1994 Best 

Voor Harrie Strik is Omloop van Het Zuiden een wieler­reünie

 

Jeugdronde winnaar in Best in 1983 Jan Willem Roy (Knegsel) geflankeerd door John Kluytmans (Best) en Marco Manders (Geldrop). Gerrie Knetemann, herstellende van een zware val in Dwars door België, komt de prijzen aan de jeugdige renners uitreiken. Links staat jurylid Harrie Strik (Best), in die jaren de vaste microfonist bij de jeugdwedstrijden in het Zuid-Oost Brabantse wielerdistrict

 

Op zaterdag 17 september 1994 wordt vanuit Oostelbeers voor de 29ste keer de Omloop van Het Zuiden verreden. Drie keer neemt een wielerpeloton die dag de start, want nieuwelingen, junio­ren en amateurs rijden naar goed gebruik ieder hun eigen Omloop. Vanaf het allereerste begin, dat was in 1966, is Harrie Strik uit Best in velerlei functies bij de clubklassie­ker betrokken geweest. Na de tijd dat hij zelf nog even als renner actief was, bekleedde hij een bestuursfunctie bij de organiserende Eindhovense vereniging Het Zuiden om vervolgens gedurende 25 jaar de wedstrijd in goede banen te leiden als lid van het jurykorps.

 

De Omloop van Het Zuiden is in de loop der jaren een begrip geworden in het nationale wielrennen. Vrijwel alle renners die in de laatste kwart eeuw een wedstrijdlicentie bezaten, heb­ben meermaals de Omloop door het Noorderkempenland gere­den. "Het was een van de doelstellingen van de organisatoren om van de wedstrijddag een soort wielerreünie te maken. En daarin zijn ze goed geslaagd, want clubs uit het hele land komen steeds weer in het najaar, bijna als afslui­ting van het weg­seizoen, met enkele teams aan de Omloop deel­nemen," aldus Harrie Strik. De 49-jarige wielerman uit Best herinnert zich nog goed hoe de wedstrijd destijds door zijn vereniging voor nieuwelin­gen op poten werd gezet. Die jonge renners op de drem­pel van de over­stap naar de amateurs konden laat in het wegsei­zoen daarmee alvast wennen aan de langere wedstrijdaf­stand. "De Omloop was, landelijk gezien en op organisatorisch gebied, het eerste grote optre­den naar buiten toe van wieler­club Het Zuiden. Harrie de Beer en Harrie van Gestel zetten er hun schouders onder en vooral onder de bezielende leiding van laatstgenoemde heeft de Omloop zijn erkenning afgedwongen."

 

Bevrijdingsvuur

 

Zelf was Harrie Strik even als wielrenner actief in de begin­tijd van de Omloop van Het Zui­den. "Na twee jaar ben ik maar gauw gestopt, omdat ik wel in de gaten kreeg dat het fietsen van mij niets uithaal­de," geeft hij volmondig toe. Hoe kwam hij - toen al getrouwd met zijn Gerrie en in Best woonachtig - dan toch bij Het Zuiden terecht? "Ik ben geboren in Stratum en werd lid van Het Zui­den, omdat de club in dat deel van Eindho­ven zijn thuishonk had. Een jaar nadat ik met fiet­sen stopte werd ik bestuurslid van de vereniging en droeg in die tijd onder andere mijn steentje bij aan de Omloopkrant. De eerste klassiekers begon­nen op de Oirschotsedijk bij de leger­plaats. De permanence was in het PMT. Het was in de tijd dat renners van de twee Eindhovense verenigingen Het Zuiden en Wilhelmina ieder jaar in september in Bayeux de fakkel van het bevrij­dings­vuur gingen halen. Die fakkel werd dan in estafet­tevorm door de renners op de fiets vanuit Normandië tot in Brussel gebracht. Daar voegden zich lopers bij het gezelschap om de fakkel tot in Eind­hoven te brengen. Twee keer ben ik op de fiets vanuit Bayeux mee terug geko­men." Harrie Strik is er nu nog trots op toen­tertijd voor die eervolle taak te zijn aange­wezen. Bij de herdenking van 25 jaar bevrijding in 1969 maakte hij de tocht naar en vanuit Bayeux voor de derde keer mee in de functie van fakkelverzorger. "Want ook op de fiets moesten de renners het vuur brandend houden door middel van een inge­bouwde gas­fles."

 

Jurylid

 

In diezelfde tijd, nu 26 jaar geleden, verruilde Harrie Strik het bestuurslidmaatschap van Het Zuiden voor de functie van jurylid. Toen de KNWU in 1969 de eerste officiële jurycursus startte, was hij een van de deelnemers aan die opleiding. Wekelijks was de Bestenaar, zoniet als jurylid dan wel als toeschouwer, op de wielerparcoursen in Oost- en Midden Brabant te vinden. Hij doorliep successievelijk alle functies in het jurywezen tot in de hoogste rangen. Van regionaal jurylid maakte hij de opstap naar nationaal UCI-commissaris, zodat hij ook in aanmerking kwam voor internationale wed­strijden als Olympia's Ronde door Nederland, Profronde van Nederland,  Amstel Gold Race, Grote Prijs Wielerrevue en Ronde van Midden-Zeeland. Inmiddels behoort hij tot de vaste waarden in de grote etappekoersen door ons land voor profs en amateurs. Daarnaast is hij al jarenlang voorzitter van het district­sjeugdbestuur in Zuid-Oost Brabant. "Ik kan me nog goed herin­neren hoe profs van nu zoals Jean-Paul van Poppel en Nico Verhoeven als mannekes bij de jeugd reden. Nog voor die tijd, in het allereerste begin van het jeugdwielrennen, toen er nauwelijks gereglemen­teerd werd gereden in voorwedstrijdjes van het amateurprogram­ma, heb ik steeds de jeugd gepromoot in ons district." Met enige trots in zijn stem kan hij nu consta­teren dat Brabant Zuid-Oost een van de grootste wielerdistric­ten van Nederland is. "We blijven constant op een totaal van zowat 125 jeugdren­ners en dat nu al jarenlang, terwijl het aantal overal terug loopt. Maar dat is natuurlijk ook de verdienste van de jeugd­verenigingen."

 

Wedstrijdleiding

 

Als lid van het jurykorps heeft Harrie Strik herhaaldelijk in de functie van wedstrijdleider de Omloop van Het Zuiden in goede banen geleid. "Op zo'n dag ben je de hele dag, van 's morgens vroeg tot 's avonds laat in touw met het regelen van allerlei dingen. Er is een volgwagen niet op komen dagen buiten de schuld van de organisatie. Dus er moet een vervan­gende wagen komen. Er zijn besprekingen met de begelei­dende politie en met de motorrijders. Alles moet van te voren al op papier komen staan. Vooraf bekijk je de knelpunten in het parkoers, vooral omdat je tegenwoordig steeds meer te maken krijgt met ver­keersvertragende middelen. Soms zijn er op het laatste moment nog wijzigingen nodig."

 

Assistent

 

Dit jaar fungeert Strik als assistent-wedstrijdleider in de amateurklassieker. Wat dat inhoudt? "Als assistent doe je tij­dens de wedstrijd het voorbereidende werk voor de wedstrijd­leider. Je delegeert de collega-juryleden, de materiaalwagens en de begeleidende politie-motorrijders, voor zover dat nodig is. Je moet dus op de hoogte zijn van de hele situatie in de wedstrijd. Je treedt in overleg met de wedstrijdleider wanneer zich penibele situaties voor doen en neemt gezamenlijk een beslissing. Alle berichtgeving over de tourradio die via de collega's binnen komt, herhaal je een keer en stuur je door naar de betreffende plaats. Wanneer bijvoorbeeld een renner lek rijdt, moet de betreffende materi­aalwagen worden inge­seind. En als zich calamiteiten als een val­partij voor doen, moet er bericht naar de betreffende ploegleiders en de ambulance. Het is dus ook zaak om te weten bij welke groep zich de collega's in koers bevinden, zodat die de materiaal­voorziening kunnen regelen. Je bepaalt de timingspun­ten om de verschillen tussen de diverse groepen in beeld te houden. Kortom: de wedstrijdleider en zijn assistent nemen de belang­rijke beslis­singen in de koers voor hun rekening."

 

Grem

 

Gevraagd naar anekdotes die hem uit de Omloop van Het Zuiden het beste zijn bij gebleven, haalt Harrie Strik die keer aan dat hij burgemeester Grem van de Beerzen als gast bij zich had in de wagen van de wedstrijdleider. "Die man was danig onder de indruk van alles wat er onderweg gebeurde bij het passeren van de groepen. Hij hield niet voor mogelijk dat zoiets alle­maal kon in een wielerkoers. Hij keek af en toe wit, maar had wel een berendag."

Ook herinnert hij zich hoe een paardrijder tussen de renners van het peloton terecht kwam. "Die goeie man veroorzaakte een gigantische valpartij. Pas jaren later is die zaak via een gerechtelijke uitspraak afgewerkt. Zoiets noteer je in het juryrapport. Dat komt via de KNWU in handen van juristen en die vechten dat dan verder uit."

 

Finale

 

"Toen start en finish van de Omloop van Het Zuiden in Vessem waren, reden de nieuwelingen en de junioren bij hun aankomst de spijlen uit de dranghekken. Je had daar een nogal slinge­rende finishstraat. Maar dat heb je eigenlijk in Oostelbeers ook. Vooral in de jongerenwedstrijden, die vaak in een massa­sprint eindigen, kan dat tot valpartijen leiden. Bij de ama­teurs heb ik in al die jaren van de Omloop maar zelden een eindsprint met het complete peloton gezien. Het is typisch, maar in de tweede grote ronde richting Diessen en Haghorst wordt vrijwel ieder jaar het peloton uit elkaar gerammeld. Qua wedstrijd is de Omloop van Het Zuiden een van de mooiste koersen uit de clubcompetitie. De klassieker is het predicaat 'finale van de competitie' zonder meer waardig. Niet omdat het een wedstrijd van mijn eigen vereniging is, maar puur uit wielertechnisch oogpunt bekeken," besluit Harrie Strik die in 1993 het zilveren wiel van de KNWU ontving bij zijn 25-jarig jubileum als jurylid.

Harrie Strik als wedstrijdleider tijdens de Jeugd Olympische Dagen 1991 in Valkenswaard (Foto Theo van Sambeek)

1995 Best

Sonja van Kuik kreeg het wielrennen met de paplepel in gegoten

 

Nationaal kampioene junior-dames Sonja van Kuik

 

(Tekst Piet Gijsbers, foto Harrie van Woerkum)

 

In het Zuid-Limburgse Vijlen werd het Wilhelmus gespeeld voor Sonja van Kuik uit Best. De 16-jarige HAVO-scholiere behaalde op een selectief parcours in de omgeving van

het Drielandenpunt de nationale titel wielrennen op de weg bij de junior-dames. In de eerste week van juli legde de jonge

wielrenster tijdens de NK-baanwielrennen in Apeldoorn ook nog even beslag op twee nationale titels. Schitterende prestaties die beloften voor de toekomst inhouden. De wielersport in de Kempen kan een dergelijke opsteker heel goed gebruiken. Of Sonja van Kuik binnen een aantal jaren in de voetsporen zal treden van onze nationale coryfeeën Leontien van Moorsel en Ingrid Haringa valt nog te bezien. De ambitie om het in de wielersport ver te schoppen heeft de jonge wielrenster uit Best zeker wel.

 

Is het niet op het sportieve vlak, dan wil Sonja toch op zijn minst in haar maatschappelijke loopbaan later nog eens de gelijke worden van wereldkampioene puntenkoers Ingrid Haringa. Die combineert haar werk als politieagente al jarenlang met topprestaties in het wielrennen. Voorlopig is het voor Sonja van Kuik nog niet zover. Al heeft zij wel een paar belangrijke stappen in de gewenste richting gezet. Eerst wil zij haar studie aan het Christiaan Huygens College in Eindhoven voorrang geven. "Ik ben al eens blijven zitten en daarom moest ik dit jaar alle zeilen bijzetten om over te gaan naar 4-HAVO. De school is toch belangrijker dan het fietsen," zegt de scholiere. "Ik kijk er al lang naar uit om naar de politieschool te gaan. Daarom zal ik eerst mijn HAVO-diploma

moeten zien te halen."

 

Wielerfamilie

 

Het wielrennen heeft Sonja van Kuik met de paplepel ingegoten gekregen. Haar vader Tiny van Kuik is jarenlang een fervent wieleramateur geweest en moeder Ans van Kuik verzorgt al een

aantal jaren het secretariaat van de wielervereniging Kolonel Cole in Best. Het hele gezin besteedt veel vrije uren aan de wielersport. Oudere broer Mark is een gerespecteerd neo-ama­teur en broertje Frank neemt deel aan de jeugdcompetitie van de KNWU. Ook Sonja reed al in de jongste jeugdrangen haar eerste wedstrijdjes. "Toen ik acht jaar was reed ik wekelijks mijn prijsjes bijeen en won zelfs enkele keren. Later heb ik een tijdlang met een enkelblessure getobd en ging het wat

minder. Maar in de hoogste jeugdcategorie eindigde ik tussen 14-jarige jongens toch weer vaak bij de eerste vijf in de uitslagen. Als meisje mocht ik eigenlijk een jaar ouder zijn dan de jongens tegen wie ik reed, maar van die mogelijkheid heb ik geen gebruik gemaakt. Het ging zo ook best goed."

 

Spanning

 

In Vijlen was Sonja op zaterdag 17 juni erg zenuwachtig voor de start van de nationale titelstrijd. "Ik had er wel hard voor getraind. Als voorbereiding was ik een paar keer in Limburg en in Berg en Dal gaan trainen. Maar 's morgens voor de start van het kampioenschap dacht ik dat het die dag toch nog niks zou worden. Zo zenuwachtig voelde ik me. Mijn trainer Peter Vliegen uit Veldhoven heeft toen flink op me in moeten praten om me wat te kalmeren. Ik heb dit jaar op zijn schema's getraind. Peter traint ook mijn broer Frank en andere jeugd­renners hier uit de buurt. Zo ben ik met hem in aanraking gekomen. In mei gingen we op hoogtestage in Oostenrijk. Daar leerde ik van hem hoe ik met mijn versnellingsapparaat op bergachtig terrein om moet gaan. Voor de start in Vijlen gaf hij me een aantal tips hoe ik de wedstrijd het beste aan kon pakken. Ik zou eerst de kat uit de boom kijken en als het goed liep een aanval wagen. Toen ik eenmaal aan de wedstrijd begonnen was, viel alle spanning van me weg."

 

Titel

 

Al snel na de start werd het deelneemstersveld uit elkaar geramd door de sterkste meisjes. Na drie van de zeven ronden over de Vijlenerberg reden acht rensters aan de leiding. Die acht waren meteen ook de toppers uit het juniorenpeloton: Ghita Beltman uit Slagharen, Martine Bras uit Schoonrewoerd, Noortje de Groot uit Zevenhoven, Arenda Grimberg uit Almelo, Patricia Hermes uit Liempde, Mirella van Melis uit Venhorst, Kristy Miggels uit Belfeld en, jawel hoor, ook Sonja van Kuik reed mee voorop. Kristy Miggels moest bij de acht leidsters afhaken, maar de resterende zeven koprijdsters zouden het kampioenschap de nodige spanning bezorgen. Pas in de voorlaatste ronde begon de Vijlenerberg echt door te wegen. "Toen ik zag dat enkele meisjes moeite kregen om het tempo te volgen, ben ik gedemarreerd," blikt Sonja van Kuik terug. "Alleen Ghita Beltman en Noortje de Groot konden me nog bijbenen. In de voorlaatste klim nam Noortje een kleine voorsprong, maar op het vlakke gedeelte kon ik haar weer inhalen. Samen begonnen we aan de laatste klim. Tweehonderd meter voor de meet ben ik gaan sprinten en haalde de titel binnen."

 

Jong Oranje

 

Vorig jaar al nam Sonja met de werkgroep 'Jong Oranje' deel aan een wedstrijd in Oostenrijk. "Maar dat stelde niet zo veel voor," zegt ze heel bescheiden. Dit voorjaar reed ze met een select gezelschap junioren in Duitsland. Ze was ook een van de uitverkorenen in het Jong Oranje-team die zich in de Diessense Omloop 't Molenheike met de beste rensters uit het Nederlandse

damespeloton mocht meten in de individuele tijdrit. Uiteraard kwam ze er in die race tegen de klok niet aan te pas tegen vaak beduidend oudere tegenstreefsters. 

De nationale wielerbond experimenteert momenteel met de categorie indeling in het nationale vrouwenwielrennen. Daarom stond Sonja ook in de klassieke Flevotour met een stel leeftijdgenoten van 'Jong Oranje' in het nationale vrouwenpeloton aan de start. "Dat was een zware koers met veel wind. Bovendien zijn wij gebonden aan een maximaal verzet van 50x15, zodat we sowieso blij zijn als we het tempo kunnen bijbenen van de oudere rensters. Die mogen een vrij verzet kiezen."

Dit jaar mogen bij wijze van experiment eerstejaarsdames ook starten in wedstrijden voor junior-dames. Over die maatregel zijn de meningen verdeeld. Mogelijkerwijs kan Sonja de vruchten plukken van de KNWU-plannen om de overgang van de junioren naar de senioren in het dameswielrennen te verbeteren. "Ik ben nu nog maar 16, zodat ik dan misschien nog een paar jaar junior kan blijven." 

 

Baantitels

 

Na het behalen van de nationale titel op de weg hoopte Sonja dat ze door bondscoach Evert Nanninga definitief zou worden geselecteerd voor de WK die van 23 tot en met 30 juli in San Marino worden gehouden. Zij behoorde tot de voorlopige selectie die was samengesteld uit Noortje de Groot, Ghita Beltman, Mirella van Melis, Daphny van den Brand uit Zeeland en de aanzienlijk oudere eerstejaarsdames Jet Jongeling uit Rijswijk, Saskia Elemans uit Beuningen en Janneke Vos uit Kockengen. Haar kans op deelname aan de WK dacht Sonja van Kuik nog te vergroten door het behalen van twee nationale titels op de wielerbaan van Apeldoorn in de eerste week van juli. Zowel op de individuele achtervolging als in de klassementswedstrijd was zij de beste junior-dame van Nederland tijdens de NK op de baan. Des te groter was de teleurstelling toen zij met Daphny

van den Brand niet in de definitieve ploeg voor San Marino werd opgenomen, omdat zij naar de mening van de bondscoach toch wel erg jong was. Maar de kordate renster uit Best heeft zich al

snel over die tegenvaller heen gezet. Ze kijkt alweer vooruit naar de toekomst: "Deelname aan het WK zou wel hartstikke mooi zijn geweest om ervaring op te doen. Het is jammer dat ik er nu nog niet bij kan zijn, maar volgend jaar komt er gewoon weer een nieuwe kans," besluit de jonge nationale kampioene.

1966 Best 

Kolonel Cole aan de basis van Jan van Erp ploeg

 

De eerste ploeg Jan van Erp FabAr Keukens

Van links naar rechts staand ploegleider Cas Vulders (Sint Oedenrode), Toon Vlassak (Best), Coen Plieger (Lexmond), Wil Jacobs (Best; zittend Toon van der Aa (Den Dungen) en Toon van Heertum (Sint Oedenrode)

 

Als Jan van Erp uit Schijndel in 1966 besluit een wielerploegje op de weg te zetten, bestaat dat team voornamelijk uit renners die zijn aangesloten bij wielervereniging Kolonel Cole uit Best. Van de eerste vijf coureurs zijn er vier lid van de dan nog jonge Bestse club die in 1960 is opgericht. Jan van Erp laat de merknaam FabAr keukens op de shirts drukken waarmee zijn ploegje vooral in de regionale criteriums aan de weg gaat timmeren. Naast de Kolonel Cole renners Toon Vlassak, Wil Jacobs (beiden uit Best), Bert van der Aa (Den Dungen) en Toon van Heertum (Schijndel) draagt Koen Plieger (Lexmond) het shirt van de sponsor. Cas Vulders (Sint Oedenrode) fungeert als ploegleider. Pas enkele jaren later - Eindhovenaar Jan Gisbers verzorgt dan de contracten en de wielerschema's van de renners - komt de Schijndelse formatie in de bekende paarse kleuren met de naam Jan van Erp tegelhandel in competitie. Langzaam maar zeker maakt die ploeg furore in het amateurpeloton. De successen rijgen zich aaneen met als hoogtepunten de Nederlandse kampioenstitel voor merkenteams in 1970 en 1973, de nationale wegtitel van Jan Raas in 1974, en de regenboogtrui die André Gevers (Schijndel) in 1975 op het WK amateurs in het Belgische Mettet verovert. Maar het blijft niet bij die ene wereldtitel. In 1978 grijpen de Jan van Erp amateurs  Guus Bierings (Uden), Bart van Est (Dinteloord) en Bert Oosterbosch (Eindhoven) samen met 'gastrenner'  van Bossche Staalbouw Jan van Houwelingen (Heesselt) in het Duitse Brauweiler de wereldtitel ploegentijdrijden over 100 kilometer. Hun Jan van Erp opvolger wordt Gerrit Solleveld (De Lier) in 1981 die met  Gerard Schipper (Ter Apel), Maarten Ducrot (Middelburg) en Frits van Bindsbergen (Babberich) goud voor Nederland op het WK verovert. In 1983 komt er een einde aan de paarse brigade die overal in Europa van zich heeft doen spreken. Na het overlijden van Jan van Erp in 2001 stopt in 2005 ook de neutrale materiaalwagen die vanaf 1984 de Schijndelse firma bij alle grote Nederlandse wedstrijden vertegenwoordigde. 

1996 Aalst/Waalre-Best

Alain van Katwijk en Sonja van Kuik naar WK wielrennen

 

(Tekst Piet Gijsbers, foto's Harrie van Woerkum)

 

In de afgelopen Tour de France is het er een beetje op gaan lijken dat het Nederlandse wielrennen uit het dal kruipt waarin het even verzeild was geraakt. Dagsuccessen van Jeroen Blijlevens, Michael Boogerd en Bart Voskamp hebben voor een opleving gezorgd. Daarbij moet in een adem de gouden medaille van onze landgenoot Bart Brentjens in het ATB’en genoemd worden. De jeugd die van wielrennen houdt heeft weer voorbeel­den om zich aan te spiegelen. Jong talent wordt in ons land al jarenlang goed begeleid. Daar worden nu de vruchten van geplukt. Ook in het Kempenland is er weer hoop op een goede wielertoekomst. Een paar Kempische junioren zijn dit jaar geselecteerd voor deelname aan het WK in Slovenië in de week van 11 tot en met 18 augustus. Alain van Katwijk (Aalst-Waalre) en Sonja van Kuik ( Best), samen goed voor drie nationale baantitels, maken deel uit van de Oranje selectie.

 

Alain van Katwijk is er de jongen niet naar om zich nu al helemaal blind te staren op het wielrennen. De 17-jarige scholier aan de Middelbare Detailhandelsschool in Eindhoven weet zijn studie nog goed te combineren met de sport die hij bedrijft. "Ik probeer zoveel mogelijk ordening

in mijn leefpa­troon te brengen, zodat alles niet te veel voor me wordt. Oververmoeidheid door het fietsen wil ik zoveel mogelijk voorkomen. Op voeding en dat soort bijzaken let ik nog niet, al probeer ik wel mijn gewicht een beetje in de gaten te houden. Mocht ik er in de toekomst ooit nog eens in slagen om beroepsrenner te worden, dan is het dan nog tijd genoeg voor dat soort zaken." Heeft hij in zijn achterhoofd de wens om professional te worden? "Natuurlijk droomt elke jonge renner die goed fietst ervan ooit eens prof te worden."

 

Talent

 

Goed fietsen doet Alain van Katwijk. Eigenlijk geen wonder ook, want zelden zal iemand zo jong als hij op de fiets hebben gezeten. Sterker nog: de jonge van Katwijk kon eerder fietsen dan lopen. Maar wat wil je ook anders met een vader die be­roepsrenner is in je aller vroegste jeugdperiode. Toen pa Jan van Katwijk met de Raleighploeg van Peter Post aan alle grote internationale wedstrijden deelnam, reed er thuis in Bladel al een klein ventje zijn rondjes over de achterplaats

van de ouderlijke woning. Na de verhuizing naar Aalst-Waalre maakte Alain van Katwijk op 10-jarige leeftijd zijn debuut bij Tour- en Wielerclub De Kempen in Valkenswaard. Een goede

opleiding bij de club, zijn aangeboren talent en de vakkundige adviezen van vader Jan, brachten hem tot zijn eerste grote succes. Op 13-jarige leeftijd behaalde hij zijn eerste nationale titel bij de jeugd. Daarna speelden ziekte en blessures hem een tijdlang parten. Vorig jaar was hij weer helemaal terug met een derde plaats bij het NK voor nieuwelingen op de weg en een eerste nationale baantitel op de achtervolging. Daarnaast behaalde hij een tiental overwinningen in criteriums en klas­siekers.

Vader Jan van Katwijk is de steun en toeverlaat van de jonge coureur. "Hij is mijn coach en mijn trainer. Hij zegt wat ik moet doen. Hij kent mij gewoon het beste. Misschien ga ik volgend jaar in de Rabobank juniorenploeg van Frans Maassen rijden. Die start in alle grote buitenlandse wedstrijden. Met die ploeg heb ik twee weken geleden in Canada een meerdaagse etappekoers gereden," aldus Alain.

 

Baantitels

 

Dit jaar is de jonge Van Katwijk voor het eerst als junior ac­tief. Al in maart gaf hij zijn visitekaartje af met een zege in de klassieke Omloop van Noord-West Overijssel. In mei volgde met groot machtsvertoon een tweede klassieke overwin­ning in eigen streek. In de Grote Prijs Tuincentrum Veldhoven, de junioren uitgave van de Omloop der Kempen, finishte Van Katwijk alleen voorop. Daarnaast was hij in criteriums regel­matig de beste. Tijdens de nationale titelstrijd op de weg in

het Zuid-Limburgse Vijlen wist hij te midden van een heleboel 18-jarige tweedejaarsjunioren een knappe zevende plaats te behalen, enkele weken later gevolgd door een achtste plaats

bij het NK tijdrijden op de weg in Hulst. Zonder specifieke voorbereiding nam van Katwijk vervolgens deel aan de Neder­landse kampioenschappen op de baan in Alkmaar. "Vorig jaar

reed ik nog wel geregeld de populaires op de baan van Apel­doorn, maar dit jaar volgden de kampioenschappen elkaar in te snel tempo op en reed ik voor de baantitelstrijd alleen maar

wegwedstrijden. Mijn hoofddoel ligt op de weg. Daar kun je het meeste bereiken in de wielersport. De baan heb ik er bij gedaan, omdat ik het wel mooi vind om een paar titels mee te nemen," zegt de jonge Van Katwijk. De nationale titels op de achtervolging en in de klassementswedstrijd werden zijn prooi. Eind juli boekte Alain van Katwijk vervolgens in de slotetappe van de Canadese Tour de l'Abiti de 99e zege in zijn nog korte carrière. Zijn prestaties hebben ertoe geleid dat hij nu is uitverkoren voor het WK. Zowel in de klassement­srit op de baan als in de individuele wegwedstrijd gaat hij van start.

 

Jong

 

Sonja van Kuik uit Best was vorig jaar al dichtbij de uitver­kiezing voor de Oranjeploeg op het WK. Ondanks de nationale wegtitel en de twee baantitels die zij toen veroverde was zij naar de mening van de bondscoach wat te jong om haar al naar San Marino mee te nemen. Dit jaar heeft de 17-jarige renster de uitverkiezing voor de wereldtitelstrijd alsnog afgedwongen. Evenals vorig jaar was zij bij de Nederlandse baankampioen­schappen de beste achtervolgster. Daarnaast behaalde zij

zilver op de sprint, op de 500 meter met vliegende start en in de klassementswedstrijd over 15 kilometer. En in het kampioen­schap van Nederland tijdrijden op de weg greep zij dit jaar een tweede nationale titel. Met daarnaast ook nog een bronzen plak in de individuele wegrace te Vijlen heeft zij zich op­nieuw bij de beste Nederlandse juniorenrensters geplaatst. De goedlachse jonge renster ziet haar wielertoekomst vooral op de baan liggen. "Ik mag me niet tot de echte klimsters reke­nen," zegt ze bescheiden, hoewel ze op de Vijlenerberg twee jaar achtereen bij de uitblinksters behoorde. "Het baanwiel­rennen ligt me beter. Vooral de achtervolging gaat me goed af. Daar wil ik me op gaan specialiseren. In de wintermaanden heb ik van oktober tot februari elke zondag op het

baantje van Gent gereden. In mei nam ik deel aan de regiokampioenschappen op de baan van Apeldoorn en in de laatste twee weken voor het WK heb ik samen met Mirella van Melis en Alain van Katwijk enkele dagen op de baan van Alkmaar getraind. Daar voorziet baantrainer Ed Broesder ons van de nodige adviezen, terwijl hij op de derny meerijdt."

 

Minimaal

 

Buitenlandse ervaring heeft Sonja van Kuik maar minimaal. Slechts één keer kwam zij dit jaar over de landsgrenzen in actie. Als enige dame startte zij eind juni in het gezelschap van de nationale baanachtervolgingsploeg in een wereldbeker­wedstrijd in het Duitse Cottbus. Een val in de

klassementswed­strijd strooide daar echter roet in het eten. Haar tegenstand­sters in Slovenië kent zij nog niet. "Daarom is het jammer dat ik vorig jaar niet mee mocht naar het WK om alvast wat ervaring op te doen en buitenlandse rensters te leren kennen. Nu kan ik alleen maar mijn uiterste best doen om zover mogelijk te komen in de kwalificatiewedstrijden. Voorlopig wil ik me even hele­maal op het fietsen concentreren. Ik ben met 4-HAVO gestopt en wil volgend jaar solliciteren voor een plaats op de politie­school. Dan zal ik wel wat minder tijd krijgen om te trainen. Maar ik mag nog een seizoen langer juniorwedstrijden rijden, zodat ik het volgend jaar misschien nog een keer over kan doen in de nationale selectie." In Slovenië rijdt Sonja van Kuik de tijdrit op de weg. Op de baan

komt zij op de individuele achtervolging in actie. Of zij in de toekomst een opvolgster van

Ingrid Haringa kan worden moet de tijd nog uitwijzen. 

 

Broer en zus kampioen

 

In het gezin van Tiny en Ans van Kuik uit Best neemt wielren­nen een belangrijke plaats in. Oudste zoon Mark (20) is dit jaar neo-amateur. Hij mocht deze week als stagiair in het team van Foreldorado-Golff van het grote werk tussen de be­roepsrenners proeven. Aan de zijde van Eddy Bouwmans en tussen een aantal Tour de France deelnemers reed hij de Spaanse etap­pekoers Castilla y Leon. Naast Sonja (17) behaalde ook Frank van Kuik (15), de jongste van het gezin, een

Nederlandse titel tijdens de baankampioenschappen in Alkmaar. Als eerstejaars­ nieuweling zegevierde hij in de puntenkoers.