongeveer 100 punten. Daardoor is hij een renner geworden die in menige ploeg de balans naar de

gunsti­ge kant kan laten doorslaan bij de race naar het star­trecht in de allerbelangrijkste

wedstrijden van het wielersei­zoen 1993.

 

Blessures

 

Of Anthony Theus zijn streven om als beroepsrenner in actie te komen kan verwezenlijken, is nog maar de vraag. Als geen ander weet de 24-jarige Bergeijkenaar hoe moeilijk het momenteel is om de overstap naar de profrangen te maken, omdat een amateur geen FICP-punten mee kan brengen. "Misschien moet ik het met de huidige ontwik­kelingen wel vergeten, maar toch wil ik nog

een jaar alles op alles zetten om in mijn opzet te slagen. Eens had ik contacten met een paar Nederlandse profploegen, maar op advies van mijn ploeg­leider Frits Schür bleef ik toen amateur. Schür wou dat ik me eerst nog wat beter ontwik­kelde op berg­ach­tig terrein. Daarna heb ik nog een goed sei­zoen gemaakt, maar de laatste twee jaren tobde ik met een paar verve­lende bles­su­res.

Vorig jaar raakte ik in augustus aan het sukkelen met een slijmbeursontsteking in mijn knie. En voor het seizoen dit jaar goed en wel op gang was gekomen, stiet ik mijn andere knie en kreeg opnieuw zo'n ontsteking. Het heeft tot juni geduurd voordat ik weer enigszins mee over kon met de topama­teurs. Nu ik te horen heb gekregen dat mijn sponsor Europo­lis er een paar jaar aan vastknoopt, wil ik nog een keer met goede prestaties een plaats bij een profploeg proberen af te dwin­gen."

 

Erelijst

 

Twee verloren wielerjaren voor Anthonie Theus die in 1990 van De Kempen Valkenswaard overstapte naar Het Snelle Wiel Bladel. Als beginnend amateur debuteerde hij vijf jaar geleden met elf overwinnin­gen en inmid­dels heeft de Bergeykse renner al 56 zegepra­len op zijn naam staan. Daarbij een aantal over­winnin­gen in klassie­kers, onder­meer de Omloop der Kempen in 1989, maar ook veel etappe­zeges in binnen- en bui­tenland, zoals in de Itali­aanse Giro delle Reggio­ni, op de

Vredeskoers na de zwaar­ste etappe­wed­strijd voor amateurs. In 1990 triom­feerde hij twee dagen achtereen in een etappe van Olym­pia's Ronde door Neder­land en finishte als leider in het puntenklas­sement. Vorig jaar nog won hij in april een massa­sprint in het Franse Cir­cuit de la Sarthe, een open etappe­koers waaraan onder meer Miguel Indu­rain met zijn ploeg deel­nam. "Er zijn toch weinig amateurs die zo'n erelijst kunnen laten zien. Als ik wat meer geluk heb en blessurevrij blijf, hoop ik binnen nu en een jaar een plaats in een prof­ploeg te hebben afgedwongen."

 

1998 VELDHOVEN

 

Veldhovens getinte amateurploeg in gouden Omloop der Kempen

 Ruud Verspaandonk aan de zijde van leermeester John van den Akker (Foto Theo van Sambeek)

 

Op zondag 10 mei 1998 wordt de gouden editie van de Omloop der Kempen verreden. Een peloton van 176 elite-renners neemt om 12.00 uur in de Veldhovense Dorpsstraat de start voor Neder­lands oudste wielerklassieker. De

organiserende Stichting heeft zich beijverd om de jubileumeditie van de wedstrijd een extra feestelijk tintje te geven met een aantal nevenactivi­teiten. Er zijn helikopter rondvluchten en er treden dweil­bandjes op. De jeugd wordt vermaakt met clowns en grimeuses. Het wieler­pro­gramma bevat naast de klassieker voor amateurs en profs een tweede klassieker voor junioren en een

dameskoers. In de Omloop der Kempen dingt het team van MGI Fietsen met kopman John van den Akker en neo-amateur Ruud Verspaandonk, beiden uit Veldhoven, mee naar een hoofdrol.

 

(door Piet Gijsbers)

 

De Veldhovense inbreng is in de MGI-ploeg niet be­perkt tot Van den Akker en zijn jonge kompaan Verspaandonk. Ook de Veldhove­naren Peter Vliegen en Louis Schats doen een stevige duit in het zakje in de organisatie van het nieuwe wielerteam. Vliegen treedt op als assistent-ploegleider en

trainer-coach, Schats verzorgt de communicatie voor de ploeg. Die werd in januari in Oosterhout gepresenteerd met als verrassen­de at­tractie de aanwezigheid van niemand minder dan Miguel Indu­rain. Naast professional John van den Akker maakt ook ex-prof Erwin Nij­boer deel uit van de ploeg. De renner uit Denekamp, jarenlang de superknecht van de Spaanse El Rey, haalde zijn voormalige kopman naar Nederland op de dag van de presentatie. Een vrien­dendienst van Indurain, waarvan dankbaar door enkele jeugdle­den van Tempo Veldhoven gebruik werd gemaakt om zich op de foto met de vijfvoudige Tourwinnaar en werelduurrecordhou­der te laten vereeuwigen.

 

Hoogste niveau

 

John van den Akker begint na een korte aanlooptijd te wennen aan het leven in een 'normale' maatschappelijke func­tie. Na tien jaar profwielrennen aanvaardde hij in de afgelo­pen winter een baan als vertegenwoordiger bij MGI Fietsen. Twee dagen per week gaat hij op pad in de driehoek Eindho­ven-Den Bosch-Breda. Daarnaast kan hij zich nog steeds als be­roepsrenner bewust op zijn sport richten. "Ik vind het zo heel lekker gaan. Nu kan ik aandacht besteden aan mijn maatschappe­lijke carrière en daarnaast fiets ik toch nog op het hoogste niveau. Soms gaat er wel eens wat mis in de planning. Dan schijnt bijvoorbeeld de zon op een dag dat ik moet gaan wer­ken, terwijl het een dag later als ik wil gaan trainen heel slecht weer is. Maar ik heb de vrijheid om mijn dagen naar eigen voorkeur in te delen, dus mag ik niet kla­gen," zegt de nu 31-jarige Veld­hovenaar. "Ik train wel iets minder dan in voor­gaande jaren, maar voor­alsnog gaat het heel goed." In de 'Ster der Belof­ten' (voor­heen de Teleflextour) was Van den Akker in de etappe door Zuid-Limburg de

sterk­ste man in koers zonder dat hij daar voor de dagzege kon strijden. Hij was een van de geroutineerde renners die de last van de koers op hun schouders droegen. Jongere coureurs profi­teerden daar­van. "Op de klimme­tjes leidde ik het spel, maar ik kon niet aan een stuk door alle demarrages blijven beantwoor­den. Toen zes man weg reden, ben ik nog wel met een groep in de

achter­vol­ging ge­gaan, maar we strandden uiteinde­lijk op dertien secon­den." In de Belgi­sche Ardennen zat Van den Akker in de groep van tien man achter de Noorse winnaar Vestöl. Na vier dagen koers was de eindzege voor de jonge belofte Karsten Kroon uit Drenthe. Van den Akker werd vierde in de eindstand. Vervolgens schreef de Veldhovenaar een etappe in het Franse Circuit de Saône et Loire op zijn naam. En vorige week loodste hij twee jonge renners uit zijn ploeg naar de ereplaatsen in de Omloop van de Zuidwesthoek. Van den Akker maakte het succes van de MGI-ploeg compleet door samen met Wilfried Bastiaanse en Jeroen Slagter het erepodium te beklimmen.

 

Mentor

 

Voor John van den Akker is de overstap naar de MGI-ploeg een mooie overgang. "Ik val nu niet in het bekende zwarte gat. En ik houd er een mooie baan aan over." Als het aan de Veldho­ven­se professional ligt, dan moet zijn dorpsgenoot Ruud Ver­spaan­donk nu in zijn fietssporen gaan rijden.

"Ruud staat op dit moment al verder dan ik in mijn eerste jaar bij de ama­teurs. Omdat hij nog stu­deert, kan hij alleen 's avonds trai­nen, terwijl ik gewoon­lijk 's morgens mijn trainingskilometers maak. Als hij dadelijk met zijn studie klaar is, kunnen we meer samen de weg op gaan." Tijd om Ver­spaandonk zelf aan het woord te laten. Hij heeft in Van den Akker de ideale mentor. "Van

John kan ik veel leren. Van zijn tactische aanwijzingen moet ik gebruik kunnen maken. Hij heeft zoveel ervaring. Zo gauw als we samen thuis zijn wil ik met hem gaan trainen," zegt de net 19-jarige MEAO-student. "Ik zit nu voor mijn eindexamen bedrijfskunde en moet nog enkele weken stage lopen bij Henri Wintermans in Eersel. Mijn trainingstijd is nu nog beperkt, maar als ik mijn diploma op zak heb wil ik een zomer lang meer tijd aan het wielrennen gaan besteden."

In de afge­lopen maan­den heeft Verspaandonk gemerkt dat de amateurkoersen vooral door hun lengte andere koek zijn dan die bij de junio­ren. Vorig jaar kon hij in de wedstrijdcategorie van de 18- en 19-jarigen in klassiekers de lakens mee uit delen. De overgang naar de hogere wed­strijdklasse verteerde hij goed. Vooral in het Belgische heu­vel­land van de Ardennen stond de jonge Veldhoven­se amateur meteen al zijn mannetje. "Ik kon me goed handhaven in de mateurklassieker Dwars door België. En de tweedaagse van de Gaverstreek met 190 ver­trek­kers beëindigde ik op de 26ste plaats. In een spurt met een grote groep zit ik nog te ver van achteren. Mijn positie kiezen

moet nog wat verbeteren. In dat soort dingen kan John me veel bij le­ren." Verspaandonk wordt intensief begeleid door Peter Verbeek. De Eindhovense sportschoolhouder en wielertrainer, die nu ook ploegleider is van de Duitse profploeg Gerolsteiner zorgt voor de trainingsschema's van

Verspaandonk.

 

Propaganda

 

John van den Akker heeft vorig jaar met de Foreldorado-prof­ploeg al eens kennis gemaakt met een eerste aanzet naar menta­le begeleiding. De renners volgden een uiteenzetting van sport­psy­chol­oog Rico Schijns. Toen al had de Eindhovense ploegleider Peter Verbeek die begeleider graag full­time aan zijn ­team toegevoegd als hij er een budget voor zou hebben gehad. Van den Akker vond de sessie van de sport­psycho­loog heel interessant en maakt nu bij de MGI-renners propaganda voor de aanpak van Peter Vliegen. Die neemt in samenwerking met ploe­garts Berend Nikkels uit Oostelbeers de fysieke tests af en bereidt de renners met zijn adviezen voor op de wed­strijddagen. Jacqueline Nieland neemt op haar vakgebied de mentaal-emotionele testen af. Zowel Vliegen als Van den Akker hanteren het principe 'vrij­heid-blijheid' in hun uitspraken over de rennersbegelei­ding. Met name de jonge coureurs kunnen veel profijt hebben van de moder­ne aanpak. Van den Akker weet dat hij in de Omloop der Kempen door de concurrentie in het oog wordt gehouden. "Dat doen ze in de Limburgse heuvels ook, maar daar kan ik me onderscheiden. Op de vlakke Kempische wegen is dat wat anders. Hier zijn veel meer renners aan elkaar gewaagd, zodat het nog spannend kan worden," aldus de ervaren Veldhovenaar. In 1987 sloot hij als twee­de­jaars

amateur op negentienjarige leeftijd de Omloop al eens zegevierend af. Het zou mooi zijn om dat nog eens over te doen.

1990 Veldhoven

 

John van den Akker na Parijs-Roubaix: 'Om als coureur mee te tellen is geloof in jezelf een eerste vereiste'

 

(door Piet Gijsbers)

 

WE SCHRIJVEN ZONDAG 8 APRIL. DE FINALE VAN PARIJS-ROUBAIX OVER DE KASSEIEN VAN NOORD-FRANKRIJK IS INGELUID. DRIE RENNERS ONDER AANVOERING VAN EDDY PLANCKAERT LEIDEN DE DANS IN DE WIELERKARAVAAN DIE ZICH DOOR DE 'HEL VAN HET NOORDEN' BEGEEFT OP WEG NAAR DE INDUSTRIESTAD ROUBAIX. ALS EENLING SLUIT EDWIG VAN HOOYDONCK, VORIG JAAR NOG DE BESTE IN DE RONDE VAN VLAANDEREN, BIJ HET LEIDENDE TRIO AAN. DAN MAAKT ZICH UIT DE ACHTERVOLGENDE GROEP NOG EEN RENNER LOS IEMAND UIT DE PDM-PLOEG. DE BELGISCHE TV-COMMENTATOR MARC VAN LOMBEEK MOET EVEN OP ZIJN PAPIER KIJKEN WIE DAT WEL KAN ZIJN: "HET IS DE JONGE NEDERLANDER JOHN VAN DEN AKKER DIE ALS AMATEUR IN EIGEN LAND EEN PAAR KLASSIEKE ZEGES BEHAALDE". EN GASTCOMMENTATOR NOëL FORé, ZELF IN ZIJN TIJD EEN VAN DE TROONKNECHTEN VAN RIK VAN LOOY, VALT HEM BIJ: "DAT IS NIET DE EERSTE DE BESTE, WANT JE WORDT NIET ZO MAAR IN ZO’N TOPPLOEG INGELIJFD".

 

Met de ogen van een kenner slaat Foré de bewegingen van de renners op de stoffige kasseien gade. Dat die jonge Nederlander wat afstand houdt van zijn naaste voorganger is voor hem een teken van klasse. Hij kent uit eigen ervaring de route goed genoeg om te beseffen dat je op die manier de slechtste plekken in het wegdek weet te omzeilen. Als even later ook Steve Bauer er in slaagt de kloof naar de vijf leiders te overbruggen, krijgt de kopgroep nog meer allure. Bauer nestelt zich op kop en beweegt alle duivels om de voorsprong te vergroten. Tot dan toe is er niet echt voluit doorgereden. John van den Akker: "Ik wist dat we een kleine voorsprong hadden, maar met Planckaert erbij is de kans om te winnen maar klein. Op de geasfalteerde stukken reden we met de handjes op het stuur, omdat we wisten dat we teruggepakt konden worden. Toen Bauer erbij kwam, kon ik de kat uit de boom kijken met mijn ploegmaten Nico Verhoeven en Rudy Dhaenens vlak achter me".

 

VRIJE ROL

 

Dhaenens en Verhoeven zouden als de troefkaarten van PDM door ploegleider Jan Gisbers worden uitgespeeld in de kasseien-klassieker. Voor John van den Akker was een vrije rol weggelegd. "Ik was niet tevreden met de resultaten die ik in de voorgaande twee grote wedstrijden had behaald. In de Ronde van Vlaanderen was ik aangewezen om in de finale Sean Kelly en Rudy Dhaenens bij te staan. Kelly kwam echter ten val - de Ier is met een sleutelbeenbreuk nog een paar weken buiten spel gezet (P.G.) - en een paar andere renners uit onze ploeg wachtten hem op. Ik zat met Dhaenens en Verhoeven in de voorste groep. Toen Verhoeven lek reed, gaf ik hem mijn wiel. Onze ploegleiderswagen was echter bij Kelly achtergebleven, zodat ik machteloos een tijd lang met een wiel stond te zwaaien aan de kant van de weg. Van kwaadheid heb ik toen mijn fiets in de sloot gegooid. Maar omstanders haalden die er tot tweemaal toe uit. Daarna heb ik de wedstrijd nog wel uitgereden, maar slaagde er niet meer in om voorin te komen". Hoewel Dhaenens met winnaar Moreno Argentin de finale beheerste, deed John van den Akker in de nacht die volgde haast geen oog dicht na die tegenslag op een moment dat hij zich sterk voelde. Drie dagen later bevond hij zich in Gent-Wevelgem weer bij de voorste coureurs in de wedstrijd. Toen er een kopgroep van zestien renners wegreed, was PDM daarin vertegenwoordigd door Dhaenens en Verhoeven. Van den Akker zat in de tweede groep op het vinkentouw, mocht niet meewerken in de achtervolging en moest lijdzaam toezien hoe de kloof bijna gedicht werd en de voorsprong van de leiders toch weer vergrootte. Tenslotte speelde geen PDM-renner mee voor de zege die bij Herman Frison terecht kwam. "Ik wist dat Parijs-Roubaix me lag na die wedstrijd al twee keer eerder gereden te hebben. Voor mezelf was ik ervan overtuigd dat ik een heel eind moest kunnen komen, wanneer ik op de eerste kasseistroken van pech gespaard bleef. Ik zou anderen geen wiel hoeven afstaan, maar toen reed ik in goede positie zelf lek. 't Is weer gebeurd, ik kan wel weer inpakken, zo schoot het door mijn hoofd. Samen met Frans Maessen die ook materiaalpech had kon ik achter de PDM-wagen vlak voor het bos van Wallers-Arenberg bij het grote peloton aansluiten. Toen viel er vlak voor me een Zwitser die ik niet meer kon ontwijken, zodat ik ook plat ging. Toch zijn we er nog in geslaagd bij de voorste groep van 30 à 40 man te komen. Maar vlak na Wallers kregen we zijwind en brak de groep in tweeën. Eigenlijk heb ik in de eerste 200 kilometer voor het grootste deel een achtervolging gereden".

 

ZELFVERTROUWEN

 

Eenmaal mee voorop gekomen waren de benen van John van den Akker behoorlijk moe. Maar wie de verlossende eindstreep ruikt, kan gewoonlijk nog net die hoognodige extra kracht uit zijn lichaam halen. Toen Steve Bauer echter nog eens met geweld op de pedalen beukte op een van de laatste kasseistroken, werd het Van de Akker te veel en verloor hij de aansluiting met het leidende trio Planckaert, Bauer en van Hooydonck. Voor het eerst in de kopgroep van een grote klassieker present, dacht de Veldhovenaar dat hij door zijn krachten heen was geraakt. "Maar daags daarna las ik in Belgische kranten dat de anderen dat gevoel even goed hadden. Ik heb ervan geleerd dat het verschil met de topcoureurs op zo'n moment niet denderend groot is. Je kijkt in zo'n finale op tegen de grote namen, maar nu heb ik gemerkt dat zelfvertrouwen erg belangrijk is. Je moet geloven in jezelf en dan breng je het een heel eind. Toen Bauer zijn laatste krachtsexplosie plaatste op de kasseien had ik net als Planckaert in zijn wiel moeten springen, ook al ging hij even 50 per uur. In de B-klassiekers kan ik ook met de besten mee, dus waarom nu ook niet in de topwedstrijden?"

 

GOED VOORSEIZOEN

 

In de aanloop van het wegseizoen 1990 liet John van den Akker al tot tweemaal toe zien dat er rekening met hem moet worden gehouden. Vroeg in februari won hij de laatste etappe van de Ster van Bessèges in Zuid-Frankrijk en ook in de vijfde rit van de Spaanse Ronde van Murcia kwam hij, nu na een solo, als eerste over de finishlijn. "De hele winter heb ik goed doorgetraind, want ik wil dit jaar doorbreken. Dat heb ik mezelf voorgehouden", zegt de Veldhovenaar die nu voor het derde jaar tussen de profs rijdt. “Eigenlijk was de week met de Benego-klassieker naar Kalmthout, gevolgd door Dwars door België, de E3-Prijs van Harelbeke en de Brabantse Pijl mijn mikpunt. Toen ik na de zesde plaats in Kalmthout hoorde dat ik in het weekend van die twee laatstgenoemde wedstrijden het Criterium International in Frankrijk moest rijden, heb ik mijn doel moeten verleggen naar de week met de Ronde van Vlaanderen, Gent-Wevelgem en Parijs- Roubaix. In die week was ik vorig jaar na de vier eerder genoemde koersen wat uitgeblust. Nu heb ik na wat helperswerk in dat Franse weekend en de driedaagse van De Panne een ideale voorbereiding gehad op de grote klassiekers". Heel misschien kan Van den Akker morgen van start gaan in de Amstel Gold Race, maar dan moet een van de al aangewezen renners om wat voor reden dan ook voor hem plaats vrij maken. Wat wel vast staat is dat hij zondag naar Spanje vertrekt voor de Vuelta a Espana die duurt van 24 april tot en met 15 mei. De Oostduitser Uwe Ampler start als kopman van de PDM-ploeg en diens landgenoot Uwe Raab moet voor de sprintzeges naar voren worden geloodst.

 

Parijs-Roubaix - 8 April 1990

 

 

1

Eddy Planckaert (BEL)

Panasonic - Sportlife

7h37'02"

2

Steve Bauer (CAN)

7 Eleven - Hoonved - Wamasch

zt

3

Edwig Van Hooydonck (BEL)

Buckler - Colnago - Decca

zt

4

Martial Gayant (FRA)

Toshiba - Sms

zt

5

Jean-Marie Wampers (BEL)

Panasonic - Sportlife

3"

6

Gilbert Duclos-Lassalle (FRA)

Z

zt

7

Thomas Wegmüller (SUI)

Weinmann - Smm Uster - Merckx

7"

8

Adrie Van Der Poel (NED)

Weinmann - Smm Uster - Merckx

10"

9

Rudy Dhaenens (BEL)

Pdm - Ultima - Concorde

zt

10

John Talen (NED)

Panasonic - Sportlife

zt

11

Kurt Van Keirsbulck (BEL)

Isoglass - Garden Wood

zt

12

Johan Museeuw (BEL)

Lotto - Super Club - MBK

zt

13

John Van Den Akker (NED)

Pdm - Ultima - Concorde

zt

14

Joachim Halupczok (POL)

Diana - Colnago - Animex

1'24"

15

Urs Freuler (SUI)

Panasonic - Sportlife

zt

16

Olaf Ludwig (GDR)

Panasonic - Sportlife

1'48"

17

Brian Holm Sørensen (DEN)

Histor - Sigma - KB - Ford

zt

18

Gilles Sanders (FRA)

R.M.O. - Mavic - Liberia

zt

19

Franco Ballerini (ITA)

Del Tongo

zt

20

Henri Toon Manders (NED)

Helvetia - La Suisse

zt