1995 Steensel Herold Dat opnieuw niet te kloppen

 

Herold Dat wint nipt voor Herman Reessink (foto Harrie van Woerkum)

 

De 14e kermisronde van Steensel mag als een geslaagd evenement in de wielerannalen

worden bijgeschreven. Zoals gewoonlijk waren de weergoden de Steenselse organisatoren heel goed gezind, zodat veel kijklustigen aan het gezellige parcours te vinden waren. De wedstrijden kregen stuk voor stuk sterke winnaars. In alle categorieën maakten de favorieten de ver­wachtingen waar zonder dat er van een saai koersverloop ge­sproken kon worden. Met een spetterend optreden van zangeres Corry Konings kwam er een eind aan een sfeervolle wielerdag.

 

Het Steenselse wielerparcours met zijn klinkerbestrating en talrijke bochten is bijzonder zwaar. Alleen de sterkste cou­reurs blijven er overeind, dat bleek maandag eens te meer. Bekende

wielernamen van weleer - we denken aan de oud-Tour de France-renners Leo van

der Pluym en Jan van Katwijk - schit­terden in de openingskoers van de Steenselse wielermiddag. Marvin van der Pluym en Alain van Katwijk namen met Overijs­selnaar Harmen van Hasselt na de wedstrijd van de nieuwelingen bezit van het erepodium. Vervol­gens streden de beste junior-dames van het land om de hoogste eer. Nationaal kampioene Sonja van Kuik liet zich bij deze gelegenheid af­troeven door Mirella van Melis, terwijl de vrijwel complete Jong Oranje-selectie de

eerste tien plaatsen innam. Ook in het juniorenpe­loton kwamen de hoofdprijzen terecht bij klassieker­winnaars in de personen van Björn Schil­peroord en Peter Schep, twee ren­ners die een dag eerder in de Acht van Bladel bij een van de valpartijen hun kansen op een ereplaats verspeelden. Dave Das uit Bergeijk herhaalde zijn zege van weleer in Steen­sel, zij het in een meer

recreatieve wedstrijdcategorie, die van de amateurs-C.

 

Negende

 

De amateurs-A maakten van de hoofdwedstrijd een aantrekkelijk kijkspel. Herold Dat was de eerste aanvaller, maar kreeg vroeg in de koers nog geen vrij spel. Na 40 kilometer leek het er even op dat een vluchtgroep van een tiental renners met op­nieuw Dat, maar ook met thuisrijder Ruud Jacobs, de strijd zou gaan beslissen. Het peloton gaf zich echter nog niet gewonnen. Pas toen Martien Maton met nog 20 kilometer voor de wielen in zijn eentje voorop ging rijden, luidde die renner uit Reusel daarmee de beslissing in. Eerst sprongen Herold Dat en Veldho­vense Wil van Gestel naar zijn wiel. Toen het vervolgens ook oud-winnaar Herman Reessink nog gelukte om de kloof te over­bruggen, was daarmee een sterk leidend kwartet ontstaan. Pogin­gen van andere renners om aan te sluiten kwamen te kort. Wiljan van Riel, ook al oud-winnaar in Steen­sel, Twan van Hest, Ron van Setten en Erik Keeris moesten dat ondervinden. De vier leiders bouwden hun voorsprong zienderogen verder uit en konden voor de zege sprinten. Gelderlander Reessink besloot in de laatste ronde tot een alles-of-niets poging, maar Dat counterde die uitval bekwaam en behaalde zijn negende seizoen­zege.

Na afloop van het amateurcriterium kreeg het publiek 'een heel apart gevoel van binnen' toen Corry Konings haar optreden begon. Met eertijdse toppers als 'Huilen is voor jou te laat', 'Adios Amore' en 'Mooi was die tijd' vermaakte zij de vele toeschouwers en kermisgangers op het grote terras bij café-zaal De Schuur. De populaire zangeres ontpopte zich tot slot met haar nummer 'Morgen komt alles goed, dan zal de zon weer voor jou schijnen' tot een ware weerprofetes. Op dinsdag kwam die onthulling behalve in Steensel ook op veel meer plaatsen tot zijn recht.

 

De uitslagen:

Nieuwelingen: 1 Marvin van der Pluym Hank 40 km in 1.02.30 u., 2 Alain van Katwijk Aalst-Waalre, 3 Harmen van Hasselt Has­selt, 4 Ruud Verspaandonk Veldhoven, 5 Bram de Waard Limmen, 6 Johan Verrijt Heeze, 7 Dennis Kools Baarle-Nassau, 8 Arno Wallaard Noordeloos, 9 Eric van Leijen Ewijk, 10 Ard Aling Roden, 15 Joep Basten Hapert, 18 Ad Rijkers Hapert.

Junior-dames: 1 Mirella van Melis Venhorst 40 km in 1.07.20 u., 2 Sonja van Kuik Best, 3 Patricia Hermes Liempde, 4 Arenda Grimberg Almelo, 5 Melanie Mansveld Gasselternijveen, 6 Noor­tje de Groot Zevenhoven, 7 Riona van der Horst Uden, 8 Rosalie van der Schoot Liempde, 9 Martine Bras Schoonrewoerd, 10 Ghita Beltman Slagharen.

Junioren: 1 Björn Schilperoord Dordrecht 60 km in 1.32.10 u., 2 Peter Schep Lopik, 3 Maurice Borghouts Veldhoven, 4 Cor Luttje Nieuwediep, 5 John den Engelsman St. Annaland, 6 Raoul Reulen Roermond, 7 Matthijs Delen Nieuwegein, 8 Bart Mariën Wouw, 9 Ronald van den Boomen Veldhoven, 10 Paul Gielens Bladel.

Amateurs-C: 1 Dave Das Bergeijk 28 km in 48.20 min., 2 Peter van de Vleuten Mierlo, 3 Robbie

Meyer Putte, 4 Cor Gerritsen Middelbeers, 5 Marco van Esch St. Oedenrode, 6 Henk Thijssen Bladel, 7 Louis Vosters Bergeijk, 8 Frans van de Wijdeven Eindhoven, 9 Paul Kuipers Budel, 10 Sander van de Vleuten Mierlo.

Amateurs-A: 1 Herold Dat Lierop 80 km in 1.57.10 u., 2 Herman Reessink Stokkum, 3 Martien

Maton Reusel, 4 Willy van Gestel Veldhoven, 5 Paul Coehorst Tilburg, 6 Mark van Kuik Best, 7 Richard Coehorst Tilburg, 8 Paul van de Akker Oss, 9 Raymond Schepens Veldhoven, 10 Werner Herijgers Goirle.

 

Foto 1. Rob Verbaandert, de plaatselijke favoriet in 1982 voorop met John Bogers in de juniorenkoers 

Foto 2. Mark van Kuik (Best) wint in 1994 de juniorenwedstrijd in de Ronde van Steensel (Foto Jan Wijten)

 

Foto 3. 1996 Steensel. Jan van Katwijk en Steven Rooks voor aanvang van de dernywedstrijd oud-professionals (foto Harrie van Woerkum)

 

 

Foto 4. Het podium van de elite en beloften in 1999 in Steensel: winnaar John van den Akker (Veldhoven, met dochtertje Bo) wordt geflankeerd door Anthony Theus (Bergeijk) en Jurgen van Pelt (Gerwen) (Foto Theo van Sambeek) 

 

 

Foto 5. De ontlading is groot bij Niek Basten (Hapert) als hij in 2006 in een regenachtig Steensel zowel de overwinning bij de elite en beloften als de eindzege in het Kempenklassement naar zich toe trekt (Foto Theo van Sambeek)

 

Foto 6. In 2008 wint Job Vissers (Erp) als nationaal kampioen de Ronde van Steensel vóór Ronald Roos (Hoogstraten, B) en Bernt Hamers (Schijndel) (Foto Theo van Sambeek)

 

Foto 7. In een adembenemende eindsprint klopt Mike Teunissen (Ysselsteyn) in 2012 zijn naaste tegenstrever Derk Abel Beckeringh (Amstelveen). Het is de tweede opeenvolgende zege in Steensel voor de renner uit het Peelgebied (Foto Theo van Sambeek) 

 

Foto 8. In 2013 eindigt de Steenselse individuele tijdrit voor de tweede keer in een zege voor Bob Schoonbroodt (Hoensbroek) die een snellere tijd klokt dan Sjors Roosen (Goirle) en Bram de Kort (Dongen) (Foto Theo van Sambeek)

 

Foto 9. De kopgroep in 2016 met voorop de latere winnaar Ronan van Zandbeek (Schijndel), gevolgd door Martijn Veling (Bilthoven), Kobus Hereijgers (Hedel) en Lars van de Vall (Ouderkerk a/d Amstel) (Foto Theo van Sambeek)

Foto 10. Coen Vermeltfoort, de leider in het Belisol Eindhoven Kempenklassement, schrijft in 2019 ook de finalekoers in Steensel op zijn naam door Raymond Kreder aan de finish achter zich te houden (Foto Theo van Sambeek) 

 

1982-2016 STEENSEL Gezelligheid troef in jaarlijkse kermisronde 

 

In 1982 steken enkele wielerenthousiastelingen in Steensel de koppen bij elkaar. Het moet toch mogelijk zijn ook in hun dorp, zoals op zoveel plaatsen in het land, een eigen wieler­ronde van de grond te tillen. Het organisatiecomité van het eerste uur krijgt meteen al de wind in de zeilen bij de verwezenlijking van het gekoes­terde ide­aal. Het beroep op de plaatselijke en regionale middenstand blijft niet zonder succes. Op kermismaandag 9 augustus 1982 kan er door de Steenselse schooljeugd, KNWU-nieuwelingen, recrean­ten en junioren vanaf vier uur 's middags om een vette prij­zen- en premiebuit gestreden worden. Met van meet af aan gratis entree voor het publiek. Steensel heeft in dat eerste jaar in eigen dorp een favoriet voor de zege in de juniorenkoers. Rob Verbaandert is in vorm, getuige een paar overwinningen in die augustusmaand in Lim­burgse wedstrijden. De zege in zijn thuiswedstrijd rond de oude toren moet hij laten aan Bob Rasenberg uit het West-Brabantse Terhey­den die met Bergeykenaar Dave Das op het piepkleine parcours met de vele bochten een ronde voorsprong neemt. Verbaandert krijgt die avond toch zijn verdiende deel van het applaus door in de slotfase op zijn beurt het peloton in de steek te laten en beslag te leggen op de derde plaats. De eerste Steenselse wieleravond kan als geslaagd beschouwd worden. Veel volk langs de lijn en spanning in de wedstrijden zijn daarvoor de ingre­diënten. Toch is niet iedereen gelukkig met het korte, bochtige par­cours met een lengte van 1100 meter bij de oude toren. Het wielercomité neemt de aanbeveling van KNWU mensen ter harte en besluit een jaar later het wieler­parcours te verplaatsen naar de overzijde van de grote weg. Daar hebben de renners meer ruimte om hun rondjes te draaien, het parcours wordt verlengd naar 1600 meter. De Frans van Nunenstraat wordt plaats van start en finish waar voluit om premies en prijzen gesprint kan worden. Dezelf­de wedstrijdca­tegorieën als een jaar eerder komen daar aan de start. En weer toont Bob Rasenberg zijn meesterschap bij de 17- en 18-jarigen, daarmee aantonend dat de vorm van het parcours hem weinig uitmaakt. 

 

Na het succes van de twee eerste edities van hun kermisronde streeft het actieve wielercomité naar meer. De publieke belangstelling voor de ronde is dermate toegenomen dat er een wedstrijd voor amateurs aan het programma wordt toegevoegd. Temeer ook omdat Steensel op dat moment twee actieve amateurs in eigen gelederen heeft: Rob Verbaandert en Gerard Steenbreker. Eerstgenoemde is dat jaar 1984 al succesvol geweest met zeges in de klassieke Kersenronde van Mierlo en de Torenronde van Oirschot. Het wordt de twee thuisrijders gegund zich voor eigen publiek te kunnen presenteren. Matthieu Dohmen (Born) gaat met de hoogste eer strijken door zich in de eind­sprint van vijf koplopers duidelijk de snelste te tonen. 

 

En weer innoveert het Steenselse comité haar programma. Wat wil je ook, als telkens weer blijkt dat de ronde zo goed aanslaat bij sponsors, bij renners en bij het publiek. De vierde editie van de ronde wordt uitgebreid met een middagprogramma. De dorpsschooljeugd kan met elkaar wedijveren op de fiets, gevolgd door een wedstrijd in de Kempenpers Jeugdtoer die is opgezet in samenwerking met de wielercomité's in Baarschot en Casteren. De Steenselse broers Ruud en Martijn Jacobs rijden zich voor het eerst in de kijker en laten zien dat er weer talent van eigen bodem is. In de hoofdwedstrijd van het wielerfes­tijn, de amateurronde, laten de Bergeijkse coureurs Dave Das en Jan Burgmans zich met John van de Akker, het aanstor­mend jong talent uit Veldhoven, opmerken. De zege gaat naar een andere jonge Veldhovenaar John van de Vleuten.

 

Bij het eerste lustrum maakt de Steenselse amateurronde deel uit van het klassement van het Eindhovens- en Helmonds Dagblad. Dat levert de gegarandeerde deelname op van een aantal top­renners uit eigen streek èn van ver daarbuiten. Want de wed­strijd om de oranje trui is inmiddels een begrip gewor­den. Zo goed als het ook een traditie begint te worden dat er een fijne sfeer heerst op het gezellig aangeklede parcours aan de Riet­hovense kant van de grote weg door het dorp. Met na afloop muzikale optredens van landelijke artiesten. Bergeijkenaar Jan Burgmans is in 1986 aan de winnende hand. Ook de zesde uitgave van de Steenselse ronde wordt in samenwerking met Tour- en Wielerclub De Contente uit Eersel opgezet. Die vereniging tekent vanaf het eerste begin voor de technische medewerking. De amateurwinnaar uit Duitsland Rainer Beckers wordt opgevolgd door Dave Das (Bergeijk), opnieuw Rainer Beckers en door Herman Reessink uit het Gelderse Stokkum die de tiende kermisronde van Steensel op zijn naam schrijft. Bij de winnaars van de amateurronde weten zich later nog onder meer regionale renners als Luc Reijrink (Diessen), Anthony Theus (Bergeijk) en John van den Akker (Veldhoven) te voegen. 

 

In het 15e jubileumjaar 1996 rijden oud-professionals een omlijstingwedstrijd achter derny's. Het leeftijdsverschil is bepalend in de strijd om de ereplaatsen. Steven Rooks en Henk Baars, de jongsten van het stel, duelleren om de zege met de Noord-Hollander als winnaar. De dan al 50-jarige Jan van Katwijk, hier met Steven Rooks vereeuwigd, laat zich als derde huldigen (Foto Harrie van Woerkum) 

 

Na de Duitser Beckers slagen ook Herold Dat en Jurgen van Pelt er in de amateurronde tweemaal op hun naam te schrijven. Herold Dat (Lierop) is in 1995 en 1996 goed in vorm en boekt tweemaal achtereen in Steensel zijn negende seizoenszege. En Jurgen van Pelt (Gerwen) boekt er in 2001 zelfs zijn 27ste overwinning van dat wegseizoen. Om een jaar later nog eens op herhaling te gaan. Nadat Kenny van Hummel (Elden) en Joost van Leijen (Ewijk) eerder al hebben getriomfeerd, neemt Niek Basten de zege in de 25ste Ronde van Steensel voor zijn rekening. Daarmee legt de renner uit Hapert tevens beslag op de eindzege van het Kempenklassement, een serie wedstrijden waarin die in Steensel vanaf het allereerste begin in 1996 is opgenomen. De jubileumronde wordt opnieuw door profs achter de derny opgeluisterd. En weer neemt Steven Rooks de zege voor zijn rekening. 

 

Ook Job Vissers (Erp) flikt het kunstje om tweemaal in Steensel te winnen. In 2008 zegeviert hij er in zijn nationale kampioenstrui en een jaar later doet hij het nog eens dunnetjes over. Na hem volgen Mike Teunissen (Ysselsteyn) en Koos-Jeroen Kers (Amstelveen) van 2012 tot en met 2015 als zesde en zevende in de rij die zich twee keer triomfator in het Kempendorp mogen noemen. Intussen heeft de Stichting Wielerronde Steensel vier jaren achtereen nog wat meer hooi op de vork genomen met naast het criterium voor elite en beloften ook een individuele tijdrit in het programma. Op een waardig parcours door en om het dorp heen laat Bob Schoonbroodt (Hoensbroek) tweemaal (in 2011 en 2013) de beste tijd afdrukken. Sander Oostlander (Heerjansdam) en Sjors Roosen (Goirle) tonen zich in 2012 en 2014 de beste in de rit tegen het uurwerk. De avondwedstrijd op kermismaandag blijft een attractie voor het publiek en wordt jaarlijks in de finishstraat in het bijzijn van honderden toeschouwers beslist.

 

Wil Jacobs driemaal als amateur in beeld: links met Henk van Vught, midden met Willy Oppers en rechts na een succes met de Jan van Erp/FabAr Keukens ploeg in 1968 (van links naar rechts Wil Jacobs, Ad Russens, Klaas Koot, Henk van Erp, Michel van der Heijden, Gerrie Maurix, Rens Vreeburg en ploegleider Cas Vulders

1994

De passie van toerfietser Wil Jacobs

 

Er zijn mensen die zichzelf weg cijferen ten dienste van de sport. Natuurlijk is de sport zelf voor hen een passie. Ze genieten er van en vinden er veel voldoening in. De sport is met die wisselwerking gebaat. De grote passie van Wil Jacobs uit Steensel is de wielersport. Hij houdt zich bezig met de begeleiding van jonge renners. Daarnaast is hij op gevorderde leeftijd ook zelf nog een fervent toerfietser die zijn handen niet om­draait voor een een fikse wedstrijd-getinte tocht door de Franse Alpen.

 

(door Piet Gijsbers)

 

Wielrentrainer vindt de 48-jarige Steenselnaar een te gevleu­geld woord. Hij beschikt niet eens over een erkend trainersdi­ploma. Al loopt hij al lang genoeg mee in de wielrennerij om zijn ervaring te kunnen doen gelden. "Noem het maar liever begelei­der", zegt hij wanneer we hem op een zonni­ge dag in mei opzoe­ken in zijn woning onder het lommer van een stel stevige bomen aan de rand van het Kem­pendorp. "Een jaar of vijf gele­den kwam Albert Donkers, de voorzit­ter van wielerclub Tempo Veldhoven, me vragen om een nieuwe lichting jongeren te gaan trai­nen. Dat was in de tijd dat er zich ineens een hele stoot nieu­welin­gen, allemaal leerlingen van het Anton van Duinkerkencollege, bij Tempo als lid kwam aanmelden. Dit jaar wordt er met vier wie­lerclubs uit de streek weke­lijks enkele avonden getraind op de tankba­nen van het Piroc in Veldhoven onder leiding van Wim Daams, Jan Dick­hout en Peter Dekkers. Af en toe neem ik de training van de nieuwe­lingen van een van hen over. En ik ga geregeld op pad met de jonge ren­ners van Tempo, als die klassie­kers rij­den."

Wil Jacobs maakt weinig drukte over zijn hobby, maar vindt het wel leuk dat er momenteel enkele jongens uit de regio aardig in wed­strijden voor de dag komen. "We hebben het bij Tempo altijd speels aangevat. We proberen de jongens te 'temperen', zodat ze zich leren inhou­den. Als ze wanneer ze twintig zijn en volgroeid, nog steeds plezier in het fietsen hebben, dan blijven ze fietsen. Er zijn te veel voorbeelden te noemen van renners die al op heel jonge leeftijd bekende wedstrijden wonnen, maar vervol­gens amper tot hun twintigste op de fiets zaten."

 

Sportstuur

 

Uit eigen ervaring weet Wil Jacobs wat het is om al heel jong voor de wielersport te kiezen. Hij kwam er bijna veertig jaar geleden in zijn geboorteplaats Best mee in contact via Sam van de Made. "Die was in die tijd dè coureur van Best. Hij werkte met enkele anderen die na de overstroming uit Zeeland in Best kwamen wonen met mijn vader in de bossen. Al op de lagere school kwam ik zodoende met die mannen in contact. De wieler­sport boeide me. Als we zondags

naar de wedstrijden gingen kijken, mocht ik voor de start van de Made zijn fiets vast houden. Dat vond ik als jongen een hele eer. Mijn eerste kromme stuur kreeg ik ook van hem." Jacobs herinnert zich hoe zijn vader van dat stuur de bochten afzaagde en die er anders­om op zette. "Zo, nou hedde een schôn sportstuur", zei hij. Het weerhield de jonge Jacobs er niet van om te gaan wielren­nen. Op veer­tienjarige leeftijd meldde hij zich aan bij Kolo­nel Cole, de wielervereniging in zijn geboorte­dorp. Hij boekte bij de adspiranten en de nieuwelingen in vier jaar tijd een twintigtal zeges, al beschikte hij niet over de beste sprin­ters­benen. Op zijn acht­tiende werd Jacobs als

beginnend ama­teur opgenomen in de Brabantse top­ploeg Scha­pers-De Bont aan de zijde van promin­tente coureurs als Theo Rutten uit Leende en de Eindho­venaren Ad van Kemenade en Jan Gisbers. Toch stopte hij al met wed­strijden rijden op 23-jarige leef­tijd. "Ik was veel te fana­tiek toen ik pas veer­tien, vijftien jaar oud was. Altijd maar trainen met veel sterkere amateurs. Ik had er al vroeg genoeg van, omdat ik al heel jong alleen maar met het fietsen bezig was ge­weest."

 

Toertochten

 

Wil Jacobs ging een huis bouwen in Steensel, trouwde met Ria Wintermans en deed zijn fiets en alle bijbehorende materialen van de hand. Zowat tien jaar lang raakte hij geen racefiets meer aan. Toen hij dertien jaar geleden een baan kreeg als tech­nisch onder­wijs assistent aan het Ter Aa College in Hel­mond, begon het fiets­virus toch weer bij hem te krie­belen. Hij kocht opnieuw een

race­fiets en reed daarop een paar keer per week naar zijn werk. "Het wedstrijdelement blijft natuur­lijk in je zitten en al gauw reed ik weer hier en daar een toer­tochtje mee. Op een gegeven moment was ik uitgeke­ken op de ritjes door de Kempen. Dus toen werden het ritten als Luik-Bastena­ken-Luik, de Waalse Pijl en meer van dat soort toerrit­ten. De ene keer met een zwager van me, de andere keer met een stel toerfietsers hier uit Steen­sel. Het maakt me ook helemaal niet uit om in mijn eentje zo'n tocht te rijden. Schitterend! Ik rijd die tochten nog ieder jaar. We ver­trek­ken dan 's morgens om een uur of vijf met de auto naar de start­plaats. Dan zitten we ongeveer om half acht op de fiets. Gewoonlijk zijn we bij de laatsten die starten. De meesten zijn al in de vroege morgen vertrokken. We nemen onderweg gewoonlijk geen pauze. Bij de rustplaats zijn we dan de grote bubs weer voor­bij en kunnen we op weg naar de fi­nish."

 

La Marmotte

 

Drie jaar geleden reed Wil Jacobs voor het eerst een tocht door de Franse Alpen. Terwijl hij door de foldertjes bladert die hij sindsdien uit Frankrijk kreeg toegestuurd en enkele foto's bijeen zoekt, haalt hij herinneringen op. Want inmid­dels zijn die Franse tochten de hoogtepunten van zijn toersei­zoen geworden. Daar vindt hij nu de werkelijke uitdaging in toertochten die zich in de laatste vijf jaar hebben ontwikkeld tot wilde wedstrijden. 'La Marmotte' is de meest beroemde, 178 kilometer lang met twee bergen van de eerste categorie en twee hors categorie. "Het zijn eigenlijk een soort wedstrijden waar­voor je je vooraf in kunt schrijven. Compleet met algemeen klassement en geldprijzen. Je staat er met 5000 man aan de start. Die vertrekken allemaal tege­lijk. Het duurt misschien wel meer dan een kwartier voor de laatsten op de fiets zitten. Dat regelt zichzelf. De grootste fanatiekelingen staan voorop en iemand die minder fanatiek is staat achteraan. Je moet het vergelij­ken met een Elfsteden­tocht waarin de beste schaatsers en de toerrij­ders samen aan de start staan. Daar in Frank­rijk doen ook beroeps­renners mee. 'La Marmotte' begint met de Croix de

Fer, gaat dan over de Glan­don, de Telegraphe, de Galibier en komt op Alpe d'Huez aan. Hij wordt als de zwaarste van dat soort tochten beschouwd."

 

Sneeuwwater

 

Wil Jacobs heeft het Franse wielerblad 'Vélo' waarin de uit­slag van de klimtocht in 1992 is opgenomen bij de hand. Be­roeps­renner Laurent Bro­chard zette dat jaar de snelste tijd neer, Jacobs finishte op de 57ste plaats. Van de 3560 man die startten bereikten er maar 350 de eindstreep op Alpe d'Huez. Het was toen honden­weer. De hele dag regen, wind en zelfs sneeuw op de toppen. Wie geen goede aangepaste kleding aan had kon het wel vergeten. De ren­ners hadden nog maar amper contro­le over het stuur vanwege het koude sneeuwwa­ter bij een

tempe­ratuur van twee graden. "Ik wou op een gege­ven moment een stukje druiven­suiker in mijn mond ste­ken, maar voor ik mijn mond dicht had was het er al weer uit geval­len. Dan vraag je jezelf echt wel eens af waar je mee bezig bent," aldus de Steenselnaar.

Vorig jaar was het daaren­tegen heet op de dag dat hij samen met zijn dorpsgenoten Hans, Lex en Cor Jansen en Henk van Glabbeek 'La Marmot­te' reed. De uitslag in 'Velos­port' geeft aan dat Jacobs achter winnaar Patrick Bruet en achter Henk Baars die 33ste werd, pas op de 396ste plaats eindigde. "Toen dronk ik te weinig. Het wedstrij­delement gaat in zo'n geval weer een rol spe­len. Er komt een groep bij elkaar. Het gaat hard, want ieder­een wil een goede tijd neer­zetten. Je komt voorbij tent­jes waar je eten en drinken kunt halen. Maar je stapt niet af. Want je wilt de groep niet laten gaan. Halver­wege de klim naar Alpe d'Huez kon ik nog maar amper overeind blijven. Toen duurden de laat­ste tien kilometer heel lang en dacht ik: 'Dit doe ik nooit meer'. Maar dat geneest meestal weer vlug en later voel je er nog weinig van."

 

Panorama

 

Jacobs ziet het scenario van de eerste kilometers weer voor zich. Het is een van de drijfveren om de tocht nogmaals te gaan rijden: "De eerste kilo­meters loopt de weg licht omlaag en is knal ­vol met renners die aan een tempo van vijftig kilo­meter in het uur naar de voet van de Croix de Fer racen. Als de klim begint, rekt de massa zich al gauw uit tot een lang lint. Je hoort dan alleen nog maar gerochel, gekreun en ge­schakel. De klim is ont­zettend lang, maar ook geweldig mooi." En

dan ziet hij het schitterende panorama weer voor zich. In de eerste vijftien kilometer van de klim de dorpjes met een waterpomp op het plein. Boven de dorpen de bergmeren in een oase van

schit­te­rend groen. En de waterval­len die als in één lijn van de toppen omlaag klateren. Of hij wel tijd heeft om van dat alles te genieten? "Ik toer nu al zo lang, dat ik weet hoe ik de hele dag op reserve moet rijden. Doe je dat niet, dan haal je de eindstreep niet."

 

Louison Bobet

 

Naast 'La Marmotte' reed Jacobs ook de 'Louison Bobet' twee keer. Een wedstrijdtocht over de Galibier, de Lauteret en de Izoard. Terwijl hij enkele foto's uit zijn verzameling zoekt, consta­teert hij vooral met de Izoard telkens de meeste moeite te hebben gehad. "Dat is echt een maanlandschap als het heet is. Daar zie je op een gegeven moment geen sprietje gras meer. D­aarom is de 'Louison Bobet' voor mij persoonlijk het zwaar­ste." En dan laat hij een paar foto's zien die het grote verschil in weersomstandigheden in de bergen aan geven. Maar waarop ook niet te zien is dat de deelname aan die tochten zo massaal is. Zowel de mooie als de minder prettige ervaringen lokken Wil Jacobs in juli waarschijnlijk opnieuw naar de Franse Alpen. En een volgwagen heeft hij daarbij persoonlijk niet nodig. "Want aan volgwagens heb ik een hekel. Ik neem zelf mijn brood wel mee op de fiets."

1997

Meeste applaus voor Paul van Schalen in Steenselse kermisronde

 

Paul van Schalen gaf maandagavond in Steensel een stuk wieler­sport van het hoogste kaliber ten beste in de jaarlijkse kermisronde van het Kempendorp. Zowat halverwege de koers zei de 25-jarige amateur het door een

valpartij flink uitgedunde pelo­ton vaarwel. De Peellander had toen nog zevenentwintig van de in totaal vijftig af te leggen rondjes door het dorp te rijden. Op weg naar de eindstreep zette de coureur uit Bakel al zijn naaste

belagers op een steeds groter wordende achter­stand. Aan de finish werd hij tussen twee lange hagen van toeschouwers als een vorst verwelkomd.

 

(door Piet Gijsbers, foto Theo van Sambeek)

 

Hoewel de wedstrijden in het kermis vierende dorp op een van de heetste dagen van het jaar verreden werden, mochten de organisatoren van de Stich­ting Wielerronde Steensel 's avonds niet klagen over de publieke be­langstel­ling. In tegenstelling tot vorig jaar, toen de regen overdag met bakken over het parcours werd uitgestort, zocht het publiek nu in de middag­uren liever de schaduw op dan zich in de verzengende Steensel­se zon te begeven. De eerste twee wedstrijden na het middaguur werden een familieaangelegenheid voor het naar het Belgische Neerpelt verhuisde wielergezin Van Kuik uit Best. Zoon Frank en dochter Sonja namen bij de nieuwelingen en de junioren-dames de zegebloemen in ontvangst. De Overijsselse junior Harmen van Hasselt en West-Brabander Pierre Frijters bij de cyclosportieven en veteranen deden hen dat na.

Een valpartij en het uitzonderlijk hete weer eisten hun tol bij de amateurs. De helft van de zestig gestarte renners verdween al vroeg uit koers. Daarbij bevond zich ook Herold Dat, de winnaar van de afgelopen twee jaren in Steen­sel. Een tube die van een velg van de renner uit Lierop liep

veroor­zaakte een valpartij. Die zette ook een kruisje over de zege­kansen van een andere favo­riet Mike Strijbosch uit Helmond en over die van Veldhove­naar Robert Regeling en Marc van Grinsven uit Deurne. De overblij­vers deden hun best het pu­bliek met een aan­trek­ke­lijke wedstrijd te vermaken.

 

Turbobenen

 

Ieder jaar opnieuw blijken de renners graag naar Steen­sel te komen, omdat er zoveel premies te verdienen zijn. Vooral Paul van Schalen had daar zijn zinnen op gezet. Daags nadat hij in de vorm van zijn leven een podiumplaats voor zich opeiste in de Grote Rivierenprijs, een 44 kilometer

lange individuele tijdrit in Kerkdriel, maakte hij ook van het Steenselse ker­miscriterium een tijdrit voor zichzelf. 'De man met de turbo­benen', zoals hij door microfonist Jan Peeters steevast werd betiteld, kon zich met nog twintig ronden te rijden al winnaar van de lei­dersprijs noemen. Zes achtervol­gers, Anthony Theus, Erik Vianen, Martien Maton, Dennis Hey, Jelle Mul en Patrick Claes­sens, werkten niet goed genoeg samen om de al snel opge­lopen achterstand van een halve minuut nog te verkleinen. Integen­deel: van Schalen nam nog meer voor­sprong. Ook met de hulp van zes andere coureurs slaagden de achtervolgers er niet meer in de leider te achterhalen. Zonder een moment van ver­zwakking finishte de naar een profcontract lonkende zoon van de Bakelse postbode en ex-renner Leo van Schalen. De 25-jarige hardrijder verstevigde met zijn achtste seizoenzege de in de Ronde van Maarheeze veroverde leiderspro­sitie in het Rabo­bank/Kempen Pers-klassement. Daarin zijn nu Anthony Theus, Joost van Hest en Maarheeze-winnaar Herold Dat met alleen nog de wedstrijden in Bladel en Veldhoven in het ver­schiet zijn naaste bela­gers.

 

De uitslagen in Steensel:

Nieuwelingen: 1 Frank van Kuik Neerpelt, 2 Ronald Schur Alk­maar, 3 Theo Eltink Westelbeers, 4 Erik Verrijt Heeze, 5 Leon Notenboom Spijkenisse, 14 Huub Meulenbroeks Hapert, 16 Jan Dirkx Reusel, 20 Maarten Smolders Eersel.

Junioren-dames: 1 Sonja van Kuik Neerpelt, 2 Ellen de Roover Chaam, 3 Andrea Bosman Norg, 4 Judith van der Helm Moordrecht, 5 Esther van der Helm Moordrecht.

Junioren: 1 Harmen van Hasselt Hasselt, 2 Cor Wirken Eindho­ven, 3 Fulco van Gulik Rotterdam, 4 Mart Louwers Malden, 5 Bas de Lange Ommen, 10 Coen Loos Bergeijk, 13 Ad Rijkers Hapert, 14 Joep Basten Hapert, 15 Tijn Seuntiëns Bladel.

Cyclosportieven/Veteranen: 1 Pierre Frijters Sint Willebrord, 2 Anjo van Loon Oosterhout, 3 Ruud Wilting Knegsel, 4 Jef van Hooft Schijndel, 5 Joost Jacobs Steensel, 8 Peter van Dam Veldhoven, 11 Joris van Dooren Knegsel.

Amateurs: 1 Paul van Schalen Bakel 80 km in 1.52.46 u., 2 Anthony Theus Bergeijk, 3 Berry Hoedemakers Schijndel, 4 Dennis Hey Veghel, 5 Michel Stobbelaar Uden, 6 Joost van Hest Goirle, 7 Ruud Zijlmans Roosendaal, 8 Patrick Claessens Meij­el, 9 Ronnie van de Ven Nuenen, 10 Martien Maton Bladel.

Rabobank/Kempen Pers-klassement:

1 Paul van Schalen 148 p., 2 Anthony Theus 125 p., 3 Joost van Hest 115 p., 4 Herold Dat Lierop 102 p., 5 Martien Maton 91 p., 6 Robert Regeling Veld­hoven 84 p., 7 Johan van Grootel Veldhoven 75 p., 8 Erik Keeris Veldhoven 73 p., 9 Mike Strij­bosch Helmond 69 p., 10 Marc van Grinsven

Deurne 68 p.